Mijn Kifid

Uitspraak 2017-209

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-209
(prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M.C.Y. van de Griendt, secretaris)

Klacht ontvangen op : 25 augustus 2016
Ingediend door : “Consument”
Tegen : AEGON Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, verder te noemen
“Verzekeraar”
Datum uitspraak : 27 maart 2017
Aard uitspraak : Niet-bindend advies

Samenvatting

Uit de tuin van Consument zijn goederen weggenomen. In de verzekeringsvoorwaarden staat vermeld dat diefstal van en vandalisme aan tuinmeubelen, tuingereedschap, vlaggenstokken en wasgoed, in de tuin of op het balkon van de woning wordt vergoed. Verzekeraar gaat niet tot uitkering over omdat hij zich op het standpunt stelt dat een barbecue niet onder het begrip tuimeubel valt. Consument is van mening dat een barbecue onder het begrip tuinmeubel kan worden geschaard. De Commissie dient te beoordelen op welke wijze het begrip ‘tuinmeubel’ moet worden uitgelegd. De Commissie legt het begrip tuinmeubel objectief uit en zoekt aansluiting bij de definitie van ‘meubel’ zoals weergegeven in de Van Dale. De Commissie is van oordeel dat uit de definitie in de Van Dale volgt dat een barbecue niet onder het begrip ‘meubel’ valt. Een meubel heeft immers als doel om een interieur aan te kleden terwijl een barbecue een gebruiksvoorwerp is waarmee voedingsproducten worden bereid door deze te roosteren. Nu ‘meubel’ in het dagelijks spraakgebruik niet tevens ‘barbecue’ betekent, is de Commissie van oordeel dat de lezing van Consument geen redelijke lezing is zodat zij niet aan de vraag toekomt of de verzekeringsvoorwaarde in het voordeel van Consument moeten worden uitgelegd. Derhalve is er geen sprake van een gedekt evenement in de zin van artikel 2.1.2 van de verzekeringsvoorwaarden. De vordering van Consument wordt afgewezen.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier;
• de klachtbrief van Consument;
• het verweerschrift van Verzekeraar;
• de repliek van Consument;
• de verklaring van Consument met diens keuze voor niet-bindend advies.

De Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend. De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Consument heeft bij Verzekeraar een inboedelverzekering. Op de inboedelverzekering zijn de Polisvoorwaarden nr. 3022 Aegon Inboedelverzekering (hierna: “de Voorwaarden”) van toepassing. In artikel 2.1.2. is het volgende bepaald:

“2.1.2 Dekking buiten het woonhuis
Wij vergoeden ook de directe materiële schade aan het gedeelte van de inboedel, dat tijdelijk (voor maximaal drie maanden) ergens anders aanwezig is binnen Nederland:
— in een andere bewoonde woning dan op het polisblad omschreven, veroorzaakt door de gebeurtenissen als omschreven onder 2.1.1;
— in andere gebouwen veroorzaakt door de gebeurtenissen als omschreven onder 2.1.1 maar door diefstal en vandalisme alleen na aantoonbare braak aan het gebouw;
— buiten gebouwen veroorzaakt door brand, ontploffing, blikseminslag en inductie, luchtvaartuigen en schroeien, zengen, smelten als gevolg van hitte-uitstraling door een brandend, gloeiend of heet voorwerp of aanraking daarmee.

Daarnaast vergoeden wij ook de directe materiële schade binnen Nederland door:
— diefstal van en vandalisme aan tuinmeubelen, tuingereedschap, vlaggenstokken en wasgoed, in de tuin of op het balkon van de woning;
— gewelddadige beroving en afpersing.”

2.2 Op 23 februari 2016 zijn goederen uit de tuin van Consument weggenomen. Consument heeft op 23 februari 2016 aangifte gedaan van diefstal en de schade. In het proces-verbaal staat – voor zover relevant – het volgende vermeld:

“Omschrijving voorval Op 23 februari 2016 omstreeks 09.00 ontdekte ik dat er twee Big Egg barbecues met accessoires uit mijn tuin waren gestolen. De avond ervoor omstreeks 22.00 was alles nog in orde. Toen ik in de tuin ging kijken hoe de barbecues gestolen konden zijn, omdat het een tuin zonder achterom betreft, zag ik dat men de barbecues kennelijk over de schutting van de buren heeft getild. Men heeft zich kennelijk ook via de tuin van de buren en door over de schutting heen te klimmen, de toegang tot mijn tuin verschaft. Ik zal namelijk verse krassporen op mijn schutting. Ook trof ik later een as uit een van de barbecues aan op de parkeerplaats die grenst aan de tuin van de betreffende buren.”

2.3 Consument heeft de schade op 23 februari 2016 gemeld aan Verzekeraar. Op het schadeformulier heeft Consument onder meer het volgende ingevuld

2.4 Verzekeraar heeft de schadeclaim van Consument afgewezen, omdat sprake is van diefstal van twee barbecues buiten de woning zonder sporen van braak en een barbecue niet kan worden gezien als een tuinmeubel. Consument heeft op 1 april 2016 een klacht ingediend tegen de afwijzing van zijn schadeclaim. Op 15 juni 2016 heeft Verzekeraar Consument geïnformeerd dat hij zijn eerder ingenomen standpunt handhaaft.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert dat Verzekeraar alsnog overgaat tot uitkering van de geclaimde schade ad. € 2.956,-.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslagen:
• Artikel 2.1.2. van de Voorwaarden is onduidelijk aangezien het betreffende artikel ruimte laat voor interpretatie over welke zaken buiten het woonhuis onder de dekking van de inboedelverzekering vallen. Het heeft er alle schijn van dat de Verzekeraar heeft beoogd die roerende zaken onder de dekking van de verzekering te brengen die gewoonlijk in een tuin van een woonhuis kan worden aangetroffen en niet op andere wijze te verzekeren zijn. Niet valt in te zien waarom een barbecue niet in het rijtje van opgesomde zaken van artikel 2.1.2 zou thuishoren. Een barbecue dient dan ook onder het begrip tuinmeubel te worden geschaard op grond van de contra proferentem regel.
• De betreffende barbecues zijn ieder 75 kg zwaar, bestand tegen weer en wind, vrijwel niet verplaatsbaar en bestemd voor de tuin. Een van de barbecues is ingebouwd in een tafel. Deze barbecue kan daarom in ieder geval onder de noemer tuinmeubilair worden geschaard. Bovendien betwist Consument dat de onderhavige barbecues gewilde objecten zijn en op onjuiste wijze zouden zijn opgeborgen. De tuin van waaruit de barbecues zijn gestolen is namelijk geheel omgeven door een schutting en is er geen achter uitgang.

Verweer Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
• Een barbecue wordt in het normale verkeer niet gedefinieerd als tuinmeubilair. Volgens de Vandale.nl betekent meubilair het gezamenlijke meubel en betekent een meubel een stuk huisraad: tafel, stoel, kast. Een barbecue wordt niet genoemd. Een barbecue komt ook niet overeen met de eigenschappen en of kenmerken van tuinmeubilair. Bovendien gaat het hier om een primaire dekkingsomschrijving. Dit brengt mee dat Consument zich ten onrechte beroept op de contra proferentem regel. Deze regel geldt immers niet bij kernbedingen.
• Een barbecue is een onderdeel van de inboedel, maar Verzekeraar sluit diefstal van een barbecue buiten het woonhuis uit van dekking. Verzekeraar is vrij in het omschrijven van de grenzen waarbinnen zij bereid is dekking te verlenen. In de onder 2.1 geciteerde Voorwaarden staat expliciet omschreven wat onder de dekking valt. Een barbecue is hierin niet genoemd en valt daarmee niet onder dekking.
• Het is algemeen bekend dat dergelijke dure barbecues gewilde objecten zijn en gemakkelijk te stelen. Van Consument had mogen worden verwacht dat deze buiten gebruik worden opgeborgen. Nu de barbecues niet specifiek in de verzekeringsvoorwaarden worden vermeld, mag een verzekerde er bovendien niet zonder meer van uit gaan dat deze onder verzekering zijn gedekt. Tuinmeubilair is immers een volstrekt ander risico object dan een barbecue.

4. Beoordeling

4.1 De vordering van Consument zal primair beoordeeld moeten worden op basis van de
tussen partijen gesloten inboedelverzekering en de op die verzekeringsovereenkomst toepasselijke verzekeringsvoorwaarden.

4.2 Voorop staat dat voor de uitleg van voorwaarden, waaronder
verzekeringsvoorwaarden, bepalend is de uitleg die partijen in de gegeven
omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen
en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, het
zogenoemde Haviltex-criterium (HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635). Een zuiver
taalkundige uitleg is voor de uitleg van de voorwaarden niet doorslaggevend. Voorts
dient eveneens rekening te worden gehouden met de bijzondere omstandigheden van
het geval. Een bijzondere omstandigheid is dat partijen niet hebben onderhandeld over
de verzekeringsvoorwaarden. Dit betekent dat de verzekeringsvoorwaarden in
beginsel objectief moeten worden uitgelegd. Zie onder andere Hof Leeuwarden,
3 augustus 2010 ECLI: NL:GHLEE: 2010:BN3280 r.o. 13 en GC Kifid 30 januari 2015,
2015-300 r.o. 4.2.

4.3 Consument stelt dat een barbecue onder de opsomming van artikel 2.2.1 van de Voorwaarden zou moeten vallen en onder het begrip tuinmeubel kan worden geschaard. Uit artikel 2.2.1 van de Voorwaarden volgt dat diefstal van tuinmeubelen, tuingereedschap, vlaggenstokken en wasgoed, in de tuin of op het balkon van de woning wordt vergoed. De vraag die derhalve beantwoord dient te worden is wat onder het begrip ‘’tuinmeubel’’ valt. Gezien het in r.o. 4.2. overwogene zal de Commissie dit begrip objectief uitleggen. Voor de objectieve uitleg van het begrip ‘‘tuinmeubel’’ zal de Commissie aansluiting zoeken bij de definitie van ‘‘meubel’’ zoals weergegeven in de Van Dale (Vergelijk GC Kifid 29 juli 2015, 2015-225, r.o. 5.3.). In Van Dale, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, staat meubel als volgt omschreven:

meu·bel (het; o; meervoud: meubelen, meubels)
1 stuk huisraad: tafel, stoel, kast enz.: (België) de meubelen redden op het laatste moment nog in orde krijgen.

De Commissie is van oordeel dat uit de definities in de Van Dale volgt dat een
barbecue niet onder het begrip “meubel” valt. Een meubel heeft immers als doel om
een interieur aan te kleden terwijl een barbecue een gebruiksvoorwerp is waarmee voedingsproducten worden bereid door deze te roosteren. Nu “meubel” in het dagelijks spraakgebruik niet tevens “barbecue” betekent, is de Commissie van oordeel dat de lezing van Consument geen redelijke lezing is zodat zij niet aan de vraag toekomt of de verzekeringsvoorwaarde in het voordeel van Consument moeten worden uitgelegd. Derhalve is er geen sprake van een gedekt evenement in de zin van artikel 2.1.2 van de verzekeringsvoorwaarden.

4.4 Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, wordt de vordering van Consument
afgewezen. Al hetgeen partijen verder nog hebben gesteld, kan niet tot een andere
beslissing leiden en zal derhalve onbesproken blijven.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

De uitspraak heeft de vorm van een niet-bindend advies. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. U kunt de zaak nog wel aan de rechter voorleggen.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak