Mijn Kifid

Uitspraak 2017-309

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-309
(prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris)

Klacht ontvangen op : 5 januari 2016
Ingediend door : ‘Consument’
Tegen : Achmea Schadeverzekeringen N.V., h.o.d.n. FBTO, gevestigd te Apeldoorn, verder
te noemen ‘Verzekeraar’
Datum uitspraak : 17 mei 2017
Aard uitspraak : Niet-bindend advies

Samenvatting

Consument heeft een schadeclaim ingediend op zijn opstalverzekering voor de schade aan zijn tuin ten gevolge van een storm. Verzekeraar heeft de schadeclaim afgewezen en voert hiertoe onder meer aan dat uit de voorwaarden blijkt dat schade aan de tuin slechts is verzekerd indien ook sprake is van schade aan de woning en als sprake is van een schadeveroorzakende gebeurtenis. Stormschade wordt daarbij niet genoemd en is derhalve niet verzekerd. Volgens Consument is schade aan de tuin gedekt onder de verzekering en is stormschade niet uitgesloten van dekking. De Commissie oordeelt dat Consument een redelijke lezing geeft van het betreffende artikel in de voorwaarden. Op grond van de contra-proferentum regel ex art.6:238 lid 2 BW kan in het midden blijven of het betreffende artikel uit de voorwaarden de enige mogelijke lezing is of dat er ook andere lezingen van de bepaling denkbaar zijn, nu op grond van genoemde wetsbepaling de voor Consument meest gunstige redelijke lezing prevaleert. De Commissie wijst de vordering toe.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier;
• het verweerschrift van Verzekeraar;
• de repliek van Consument;
• de dupliek van Verzekeraar;
• de verklaring van Consument met diens keuze voor niet-bindend advies.

De Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend. De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Consument heeft een woonhuisverzekering (hierna: “de verzekering”) afgesloten bij Verzekeraar.

Op de verzekering zijn de “Voorwaarden Woonhuisverzekering” (hierna: de Voorwaarden”) van toepassing. In de bijzondere voorwaarden (onderdeel van de Voorwaarden) is onder meer het volgende bepaald:
“3. Welke woning is verzekerd?
Met woning bedoelen we de woning die op de polis staat. Ook de volgende zaken horen hierbij:
– garages en bijgebouwen. Bent u eigenaar van een garage op een ander adres? Dan hoort
deze garage ook bij de woning;
– funderingen;
– terreinafscheidingen, zoals een schutting of muur aan de rand van uw tuin. Planten en
rietmatten zijn geen terreinafscheiding;
– zaken die in of aan de woning vastzitten. Bijvoorbeeld, zonweringen, rolluiken,
zonnepanelen, (schotel)antennes, buitenlampen en uithangborden.

Ook verzekerd zijn, maar beperkter dan de woning:
– de tuin, beplanting en tuinbeelden die in de grond verankerd zijn en die horen bij de woning;
– overige bebouwing. Zoals zwembaden, walbeschoeiing, bruggen, aanlegsteigers en
Terreinafscheidingen op het risicoadres.

“4. Voor welke schade betalen wij?
Wij betalen voor de schade aan de woning in de situaties die u hierna leest.
(…)

U heeft schade aan de woning
(…)

b. Schade door storm
We betalen voor schade door storm. Met storm bedoelen we minstens windkracht 7
(een windsnelheid van minstens 14 meter per seconde).

U heeft schade aan de tuin
U bent verzekerd voor schade aan de tuin die hoort bij de woning. Met de tuin bedoelen we ook:
– bestrating, zoals stoeptegels of andere tegels of stenen voor op de grond;
– planten, bomen en struiken;
– verankerde tuinbeelden.

Heeft u schade aan het huis en daardoor ook schade aan de tuin? Dan betalen we voor de
volgende schade:
– schade door brand, het blussen van brand, schroeien, zengen en smelten;
– schade door blikseminslag. En schade die het gevolg is van blikseminslag in de buurt
van de woning;
– schade door een luchtvaartuig;
– schade doordat iemand de tuin inrijdt.

(…)

6. Voor welke schade betalen wij een deel?
Bij schade door storm heeft u een eigen risico van € 200,-. Dat betekent dat u dit deel zelf moet betalen. Staat er op de polis al een eigen risico? Dan geldt dit eigen risico daarbovenop.”

2.2 Op 25 juli 2015 heeft een storm de pinus van Consument ontworteld, waardoor schade is ontstaan aan de tuin van Consument en anderen. Consument heeft de schade gemeld bij Verzekeraar. Verzekeraar heeft de kosten voor het opruimen en afvoeren van de schade vergoed. De schade voor herstel van de tuin wordt niet door Verzekeraar vergoed.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert dekking op de verzekering en vergoeding van de schade ten bedrage van € 4.598,00.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de grondslag dat Verzekeraar de verzekeringsovereenkomst niet nakomt door dekking op de verzekering ten onrechte te weigeren. Consument voert hiertoe het volgende aan.
• Verzekeraar stelt ten onrechte dat schade aan de tuin (en beplanting) niet wordt genoemd in de Voorwaarden en derhalve niet is verzekerd. Verzekeraar geeft in de leeswijzer bij de Voorwaarden aan dat per dekking wordt uitgelegd waarvoor een verzekerde verzekerd is en dat een verzekerde ook leest waar hij/zij niet voor verzekerd is, zodat een verzekerde niet voor verrassingen komt te staan. Stormschade aan de tuin is in de Voorwaarden niet uitgesloten van dekking. Bovendien staat in artikel 3 van de Voorwaarden dat ook verzekerd zijn de tuin en beplanting die horen bij de woning. Ook staat in artikel 4 van de bijzondere voorwaarden dat Consument verzekerd is voor schade aan de tuin die hoort bij de woning en dat met tuin ook planten, bomen en struiken wordt bedoeld.

Verweer van Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
• De verzekering heeft een limitatieve dekking wat impliceert dat alleen de expliciet benoemde zaken zijn verzekerd. Verzekeraar hoeft niet expliciet alle uitsluitingen te benoemen.
• In artikel 4 van de Voorwaarden staat dat schade door storm wordt uitgekeerd indien sprake is van schade aan de woning.
• Een tuin is niet als onlosmakelijk onderdeel van de woning meeverzekerd. Uit artikel 4 van de Voorwaarden blijkt dat schade aan de tuin alleen is verzekerd als er ook sprake is van schade aan de woning en als sprake is van een schadeveroorzakende gebeurtenis zoals genoemd onder het kopje “U heeft schade aan de tuin”. Stormschade aan de tuin wordt niet genoemd en is dus niet verzekerd. Dat stormschade aan de tuin niet expliciet is vermeld als uitsluiting betekent niet dat dit daarom wel is verzekerd.

4. Beoordeling

4.1 De centrale vraag in dit geschil is of Verzekeraar is tekortgeschoten in de nakoming van de verzekeringsovereenkomst en in het bijzonder of Verzekeraar dekking dient te bieden op de verzekering voor de herstelschade van Consument.

4.2 Uitgangspunt is hetgeen partijen zijn overeengekomen, in casu de verzekering en de toepasselijke voorwaarden. Partijen verschillen (onder meer) van mening over de uitleg van de tekst in artikel 4 onder kopje “u heeft schade aan de tuin” van de Voorwaarden.

4.3 Voorop staat dat voor de uitleg van voorwaarden, waaronder verzekeringsvoorwaarden, bepalend is hetgeen partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635 – Haviltex). Hierbij komt het in de eerste plaats aan op de bedoeling van partijen. In het onderhavige geval kan evenwel een gemeenschappelijke partijbedoeling niet worden vastgesteld. Bij de uitleg van voorwaarden is niet de zuiver taalkundige uitleg van een bepaling doorslaggevend. Rekening dient mede te worden gehouden met de bijzondere omstandigheden van het geval. Een bijzondere omstandigheid in dezen is het feit dat de uit te leggen bepaling is opgenomen in verzekeringsvoorwaarden waarover niet onderhandeld is. In een dergelijk geval dienen de verzekeringsvoorwaarden in beginsel objectief te worden uitgelegd. Vergelijk r.o. 16 van Gerechtshof Leeuwarden 3 augustus 2010, ECLI:NL:GHLEE:2010:BN3280.

4.4 Naar de lezing van Verzekeraar blijkt uit artikel 4 van de Voorwaarden dat schade aan de tuin slechts is verzekerd als er ook schade is aan de woning. Consument stelt daarentegen dat in artikel 4 van de Voorwaarden is bepaald dat hij is verzekerd voor schade aan de tuin die hoort bij de woning en dat met tuin ook planten, bomen en struiken wordt bedoeld. De Commissie oordeelt dat de lezing van Consument dat schade aan de tuin, waaronder planten, bomen en struiken, een redelijke lezing is nu artikel 4 onder het kopje “U heeft schade aan de tuin” bepaalt dat schade aan de tuin die hoort bij de woning is verzekerd. Dit brengt mee dat op grond van de contra proferentem-regel ex art. 6:238 lid 2 BW in het midden kan blijven of dit de enige mogelijke lezing is of dat er ook andere lezingen van de bepaling denkbaar zijn, nu op grond van genoemde wetsbepaling de voor Consument meest gunstige redelijke lezing prevaleert (vgl. uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening 2015-225 d.d. 29 juli 2015). Indien Verzekeraar stormschade aan de tuin alleen wil vergoeden onder bepaalde voorwaarden had het op zijn weg gelegen om op deze plaats al een voorbehoud te maken.

4.5 Gelet op het voorgaande concludeert de Commissie dat Verzekeraar is tekortgeschoten in de nakoming van de verzekeringsovereenkomst en dat hij gehouden is de schade van Consument te vergoeden. Op grond van artikel 6 van de Voorwaarden dient een eigen risico in mindering te worden gebracht op het uit te keren bedrag.


5. Beslissing

De Commissie beslist dat Verzekeraar binnen vier weken na de dag waarop een afschrift van deze beslissing aan partijen is verstuurd, aan Consument vergoedt het schadebedrag van € 4.598,00 minus het eigen risico van Consument.

De uitspraak heeft de vorm van een niet-bindend advies. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. U kunt de zaak nog wel aan de rechter voorleggen.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak