Mijn Kifid

Uitspraak 2018-679 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-679
(
prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. dr. S.O.H Bakkerus, leden en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)

 

Klacht ontvangen op        : 3 augustus 2017

Ingediend door               : Consument

Tegen                            : Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Den Haag,
verder te noemen Verzekeraar

Datum uitspraak             : 31 oktober 2018

Aard uitspraak                : Bindend advies

 

Samenvatting

Aansprakelijkheidsverzekering. Volgens artikel 2.1 van de voorwaarden geldt de dekking van de verzekering voor alle verzekerde die volgens de wet in Nederland wonen. Nadat Consument naar [Naam land] is verhuisd heeft Verzekeraar de Verzekering op grond van artikel 7.1.2 van de voorwaarden stopgezet. Consument vordert dat artikel 2.1 en/of 7.1.2 van de Voorwaarden onredelijk bezwarend worden verklaard. Artikel 2.1 van de voorwaarden is een primaire dekkingsbepaling die in principe niet kan worden bestreden met de stelling dat die onredelijk bezwarend is. Verzekeraar heeft de verzekering tot de contractvervaldatum in kracht hersteld zodat Consument geen belang meer heeft bij zijn vordering die ziet op vernietiging van artikel 7.1.2 sub c van de Voorwaarden. Vorderingen afgewezen.

  • Procesverloop

 

De procedure bij de Commissie vindt plaats op basis van de regels uit het Reglement Geschillencommissie financiële dienstverlening (Kifid).

 

De Commissie heeft de volgende stukken gelezen:

 

  • de klachtbrief van Consument;
  • het verweerschrift van Verzekeraar;
  • de repliek van Consument;
  • de dupliek van Verzekeraar.

 

De Commissie vindt dat zij een beslissing kan nemen op basis van de informatie van partijen in die stukken en dat een mondelinge behandeling dus niet nodig is.

 

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies, wat betekent dat partijen aan de uitspraak van de Commissie gebonden zijn.

 

  • Feiten

 

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

 

    1. Consument heeft bij Verzekeraar een Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren (hierna: de Verzekering) gesloten. De toepasselijke polisvoorwaarden PP-1100-003 bepalen (hierna: de Voorwaarden) – voor zover relevant – het volgende:

 

2 Omschrijving van de dekking

Artikel 2.1 Omvang van de dekking

Deze verzekering dekt de aansprakelijkheid als burger van u en uw medeverzekerden voor schade die door toedoen van u of hen is ontstaan. Dit betekent dat deze schade door ons vergoed wordt tot een bedrag van maximaal de verzekerde som per gebeurtenis.

Wij vergoeden deze schade alleen als deze is veroorzaakt door een gebeurtenis die aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • De gebeurtenis heeft plaatsgevonden na het ingaan van de dekking.
  • Bij het sluiten van deze verzekering was niet zeker dat de gebeurtenis zou plaatsvinden.
  • De gebeurtenis heeft plaatsgevonden binnen het dekkingsgebied.

 

 

Deze dekking geldt voor alle verzekerden die volgens de wet in Nederland wonen. Hieronder leest u wat de voorwaarden voor de dekking zijn.

(…)

7 Wijziging van het risico

Artikel 7.1 Risicowijziging

Wijzingen die van belang zijn voor deze verzekering moet u zo snel als mogelijk is aan ons doorgeven. Dit moet u in ieder geval binnen twee maanden doen. Welke wijzigingen u precies moet melden, leest u hieronder.

 

Let op: U heeft niet altijd twee maanden de tijd. Als u eerder van een wijziging op de hoogte bent, moet u deze ook eerder doorgeven. Dit geldt niet als u kunt aantonen dat u niets van die wijziging wist en ook niet kon weten.

 

7.1.1 Risicowijziging dekking AVP

U moet het aan ons doorgeven:

  • als u naar het buitenland verhuist. Daaronder verstaan we ook de niet-Europese gebiedsdelen van Nederland;
  • (…)

 

 

7.1.2 Voortzetting na risicowijziging

  1. Nadat u een wijziging heeft gemeld, beoordelen wij of we uw verzekering volgens de acceptatierichtlijnen, voorwaarden en tarieven van dat moment kunnen voortzetten. Ook beoordelen wij of het nodig is de verzekering aan te passen.
  2. Als we met u afspreken om de verzekering aangepast voort te zetten, kunnen we premie en/of voorwaarden wijzigen. We passen de nieuwe premie en/of voorwaarden toe vanaf de datum waarop de risicowijziging plaatsvond.
  3. Als we het niet met elkaar eens worden over een aangepaste voortzetting van uw verzekering, laten we u weten dat we de verzekering stopzetten. De verzekering eindigt dan één maand later.

 

Uw lopende verzekering blijft geldig zolang de verzekering niet is geëindigd, en zolang we nog geen afspraken hebben gemaakt over een aangepaste voortzetting van de verzekering.

(…)

 

2.2     Bij brief van 24 april 2017 heeft Consument Verzekeraar een adreswijziging doorgegeven omdat hij naar [Naam land] was verhuisd.

 

    1. Per e-mail van 8 juni 2017 heeft Verzekeraar Consument geïnformeerd dat in verband met de verhuizing naar [Naam land] de Verzekering per 8 juli 2017 op grond van artikel 7.1.2 van de Voorwaarden wordt stopgezet.

 

    1. Per e-mail van 20 juni 2017 aan Verzekeraar heeft Consument als volgt gereageerd:

 

Naar ik begrijp heeft u de verzekering eenzijdig op te zeggen. Ik meen dat u deze opzegging zoals hier uitgevoerd niet kunt gronden op artikel 7.1.2 van de Polisvoorwaarden Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren. Voorts meen ik dat uw toepassing/interpretatie van die polisvoorwaarden, bepaling 7.1.2 strijdig is met artikel 18 VEU en de Dienstenrichtlijn maakt. Op die gronden beklaag ik mij derhalve als bedoeld in artikel 9.3 van de Polisvoorwaarden ZekerheidsPakket Particulieren.”

 

    1. Per e-mail van 10 juli 2017 heeft Verzekeraar gereageerd en is bij zijn eerdere ingenomen standpunt gebleven waarna Consument bij Kifid een klacht heeft ingediend.

 

    1. In de schriftelijke procedure bij Kifid heeft Verzekeraar bij brief van 22 december 2017 erkend dat het niet toepassen van een opzegtermijn van twee maanden gezien artikel 7:940 lid 3 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) onjuist was. Hiervoor heeft Verzekeraar zijn excuses aan Consument aangeboden met daarbij het voorstel om de eerdere opzegging als niet verzonden te beschouwen. In dat geval zou Consument wel vanaf 8 juli 2017 premie verschuldigd zijn. Verzekeraar zou dan de Verzekering op grond van artikel 7:940 lid 1 BW per contractvervaldatum 24 november 2018 beëindigen. Consument heeft met dat voorstel ingestemd waarna de Verzekering in kracht is hersteld. De verschuldigde premie is op
      10 mei 2018 door Verzekeraar ontvangen. Consument heeft zijn klacht bij Kifid evenwel gehandhaafd.

 

  • Vordering, klacht en verweer

 

 

Vordering Consument

    1. Consument vordert dat artikel 2.1 en/of 7.1.2 van de Voorwaarden onredelijk bezwarend worden verklaard.

 

Grondslagen en argumenten daarvoor

    1. Consument voert ter onderbouwing van zijn vorderingen de volgende argumenten aan.
  • Consument heeft gebruik gemaakt van zijn recht vrij op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie te reizen en te verblijven. Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie legt Verzekeraar een discriminatieverbod op ten opzichte van Consument. Consument is van mening dat de Voorwaarden van Verzekeraar dan wel zijn handelen in strijd zijn/is met het discriminatieverbod. Artikel 2.1 van de Voorwaarden sluit consumenten zoals Consument categorisch uit. Derhalve zijn de algemene voorwaarden, meer specifiek artikel 2.1 van de Voorwaarden, nietig want in strijd met de openbare orde of vernietigbaar omdat zij onredelijk bezwarend zijn.
  • Het beoordelen van het risico op aansprakelijkheid en het daarop afstemmen van de premie is eigen aan het verzekeringsbedrijf en derhalve niet relevant. Dat wetgeving lastig is voor Verzekeraar is evenmin een houtsnijdend argument om te discrimineren. Dat woonplaats wellicht een duidelijk, objectief en hanteerbaar criterium is, maakt niet dat geen sprake is van woonplaatsdiscriminatie.
  • Van opzet tot misleiding is geen sprake en derhalve bedraagt de wettelijke opzegtermijn twee maanden. Artikel 7.1.2 sub c van de Voorwaarden is in strijd met die wettelijk opzegtermijn en dus onredelijk bezwarend en vernietigbaar.

 

Verweer Verzekeraar

3.3     Verzekeraar heeft de stellingen van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan.

 

  • Beoordeling

 

 

    1. De vraag die allereerst voorligt, is of artikel 2.1 van de Voorwaarden onredelijk bezwarend is. De Commissie beantwoordt die vraag ontkennend en overweegt hiertoe als volgt.

 

    1. Volgens artikel 2.1 van de Voorwaarden dekt de aansprakelijkheidsverzekering de aansprakelijkheid voor alle verzekerden die volgens de wet in Nederland wonen. Met dat onderscheid op basis van woonplaats heeft Verzekeraar de (geografische) grenzen bepaald waarbinnen hij bereid is dekking te verlenen. Dat staat Verzekeraar in beginsel vrij. Zie
      HR 9 juni 2006, NJ 2006/326, r.o. 3.4.2. Artikel 2.1 van de Voorwaarden is een primaire dekkingsbepaling.
      Een dergelijke bepaling is geen algemene voorwaarde en kan in principe niet worden bestreden met de stelling dat die onredelijk bezwarend is. Wel kan een beroep op die primaire dekkingsbepaling onder bijzondere omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Naar het oordeel van de Commissie is van dergelijke bijzondere omstandigheden in dezen niet gebleken.

      De bepaling is niet discriminatoir. Het maken van onderscheid is niet gelijk aan discrimineren, daarvoor is nodig dat het maken van dat onderscheid niet gerechtvaardigd is. Verzekeraar heeft gemotiveerd dat hij een gerechtvaardigd belang heeft bij de bepaling. Volgens Verzekeraar kent ieder land zijn eigen aansprakelijkheidsregime en verschillen de kosten voor het afwikkelen van de aansprakelijkheidsclaims per land. Dat maakt dat het inschatten van de te lopen risico’s in de verschillende landen en het daarop afstemmen van de premie niet praktisch is en kostbaar is.

 

4.3     De vordering van Consument die ziet op de vernietiging van artikel 7.1.2 sub c van de Voorwaarden kan onbesproken blijven omdat Consument geen belang meer heeft bij dat oordeel. Verzekeraar heeft namelijk erkend dat het niet toepassen van een opzegtermijn van twee maanden in het onderhavige geval onjuist was. Zie hiervoor onder 2.6. Verzekeraar heeft de Verzekering tot de contractvervaldatum in kracht hersteld en bovendien zijn excuses aan Consument aangeboden.

 

    1. Het bovenstaande leidt tot de slotsom dat de vorderingen van Consument moeten worden afgewezen.

 

  • Beslissing

 

De Commissie wijst de vorderingen af.

 

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

 

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

 

 

 

Bekijk de volledige uitspraak