Mijn Kifid

Uitspraak 2017-193

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-193
(mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, mr. A.M.T. Wigger en mr. W.H.G.A. Filott, leden en
mr. M.J.M. Fennis, secretaris)

Klacht ontvangen op : 31 juli 2015
Ingediend door : Consument
Tegen : Bank Insinger de Beaufort N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen de Bank
Datum uitspraak : 21 maart 2017
Aard uitspraak : Niet-bindend advies

Samenvatting

In [plaatsnaam 1] wonende Consument doet beklag over onder meer de door de bank verstrekte hypothecaire leningen, waaronder een lening met valutarisico. Eén van de leningen is verstrekt in Engelse ponden en opgenomen tegen de tegenwaarde daarvan in Zwitserse franken. De bank heeft Consument voldoende geïnformeerd over de kenmerken en risico’s van de leningen. De Commissie laat daarbij de bancaire achtergrond van Consument meewegen. Van fouten van de bank is voorts niet gebleken. De Commissie wijst de vordering van Consument af.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met daarbij de klachtbrief van Consument met bijlagen;
• de aanvullende stukken van Consument;
• de aanvullende brief van Consument waarin hij de vordering nader specificeert en onderbouwt
• het verweerschrift van de Bank met bijlagen;
• de repliek van Consument;
• de dupliek van de Bank;
• de verklaring van Consument met diens keuze voor niet-bindend advies.

De Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend.

Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 7 september 2016 en zijn aldaar zijn verschenen.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.
2.1 Medio 2007 zijn Consument en de Bank met elkaar in contact gekomen. Consument woont in [plaatsnaam 1] en werkte destijds bij een Amerikaanse zakenbank in [plaatsnaam 1]. Consument had ervaring met corporate financieringen en had verschillende managementposities bekleed bij zakenbanken.

Hij hield zich onder meer bezig met productontwikkeling, relatiemanagement, portfoliomanagement met aandacht voor fixed income mede voor vermogende particulieren. Consument had kennis van en ervaring met private equity, venture capital, asset management, fixed income, structured products en family offices.
2.2 Op 23 april 2007 heeft de Bank aan Consument een voorstel gedaan voor de herfinanciering van bestaande leningen met als onderpand zijn woning in [plaatsnaam 1], die hij in gedeeld eigendom met zijn echtgenote had en zijn verhuurde woning in [plaatsnaam 2] die zijn eigendom was. Met zijn echtgenote was hij in een echtscheidingsprocedure verwikkeld. Doel van de financiering was onder meer als onderdeel van de echtscheiding het verkrijgen van de volledige eigendom van de woning in [plaatsnaam 1].
2.3 Het voorstel van 23 april 2007 omvatte onder meer:
– een hypothecaire lening van maximaal £ 600.000,- gesteld in Zwitserse franks;
– een hypothecaire lening van maximaal € 790.000,-;
– een hypothecaire lening van maximaal € 500.000,-
2.4 Consument heeft het voorstel ondertekend. Consument heeft de opnamedata voor deze financieringen echter laten verlopen.
2.5 Op 4 oktober 2007 heeft de Bank op verzoek van Consument opnieuw een voorstel aan hem en nu ook aan zijn echtgenote gedaan. Het voorstel was kort gezegd als volgt:
– een hypothecaire lening voor herfinanciering van de woning in [plaatsnaam 1] voor een bedrag van £600.000, – op te nemen in Zwitserse franks (‘to be granted in Swiss Francs”) tegen de koers geldend op de dag van de opname;
– waarbij de lening een looptijd van 30 jaar had en daarna diende te worden afgelost;
– een variabele te weten een 3 maands Libor-CHF rente met een opslag van 1,25%.
2.6 In het voorstel was onder meer opgenomen
“The loan will be administered under (sub)account number [X].”
(…)
By signing this agreement you confirm to be aware that the loan will be granted in Swiss Francs and that price fluctuation between Pounds Sterling and Swiss Francs may occur during the term of the loan. You also confirm to be aware of the risks of a loan granted in another currency than Pounds Sterling.
(…)
This agreement shall be governed by the laws of The Netherlands and the parties hereto hereby submit to the non-exclusive jurisdiction of the competent court in [plaatsnaam 2]”

2.7 Na ondertekening van het voorstel door Consument en zijn echtgenote is de overeenkomst tot stand gekomen (de ‘CHF-lening’). Bij opname van de leensom van £ 600.000,- bedroeg de tegenwaarde CHF 1.358.400,- en is een recht van hypotheek tot een bedrag van £ 790.000,- gevestigd op de woning van Consument en zijn echtgenote in [plaatsnaam 1].
2.8 In september 2007 heeft Consument aan de Bank bericht dat de lening bedoeld om de volledige eigendom te verwerven van de woning in [plaatsnaam 1] niet meer nodig was.
2.9 In oktober 2007 heeft Consument gevraagd of de rente op de CHF-lening kan worden vastgezet. De Bank heeft hem daarop de tarieven voor het vastzetten van de rente voor een periode van 2, 5 of 10 jaar verstrekt.
2.10 Omdat Consument toch voornemens was de volledige eigendom van de woning in [plaatsnaam 1] te verwerven, heeft de Bank hem op 4 oktober 2007 opnieuw een financieringsvoorstel gedaan. Het voorstel omvatte onder meer:
– een hypothecaire lening van CHF 1.358.400,-;
– een hypothecaire lening van € 790.000,-;
– een hypothecaire lening van € 500.000,-.
2.11 De laatste lening diende na 20 jaar te worden afgelost en diende om de woning in [plaatsnaam 1] in volledige eigendom te verkrijgen. De CHF-lening is ongewijzigd op naam van Consument gezet. Consument heeft de offerte ondertekend.
2.12 Op verzoek van Consument is, in het kader van de echtscheiding, onder de lening van € 500.000,- op 4 maart 2008 een bedrag van € 100.000,- opgenomen en door de Bank aan zijn echtgenote overgemaakt nadat de Bank van de echtgenote een verklaring had ontvangen dat dat bedrag dan in mindering zou worden gebracht op haar deel in de waarde van de woning.
2.13 Vanaf medio 2008 heeft Consument als gevolg van onder meer het verliezen van zijn baan niet meer aan zijn betalingsverplichtingen voldaan en zijn achterstanden ontstaan. De Bank heeft Consument gesommeerd om zijn achterstanden in te lopen en een aantal gesprekken met Consument gevoerd om te overleggen hoe een oplossing voor de ontstane situatie kan worden gevonden. Die gesprekken hebben niet tot concreet resultaat geleid.
2.14 Tussen april 2009 en april 2010 heeft de Bank Consument verschillende keren schriftelijk gesommeerd de achterstanden in te lopen en aan zijn betalingsverplichtingen te gaan voldoen.
2.15 In april 2010 heeft Consument de Bank geïnformeerd dat zijn situatie op korte termijn zal verbeteren.
2.16 Vanaf 2011 is Consument zijn betalingsverplichtingen weer nagekomen en is voor de achterstanden een regeling getroffen. De regeling bestaat uit een het omzetten van de achterstanden in een lening die in een periode van 15 jaar wordt afgelost. De regeling is vastgelegd in een overeenkomst van 21 september 2011.
2.17 In september 2014 heeft Consument een aantal vragen aan de Bank gesteld over zijn kredieten. In oktober 2014 heeft de Bank deze beantwoord.
2.18 In maart 2015 heeft Consument zijn beklag bij de Bank gedaan. In de brief van 1 mei 2015 heeft de Bank antwoord op de klacht gegeven en deze afgewezen.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert van de Bank:
– Een bedrag van £ 315.000,- uit hoofde van het koersverlies van de Zwitserse frank ten opzichte van de Britse pond;
– Vergoeding van de dubbele rente die hij vanwege de rente op de achterstallige rentebetaling aan de Bank dient te voldoen, bij benadering begroot op € 25.375,-;
– Vergoeding voor nodeloos hoge rente die hij vanwege achterstanden op de hypotheekrente dient te voldoen, bij benadering begroot op € 13.000,-
– Vergoeding van een bedrag van € 100.000,- welk bedrag ten onrechte aan zijn echtgenote is overgemaakt;
– Vergoeding van de rente over een bedrag van € 100.000,- welk bedrag ten onrechte aan zijn echtgenote is overgemaakt, bij benadering begroot op € 17.500,-;
– Vergoeding voor de te hoge hypotheekrente die in eerste instantie in Britse pond is verstrekt. De schade en de vergoeding dient te worden bepaald aan de hand van door de Bank te verstrekken informatie;
– Duidelijkheid over valutatransacties op de bankrekening van Consument en eventuele terugbetaling en terugdraaien van de transacties als blijkt dat deze ten onrechte zijn geweest;
– Verstrekken van correcte en duidelijk administratie/bankafschriften met terugwerkende kracht tot 2007, te verzorgen door een externe accountant;
– Vergoeding voor het hogere uitkoopbedrag dat Consument aan zijn echtgenote dient te betalen, begroot op £ 175.000,-.
Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag. Consument maakt de Bank een aantal verwijten die er in het kort op neer komen dat deze is tekortgeschoten in haar zorgplicht jegens Consument. De Bank heeft de CHF lening, die slechts als tijdelijke overbrugging was bedoeld, laten doorlopen ondanks dat de persoonlijke situatie van Consument aanzienlijk verslechterde. De Bank heeft administratief en op het gebied van rapportage de zaken niet goed of onduidelijk weergegeven. Consument stelt dat de Bank hem onvoldoende of verkeerd heeft geïnformeerd, een slechte administratie en rapportage heeft verzorgd en hem onvoldoende heeft geïnformeerd tijdens de looptijd van de overeenkomsten.
Verweer van de Bank
3.3 De Bank heeft de stellingen van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan.

4. Beoordeling

4.1 De klacht van Consument komt er op neer dat de Bank in haar zorglicht jegens Consument is tekortgeschoten in die zin dat hij door de Bank niet goed is geïnformeerd, dat hij daardoor op het verkeerde been is gezet, en dat de Bank fouten heeft gemaakt als gevolg waarvan hij aanzienlijke schade lijdt. De Commissie constateert dat een deel van de klachten met elkaar is verweven.
4.2 Consument doet zijn beklag over de lening van £ 600.000,- die is opgenomen in Zwitserse franks met een tegenwaarde van CHF 1.358.000,-. De Commissie is van oordeel dat de Bank Consument voldoende heeft geïnformeerd over de kenmerken en risico’s van de lening. De bewoordingen van de – door ondertekening door Consument van de offerte aanvaarde – en tussen partijen geldende – overeenkomst zijn duidelijk. De lening is tegen de tegenwaarde van £ 600.000,- geldend op de dag van opname in Zwitserse franks verstrekt en de werking van de lening en van het valutarisico zijn voldoende toegelicht. De Commissie laat daarbij de bancaire achtergrond van Consument meewegen. Met zijn hiervoor kort omschreven kennis en ervaring in de bancaire sector moet hij geacht worden ten opzichte van de Bank een evenwaardige positie te hebben bekleed. Onder deze omstandigheden kan Consument de Bank niet met recht het verwijt maken dat zij hem bij aanvang van de lening onvoldoende heeft geïnformeerd en/of gewaarschuwd.
4.3 Dat sprake zou zijn van een lening voor een korte periode, zoals Consument stelt, blijkt niet uit de overeenkomst, waarin immers een lening met een looptijd van 30 jaar is overeengekomen. Dat de lening is doorgelopen toen de situatie van Consument aanzienlijk verslechterde, kan de Bank derhalve niet worden verweten nog daargelaten dat het aan Consument was om daarover met de Bank in overleg te treden.
4.4 De Commissie overweegt in dit kader dat het karakter van de onderhavige lening met zich bracht dat de tegenwaarde kon fluctueren en deze tegenwaarde zich, al naar gelang de ontwikkelingen op de valutamarkt, gedurende de looptijd van de overeenkomst zowel onder als boven het oorspronkelijk bedrag kon bevinden. De tegenwaarde in Britse pond op een bepaald moment is een momentopname en wordt pas van overwegend belang als de lening op korte termijn dient te worden afgelost. Daarvan is de Commissie niet gebleken. Voorts had Consument, mede gelet op zijn kennis en ervaring, van tevoren rekening moeten houden met een valutarisico door fluctuatie van de koersen. Dat de koers van de Zwitserse frank binnen drie maanden na aangaan van de overeenkomst met 12% onderuit is gegaan, zoals Consument stelt, komt dan ook voor rekening van Consument. Dat de Bank tijdens dat korte proces had moeten ingrijpen valt niet in te zien, nog daargelaten dat Consument daaromtrent niets heeft gesteld.
4.5 Over de achterstanden die zijn ontstaan was de Bank gerechtigd rente in rekening te brengen. Daarnaast heeft Consument met de Bank een regeling getroffen waarbij de achterstanden in een lening zijn omgezet, die in 15 jaar dient te worden afgelost. Daarbij is een rente overeengekomen. Dat is niet onredelijk te noemen. Van dubbele rente is dan ook geen sprake.
4.6 De Commissie is voorts van oordeel dat voor terugbetaling van het bedrag van £ 100.000,- uit hoofde van de betaling aan zijn echtgenote geen plaats is. Het bedrag is in overleg met Consument aan zijn echtgenote betaald en de Commissie ziet geen gronden om die betaling terug te draaien. Van een fout van de Bank is geen sprake. Voor vergoeding van rente over dit bedrag is dan evenmin plaats.
4.7 Consument vordert duidelijkheid over de valutatransactie die zijn verricht. De Bank heeft naar het oordeel van de Commissie voldoende duidelijk uiteengezet waardoor die zijn veroorzaakt. De betalingsverplichtingen uit hoofde van de lening in Zwitserse franks dienden namelijk ook in die valuta te worden nagekomen. Consument betaalde echter in Britse pond of euro’s. Die valuta dienden dan in Zwitserse franks te worden omgezet.
4.8 Eveneens dient de vordering tot het verstrekken van correcte en duidelijk administratie/bankafschriften met terugwerkende kracht tot 2007, te verzorgen door een externe accountant, te worden afgewezen nu deze onvoldoende is gespecificeerd en onderbouwd.
4.9 Voor vergoeding door de Bank vanwege de hogere uitkoopsom die volgens Consument zijn echtgenote na echtscheiding van hem verlangt, is evenmin sprake. De Commissie is van oordeel dat het niet eerder afwikkelen van de echtscheiding niet aan de Bank is te verwijten.

4.10 De Commissie is zich ervan bewust dat Consument in een buitengewoon vervelende situatie is beland die hem zeer aan het hart gaat en die tot financiële zorgen en tegenslag heeft geleid. Dat neemt echter niet weg dat de Commissie geen gronden ziet op grond waarvan gesteld zou kunnen worden dat de Bank onzorgvuldig heeft gehandeld en de Bank voor het vermeend nadeel van Consument aansprakelijk zou zijn. De overeenkomst, de kenmerken en de risico’s zijn voldoende duidelijk voor het voetlicht gebracht. Daarbij mocht Consument met de risico’s bekend worden verondersteld. Daarnaast heeft de Bank terughoudendheid betracht toen er in de loop van 2008 betalingsachterstanden ontstonden. De Bank had ook kunnen ingrijpen maar dan was het leed voor Consument waarschijnlijk groter geweest en zou de woning in [plaatsnaam 1] wellicht gedwongen zijn geëxecuteerd. Ook heeft de Bank in 2010, net als in 2015 geadviseerd de CHF lening om te zetten. Dat advies heeft Consument niet gevolgd. Nadat Consument daartoe de ruimte weer had, is een regeling getroffen voor de ontstane achterstanden. Van schending van de zorgplicht is de Commissie dan ook niet gebleken.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

De uitspraak heeft de vorm van een niet-bindend advies. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. U kunt de zaak nog wel aan de rechter voorleggen.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak