Mijn Kifid

Uitspraak 2018-541 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-541
(prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris)

Klacht ontvangen op        : 29 december 2017

Ingediend door               : Consument

Tegen                           : Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, h.o.d.n. Centraal Beheer,

verder te noemen Verzekeraar

Datum uitspraak             : 28 augustus 2018

Aard uitspraak                : Bindend advies

Samenvatting

Consument klaagt dat Verzekeraar weigert de gevolgschade van waterlekkage in zijn appartement te vergoeden. De Commissie is van oordeel dat gelet op de objectieve lezing van artikel 8 van de Voorwaarden voldoende duidelijk is dat een verbroken leidingnetwerk als gevolg van een losgeschoten leiding van het koppelingsstuk, niet als een breuk zoals genoemd in artikel 8 kan worden beschouwd. Naar het oordeel van de Commissie dient er sprake te zijn van een daadwerkelijke breuk in de leiding zelf en niet enkel van losschieten. Consument heeft onvoldoende gesteld om te kunnen vaststellen dat er sprake is van een plotseling optredend defect. Bovendien is deze stelling van Consument door Verzekeraar voldoende gemotiveerd betwist door te verwijzen naar de uitspraak van Rechtbank Rotterdam d.d. 1 juli 2009 (ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2097). De vordering wordt afgewezen.

 

  • Procesverloop

 

  1. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
  • het door Consument digitaal ingediende klachtformulier;
  • het verweerschrift van Verzekeraar;
  • de repliek van Consument;
  • de dupliek van Verzekeraar.De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.
  • Feiten
    1. Consument is woonachtig in een appartementencomplex. Consument heeft waterlekkage gehad in zijn appartement.
    2. De VvE van het appartementencomplex heeft een Gebouwenverzekering Vereniging van Eigenaren (hierna Verzekering) gesloten bij Verzekeraar. Op de Verzekering zijn de Voorwaarden BGV15 (hierna Voorwaarden) van toepassing. Hierin is, voor zover relevant, het volgende vermeld:

        8.           Welke schade is verzekerd?Schade door water, blusmiddel of stoom

    3. (…)
    4. vervolg
    5. Verzekerd
    6. “Rubriek 2. Gebouwen

 

  1. De Commissie gaat uit van de volgende feiten.
  • Dat plotseling en onvoorzien uit een leiding komt als gevolg van breuk, springen door vorst, verstopping of een plotseling optredend defect.
  • Of uit een apparaat of installatie dat op de leiding is aangesloten.

 

  • (…)”
      1. Consument heeft voor de gevolgschade van de waterlekkage een beroep gedaan op de Verzekering. Verzekeraar heeft vergoeding van de schade afgewezen. In zijn e-mailbericht d.d. 1 november 2017 wordt onder andere het volgende vermeld:‘De Gebouwenverzekering Vereniging van Eigenaren is een gebeurtenissenverzekering. Dat houdt in dat de oorzaak die gevolgschade heeft veroorzaakt, beschreven moet zijn in de Voorwaarden. Staat de oorzaak niet in vermeld, dan valt de gevolgschade niet onder de dekking van de verzekering en kan de claim niet vergoed worden. Voor dekking onder de verzekering moet er sprake zijn van schade door water dat plotseling en onvoorzien uit een apparaat of installatie komt dat op de leiding is aangesloten als gevolg van breuk, springen door vorst, verstopping of een ander plotseling optredend defect. In uw geval is er sprake van een afgeschoten afvoer en is er geen sprake van een breuk of een defect van de leiding. De afvoer is namelijk niet kapot. Om deze reden valt de gevolgschade door de afgeschoten afvoer niet onder de dekking van de verzekering en kan ik uw claim niet vergoeden.’
      2.  
  • Vordering, klacht en verweerVordering Consument
    1. Consument vordert een vergoeding van 1937 euro.Grondslagen en argumenten daarvoor
    2. Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag.

 

  • Een wasmachine maakt in een gesloten circuit onderdeel uit van een waterleiding. Zowel de aanvoer van water als de afvoer van water geschiedt via de behorende originele leidingen. Hierdoor ontstaat een gesloten leidingnetwerk. Wanneer een leiding van een koppelingsstuk afschiet, is het leidingnetwerk verbroken (breuk in de leiding). De wasmachine (apparaat) die op de leiding is aangesloten verliest hierdoor water. Het water heeft de gevolgschade veroorzaakt in de woning.
  • Een schade-expert van de inboedelverzekeraar heeft gecontroleerd en geconstateerd dat de leidingen goed en professioneel waren aangesloten. Gevolgschade vallende onder de inboedelverzekering is wel gehonoreerd.
  • Sinds de verhuizing in 2011 heeft het wasmachineleidingnetwerk zonder problemen gewerkt. In deze kwestie is de afvoer van de leiding afgeschoten, waardoor er sprake is van een plotseling optredend defect. Door dit defect is de gevolgschade ontstaan.
  • Omdat er een semantische discussie blijkt te ontstaan over de woorden leiding, breuk en defect, heeft Consument het Van Dale woordenboek geraadpleegd voor een objectieve betekenis. De conclusie is dat de woorden (water) leiding, buis en slang als synoniem van elkaar kunnen worden beschouwd. Alle hebben de functie (vanwege de holle vorm) om iets door te leiden. In het geval van een wasmachine betreft ‘iets’ de substantie water. Wanneer de leiding, buis of slang defect raakt, komt het water niet op de plek waar het behoort te komen. Het water komt dan buiten het gesloten circuit van het leidingnetwerk; ook wel lekkage genoemd. De leiding vertoont op dat moment een gebrek, een fout, ofwel de leiding is niet in orde (definitie van een defect). Doordat de afvoer van de leiding is geschoten, is de samenhang van de leiding verbroken (definitie van een breuk).
  • Dat er sprake is van een plotseling optredend defect blijkt ook wel uit het tijdstip dat de schade is ontstaan: ’s nachts (vanwege gebruikmaking van nachtstroom). En dat alle jaren daarvoor zonder problemen het leidingnetwerk correct heeft gefunctioneerd. In artikel 8 van de Voorwaarden staat omschreven dat een vergoeding van de gevolgschade plaatsvindt, wanneer er sprake is van een plotseling optredend defect van de leiding. Het woord ‘of’ geeft dit duidelijk weer.
  • Consument hanteert de woorden van de Voorwaarden letterlijk. Van interpretatieverschil kan dan ook geen sprake meer zijn.  
  • Verweer Verzekeraar
  •  
    1. Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
  • De Verzekering betreft een gebeurtenissenverzekering. Dat betekent dat alleen aan schade voor vergoeding in aanmerking komt als de oorzaak als zodanig staat beschreven in de Verzekering. In dit geval is artikel 8 van de Voorwaarden van toepassing.
  • De waterlekkage is ontstaan doordat de leiding van de wasmachine is afgeschoten. Er kan geen schadevergoeding plaatsvinden enkel en alleen omdat er water uit een apparaat stroomt dat op de leiding is aangesloten. Consument gaat eraan voorbij dat het wel degelijk van belang is dat nog steeds het vereiste geldt dat de leiding, waarop het apparaat is aangesloten, een breuk moet hebben, gesprongen is door vorst, verstopt is geraakt of dat er sprake moet zijn van een defect dat plotseling is opgetreden. Dat is in deze situatie niet het geval geweest en daarom heeft Verzekeraar helaas moet vaststellen dat de gevolgschade door de afgeschoten afvoer niet onder de dekking valt en de schade niet kan vergoeden.
  • Consument is van mening dat wanneer een leiding van een koppelingsstuk losschiet de conclusie moet zijn dat het leidingnetwerk verbroken is/sprake is van een breuk in de leiding. Dit is niet juist. De afvoerleiding zelf was nu eenmaal niet defect. Evenmin was de afvoerleiding gebroken noch was er sprake van een defecte afvoerleiding.
  • Uiteraard is het wel dat het leidingnetwerk uiteindelijk verbroken is geraakt, maar daarvan was in dit geval pas sprake nadat de afvoerleiding was losgesloten. Consument stelt ten onrechte dat de afvoerleiding is losgeschoten doordat het leidingnetwerk verbroken was geraakt.
  • Het enkel losschieten van de afvoerleiding kan niet als een plotseling optredend defect worden beschouwd. Het losschieten is immers het gevolg van een (eventueel) defect (zie bijvoorbeeld Rechtbank Rotterdam 1 juli 2009, ECLI:NL:RBROT:BJ2097). Wat precies tot dat gevolg heeft geleid, heeft Consument helaas niet kunnen aantonen. Ook daarom heeft Verzekeraar de gevolgschade niet kunnen vergoeden.
  • Beoordeling
    1. Ter beoordeling liggen de vragen voor, hoe artikel 8 van de Voorwaarden moet worden uitgelegd en of Consument er redelijkerwijs vanuit mocht gaan dat hij op grond van dat artikel aanspraak kan maken op vergoeding van de schade als gevolg van de waterlekkage.
    2. Voorop staat dat voor de uitleg van verzekeringsvoorwaarden, bepalend is welke betekenis partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Zie HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635 (Haviltex). Hierbij komt het in de eerste plaats aan op de bedoeling van partijen. In het onderhavige geval kan evenwel een gemeenschappelijke partijbedoeling niet worden vastgesteld.

      Bij de uitleg van verzekeringsvoorwaarden is verder niet de zuiver taalkundige uitleg van een bepaling doorslaggevend. Een bijzondere omstandigheid in deze zaak is dat de uit te leggen bepalingen zijn opgenomen in verzekeringsvoorwaarden waarover niet onderhandeld is. In een dergelijk geval dienen de verzekeringsvoorwaarden in beginsel objectief te worden uitgelegd. Vergelijk r.o. 16 van Gerechtshof Leeuwarden 3 augustus 2010, ECLI:NL:GHLEE:2010:BN3280.

    3. Uit de bewoordingen van artikel 8 van de Voorwaarden volgt dat er dekking is voor schade door water dat plotseling en onvoorzien uit een leiding komt of uit een apparaat/installatie dat op de leiding is aangesloten, als gevolg van breuk, springen door vorst, verstopping of een plotseling optredend defect. Consument heeft gesteld dat door het afschieten van de leiding van het koppelingsstuk er sprake is van een verbroken leidingnetwerk en dus sprake is van een breuk in de leiding.
    4. De Commissie is van oordeel dat gelet op de objectieve lezing van artikel 8 voldoende duidelijk is dat een verbroken leidingnetwerk als gevolg van een losgeschoten leiding van het koppelingsstuk, niet als een breuk zoals genoemd in artikel 8 kan worden beschouwd. Naar het oordeel van de Commissie dient er sprake te zijn van een daadwerkelijke breuk in de leiding zelf en niet enkel van losschieten.
    5. Naar het oordeel van de Commissie heeft Consument onvoldoende gesteld om te kunnen vaststellen dat er sprake is van een plotseling optredend defect. Consument heeft ter onderbouwing van zijn stelling aangevoerd dat het leidingennetwerk van de wasmachine jarenlang zonder problemen heeft gefunctioneerd en dat de schade in de nacht is ontstaan. Deze argumenten zijn onvoldoende om te concluderen dat er sprake is van een plotseling optredend defect. Bovendien is deze stelling van Consument door Verzekeraar voldoende gemotiveerd betwist door te verwijzen naar de uitspraak van Rechtbank Rotterdam
      d.d. 1 juli 2009 (ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2097). Raadpleging van genoemde uitspraak levert op dat r.o. 5.7 van deze uitspraak de stelling van Verzekeraar ondersteunt.
    6. De Commissie ziet geen aanleiding te oordelen dat een beroep van Verzekeraar op deze primaire dekkingsbepaling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, zie artikel 6:248 lid 2 Burgerlijk Wetboek. De Verzekeraar heeft met de dekkings-omschrijving de grenzen omschreven waarbinnen hij bereid was dekking te verlenen, hetgeen hem vrijstond (HR 9 juni 2006, NJ 2006, 326, r.o. 3.4.2). Afwijking van dit uitgangspunt is een uitzondering en is alleen aan de orde in bijzondere omstandigheden. Van dergelijke omstandigheden is de Commissie niet gebleken.
    7. Gelet op het voorgaande wordt geoordeeld dat Consument niet gerechtigd is tot schadevergoeding op grond van artikel 8 van de Voorwaarden. Dit brengt mee dat de vordering van Consument zal worden afgewezen.

 

  • BeslissingDe Commissie wijst de vordering af.In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

 

  1.  
Bekijk de volledige uitspraak