Mijn Kifid

Uitspraak 2017-417 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-417
(prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. drs. S.F. van Merwijk en mr. C.E. Polak, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Klacht ontvangen op : 19 april 2016
Ingediend door : Consument
Tegen : Europeesche Verzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Utrecht,
verder te noemen Verzekeraar
Datum uitspraak : 4 juli 2017
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Pleziervaartuigenverzekering. Schade aan de motor ontstaan als gevolg van een eigen gebrek aan het uitlaatsysteem. Door de expert is vastgesteld dat de zwanenhals, die daarvan onderdeel uitmaakt, te hoog was geplaatst waardoor bij ruw weer water in de motor kon komen. Partijen verschillen van mening over de vraag of de zwanenhals onderdeel is van de originele scheepsmotor. Omdat deze ouder is dan 60 maanden is eigen gebrek van de motor niet gedekt. Indien de zwanenhals onderdeel is van de boot, is de schade bestaande in eigen gebrek wel gedekt. De Commissie is van oordeel dat de zwanenhals onderdeel uitmaakt van de boot en dat de schade dus is gedekt. Hieraan doet niet af dat de zwanenhals wel onderdeel is van de, als een ruimer begrip omschreven, voorstuwingsinstallatie. Indien Verzekeraar eigen gebrek aan de voorstuwingsinstallatie, indien ouder dan 60 maanden, niet had willen dekken, had het op zijn weg gelegen dat ook in de voorwaarden te bepalen. Vordering toegewezen.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• de klachtbrief van de gemachtigde van Consument met bijlagen, waaronder het door Consument ingevulde klachtformulier;
• de aanvulling op de klachtbrief;
• het verweerschrift;
• de repliek van Consument;
• de dupliek van Verzekeraar;
• de verklaring van Consument met diens keuze voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 15 juni 2017 en zijn aldaar verschenen.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Consument heeft met ingang van 20 december 2014 een bootverzekering gesloten bij Verzekeraar voor een motorjacht, een [..merk..] uit het bouwjaar 2007. De verzekering is gesloten via een gevolmachtigde. De toepasselijke voorwaarden zijn Algemene Voorwaarden Bootverzekering 310.154/Januari 2008 (hierna: de Voorwaarden). Volgens het polisblad is de clausule 202, ‘verbeteringen expert’ van toepassing.

2.2 In de Voorwaarden is, voor zover relevant, bepaald:

“1. Begripsomschrijvingen
(…)
1.10 boot: de in de polis omschreven boot met:
(…)
1.10.3 de in de polis omschreven motor(en)
(…)
1.11 voortstuwingsinstallatie: de tot de mechanische voortstuwing van de boot dienende installatie(s) en toebehoren waaronder begrepen zijn:
1.11.1 de motor met keerkoppeling
1.11.2 de aandrijving, bestaande uit schroefas, schroefaskoppeling en schroef
1.11.3 het instrumentenpaneel met bekabeling
1.11.4 de koeling, voor zover op of aan de motor bevestigd
1.12 originele scheepsmotor: een nieuwe, als scheepsmotor geleverde en door de fabriek of boten-/motorleverancier ingebouwde geleverde en door de fabriek of boten-/motorleverancier ingebouwde motor. Hieronder valt zowel de scheepsmotor, die uitsluitend als scheepsmotor is ontworpen, als ook de motor met een ‘universeel’ blok, die door een fabrikant is opgebouwd als scheepsmotor. Een motor die eerder dienst heeft gedaan als voertuig- of industriemotor en die daarna is omgebouwd tot scheepsmotor wordt niet als originele scheepsmotor beschouwd. Voor zover van toepassing wordt onder de originele scheepsmotor mede verstaan een buitenboordmotor.

31 Dekking
31.1 Verzekerd is schade aan of verlies van de boot door elke onzekere gebeurtenis, ook als gevolg van eigen gebrek.
31.2 Verzekerd is schade bestaande in eigen gebrek van de boot en de originele scheepsmotor, mits deze laatste niet ouder is dan 60 maanden, onder de voorwaarden dat:
31.2.1 verzekerde bij het aangaan van de verzekering niet met de fout bekend was
31.2.2 verzekerde de herstelkosten niet op de fabrikant of leverancier kan verhalen
31.2.3 verzekerde niet vrijwillig afstand heeft gedaan van het recht op verhaal op de fabrikant of leverancier.
31.3 Als de boot niet is voorzien van een originele scheepsmotor of is voorzien van een originele scheepsmotor die ouder is dan 60 maanden, is verzekerd schade aan of verlies van de voortstuwingsinstallatie door aanvaren, brand, omslaan, ontploffing, schipbreuk, stranden, zelfontbranding, zinken of soortgelijke aan de boot overkomen evenementen, ontstaan als gevolg van eigen gebrek zelf zijn niet verzekerd.”

2.3 Na een vakantie in de zomer van 2015 heeft Consument geconstateerd dat de noodmotor van de boot, van het merk [..merk..], niet meer startte. Consument heeft een offerte laten maken voor reparatie van de motor. In de offerte van 24 augustus 2015 staat dat bij demonteren van de cilinderkop bleek dat de cilinders en carter vol water stonden en de eerste corrosie zichtbaar is. De noodmotor heeft 40 uren gedraaid. Voorts staat in de offerte:

“Op basis hiervan kunnen we vaststellen dat reparatie van de motor niet mogelijk (c.q. te duur) zal zijn en dat de motor dus vervangen moet worden door een nieuwe motor.
Naar aanleiding van ons onderzoek hebben wij twee mogelijke oorzaken besproken die deze waterslag tot gevolg zouden kunnen hebben, maar zekerheid kan ik hier niet over geven.
De ene mogelijkheid is dat het water, tijdens zwaar weer in uw vakantie, door de uitlaat, die zich op de zijkant van het schip bevindt, naar binnen is gekomen. Omdat de zwanehals die zich aan de huidzijde van het schip bevindt hoger is dan de zwanehals aan de motorzijde, kan het zijn dat, wanneer de waterlock vol is, het water niet naar buiten loopt maar de motor in, met als gevolg dat deze vol loopt.”

De offerte opgesteld op basis van vervanging van de motor. Het totaalbedrag is
€ 17.002,92.

2.4 Consument heeft de schade bij de gevolmachtigde gemeld. In opdracht van de gevolmachtigde is expertise verricht. De expert heeft de schade op 18 augustus 2015 geïnspecteerd. Hij heeft de motor total loss verklaard en de schade vastgesteld op een bedrag van € 9.849,69. In het rapport is opgenomen:

“Toelichting 1

Het vaartuig van verzekerde heeft een hoofdmotor, zijnde een [..merk..] met hydraulische twin disk keerkoppeling, met een vermogen van 490 PK. Tevens is in de motorruimte aan BB-zijde een [..merk..] geplaatst als hulpmotor/thuisbrenger. De uitlaat van deze hulpmotor bevindt zich aan BB-zijde, zie bijlage 1, blad 1, foto 2.

Buitenwater is met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid tijdens zwaar weer op zee door de uitlaat naar binnen gekomen. Voor de constructie van het uitlaatsysteem verwijzen wij naar bijlage 2, blad 1.

Daar de zwanenhals welke zich aan de huidzijde van het vaartuig bevindt, hoger is dan de zwanenhals aan de motorzijde, kan het zijn dat wanneer het kunststof waterlock vol is met buitenwater, het buitenwater niet naar buiten loopt, maar zich opstuwt en op de kop van de motor komt. Deze situatie doet zich vooral voor als het vaartuig behoorlijk slingert met ruw weer, want dan verplaatst zich het punt van de beluchter naar beneden. De verst liggende oorzaak van de waterslag is dan ook een eigen gebrek in het uitlaatsysteem van de hulpmotor.

Opgemerkt dient te worden, dat de aanvang van de bouw van onderhavige vaartuig heeft plaatsgevonden in 2006 en in de vaart is gekomen in 2007.”

2.5 De gevolmachtigde heeft bij brief van 14 oktober 2015 het verzoek om dekking afgewezen met een beroep op artikel 31.2 van de voorwaarden. De motor is acht jaar oud, en dus ouder dan 60 maanden, zodat schade door eigen gebrek van de motor niet is gedekt. Voorts deelt de gevolmachtigde mee dat de hulpmotor niet in de polis staat vermeld en daarom niet is verzekerd. De gevolmachtigde vermeldt over de oorzaak van de schade:

“Uit het onderzoek blijkt dat de zwanenhals aan de huidzijde van het vaartuig, hoger is dan de zwanenhals aan de motorzijde. Wanneer het waterlock vol is met buitenwater, kan het zijn dat het water naar binnen loopt, in plaats van naar buiten. Hierdoor kon de waterslag op de motor ontstaan. De expert heeft u inmiddels ook geadviseerd het uitlaatsysteem te laten aanpassen.”

2.6 Partijen hebben vervolgens gecorrespondeerd over de vraag of de schade onder de dekking van de verzekering valt. Daarbij heeft Verzekeraar bevestigd dat hoewel de motor niet op het polisblad vermeld staat, deze motor wel genoemd is in het taxatierapport en de schade daarom niet op deze grond is afgewezen. Voorts is discussie ontstaan over de vraag op grond waarvan Verzekeraar de claim heeft afgewezen. Verzekeraar heeft zijn standpunt dat de schade op grond van artikel 31.2 van de Voorwaarden niet is gedekt, gehandhaafd.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert dekking onder de verzekering voor de schade aan de motor.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag. De schade is gedekt onder de verzekering, primair op grond van artikel 31.2, subsidiair op grond van artikel 31.3 van de voorwaarden. Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan.
• De schade is ontstaan door een eigen gebrek aan de zwanenhals. De zwanenhals is onderdeel van de boot. Op grond van artikel 31.2 van de Voorwaarden is deze schade gedekt. De uitzondering in dit artikel heeft alleen betrekking op een eigen gebrek aan de originele scheepsmotor. Anders dan Verzekeraar stelt, is de zwanenhals geen onderdeel van de originele scheepsmotor. De omstandigheid dat de scheepsmotor ouder is
dan 60 maanden, brengt dus niet mee dat de schade niet onder de verzekering is gedekt. De originele scheepsmotor heeft geen eigen gebrek, dit is ook uitdrukkelijk beschreven in het aankoopkeurings- en taxatierapport dat bij het sluiten van de verzekering is opgemaakt.
• De zwanenhals is, gelet op artikel 1.11 van de voorwaarden, onderdeel van de voortstuwingsinstallatie. Op grond van artikel 31.2 gaat het evenwel óf om een eigen gebrek aan de boot, óf om een eigen gebrek aan de scheepsmotor. De omstandigheid dat de zwanenhals wél onderdeel van de voortstuwingsinstallatie uitmaakt, brengt niet mee dat deze ook onderdeel van de scheepsmotor is en dat de uitzondering in artikel 31.2 wel betrekking heeft op het eigen gebrek aan de zwanenhals.
• Subsidiair geldt dat de schade op grond van artikel 31.3 van de voorwaarden is gedekt. De zwanenhals is onderdeel van de voortstuwingsinstallatie. Door zwaar weer is water in de zwanenhals en vervolgens in de motor gekomen.
De schade is het gevolg van het eigen gebrek aan de zwanenhals en deze heeft zich kunnen manifesteren door het zware weer. De in artikel 31.3 genoemde evenementen zijn, anders dan Verzekeraar stelt, niet limitatief. Dit artikel ziet daarnaast op ‘soortgelijke evenementen’.
• Verzekeraar is in de correspondentie over de schade niet duidelijk geweest wat de reden voor afwijzing van dekking was.

Verweer Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
• Op grond van artikel 31.2 van de Voorwaarden is de schade niet gedekt. De zwanenhals maakt onderdeel uit van het uitlaatsysteem, dit is een onmisbaar onderdeel van de motor. De uitlaat is verkeerd geplaatst en dit betekent dat de motor een constructiefout heeft. Omdat de motor acht jaar oud is, is het eigen gebrek van de motor niet meer gedekt. Op grond van artikel 1.11.1 van de Voorwaarden maakt de motor onderdeel uit van de voortstuwingsinstallatie. In artikel 1.12 is de originele scheepsmotor omschreven.
• Ook op grond van artikel 31.3 van de Voorwaarden is de schade niet gedekt nu geen sprake is van één van de limitatief opgesomde schadegebeurtenissen in dat artikel. Door zwaar weer is water in de motor gekomen. Artikel 31.3 ziet op evenementen die zijn ontstaan als gevolg van het eigen gebrek. Zwaar weer kan niet als een soortgelijk evenement als de in artikel 31.3 genoemde evenementen worden aangemerkt. De schade is later geconstateerd, hier is geen evenement aan vooraf gegaan.
• De vraag of de zwanenhals een onderdeel is van de originele motor en/of van de voorstuwingsinstallatie is, gelet op de genoemde argumenten niet relevant.
• De communicatie over de afwijzing van de claim is niet onduidelijk geweest. De claim is afgewezen op grond van artikel 31.2 van de Voorwaarden. Op verzoek van de gemachtigde van Consument heeft Verzekeraar ook een uitleg gegeven over artikel 31.3 van de Voorwaarden.

4. Beoordeling

4.1 In dit geschil gaat het om de vraag of de schade aan de hulpmotor in de boot van Consument onder de dekking van de verzekering valt. Tussen partijen is niet in geschil dat de schade is ontstaan als gevolg van een eigen gebrek van het uitlaatsysteem van de hulpmotor. Dit eigen gebrek bestaat hieruit dat de zwanenhals aan de huidzijde van het vaartuig, en die onderdeel uitmaakt van het uitlaatsysteem, te hoog is geplaatst ten opzichte van de zwanenhals aan de motorzijde. Hierdoor kan bij ruw weer water in de motor komen.

4.2 Artikel 31 van de Voorwaarden bepaalt de omvang van de dekking. Ter zitting is vastgesteld dat partijen het erover eens zijn dat de opbouw van artikel 31 van de Voorwaarden meebrengt dat eerst dient te worden beoordeeld of de schade onder artikel 31.2 is gedekt en indien dat niet het geval is, wordt toegekomen aan beoordeling op basis van artikel 31.3. Dit brengt mee dat moet worden beoordeeld of het eigen gebrek van de zwanenhals, doordat deze onjuist is geplaatst, onder artikel 31.2 is gedekt. Artikel 31.2 bepaalt dat eigen gebrek aan de boot en aan de originele scheepsmotor is gedekt onder de verzekering. Indien het gaat om een eigen gebrek aan de originele scheepsmotor is dit alleen gedekt wanneer deze niet ouder is dan 60 maanden.
Nu het gaat om een motor van acht jaar oud, ziet de Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of de zwanenhals onderdeel is van de boot of van de originele scheepsmotor.

4.3 Verzekeraar heeft zich op het standpunt gesteld dat de motor, ingevolge artikel 1.11 van de Voorwaarden, onderdeel uitmaakt van de voortstuwingsinstallatie. De zwanenhals maakt naar het oordeel van Verzekeraar onderdeel uit van de hulpmotor omdat de motor is voorzien van een uitlaat en de zwanenhals een onderdeel van de uitlaat is. Omdat de motor ouder dan acht jaar is, is de schade niet gedekt. Gelet op de begripsomschrijving van voortstuwingsinstallatie, waaronder mede is begrepen de motor, is niet van belang of de zwanenhals onderdeel uitmaakt van de voortstuwingsinstallatie of van de motor, aldus Verzekeraar.
De Commissie volgt dit standpunt niet. Artikel 31.2 maakt een duidelijke tweedeling tussen een eigen gebrek aan de boot en een eigen gebrek aan de originele scheepsmotor. Indien Verzekeraar bedoeld had onder originele scheepsmotor mede te begrijpen een eigen gebrek aan de voorstuwingsinstallatie, had het op zijn weg gelegen dat ook in artikel 31.2 op te nemen. De zwanenhals maakt weliswaar onderdeel uit van de voortstuwingsinstallatie maar gelet op de omschrijvingen van de begrippen voortstuwingsinstallatie, in artikel 1.11., en originele scheepsmotor, in artikel 1.12, is het begrip voorstuwingsinstallatie ruimer. Een eigen gebrek aan een onderdeel van de voortstuwingsinstallatie kan daarom niet zonder meer meebrengen dat ook sprake is van een eigen gebrek aan de originele scheepsmotor. De Commissie is gelet op het expertiserapport, waarin een duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen de zwanenhals en de motor en waaruit blijkt dat het eigen gebrek niet in de motor maar in de plaatsing van de zwanenhals zit, van oordeel dat de zwanenhals geen onderdeel uitmaakt van de originele scheepsmotor zoals omschreven in artikel 1.12. Dit brengt mee dat de zwanenhals als onderdeel van de boot moet worden aangemerkt. Op grond van artikel 31.2 van de Voorwaarden is schade bestaande in eigen gebrek van de boot gedekt. Hieraan doet derhalve niet af dat de zwanenhals als onderdeel van de voortstuwingsinstallatie kan worden aangemerkt.

4.4 Nu dekking onder de verzekering bestaat op grond van artikel 31.2 van de Voorwaarden behoeft hetgeen partijen hebben aangevoerd met betrekking tot de vraag of de schade onder artikel 31.3 is gedekt, geen bespreking.

4.5 Het bovenstaande brengt mee dat de vordering dient te worden toegewezen. De schade is door de expert vastgesteld op een bedrag van € 9.849,69. Verzekeraar heeft de schade niet betwist zodat de Commissie dit bedrag toewijst.

5. Beslissing

De Commissie beslist dat Verzekeraar binnen vier weken na de dag waarop een afschrift van deze beslissing aan partijen is verstuurd, aan Consument vergoedt een bedrag van
€ 9.849,69.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak