Mijn Kifid

Uitspraak 2018-748

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-748
(mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. L.P. Stapel, secretaris)

 

Klacht ontvangen op        : 6 februari 2018

Ingediend door               : Consument

Tegen                            : ASR Schadeverzekering N.V., gevestigd te Utrecht, verder te noemen Verzekeraar

Datum uitspraak             : 5 december 2018

Aard uitspraak                : Niet-bindend advies

 

Samenvatting

 

Klacht niet behandelbaar. Artikel 60 Reglement Geschillencommissie Financiële Dienstverlening. Tussen Consument en Verzekeraar bestaat geen rechtsverhouding c.q. overeenkomst. Evenmin is sprake van een voor de klacht relevante financiële dienst van Verzekeraar.

  • Procesverloop

 

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken, inclusief bijlagen:

 

  • het door Consument digitaal ingediende klachtformulier en de aanvullingen daarop;
  • het verweerschrift van Verzekeraar.

 

De Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend.

 

Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 19 november 2018 en zijn aldaar verschenen.

 

Overeenkomstig hetgeen vooraf aan partijen is medegedeeld is tijdens de hoorzitting uitsluitend de vraag behandeld of de klacht van Consument behandelbaar is. Gelet daarop beperkt deze uitspraak zich daartoe en zal de klacht van Consument niet inhoudelijk besproken worden.

 

  • Feiten

 

De Commissie gaat -voor zover relevant voor de beoordeling van de behandelbaarheid- uit van de volgende feiten.

 

    1. Consument klaagt er kort gezegd over dat Verzekeraar op onrechtmatige wijze haar persoonsgegevens heeft verwerkt.
    2. Verzekeraar stelt dat hij geen gegevens van Consument heeft geregistreerd en dat Consument geen verzekerde van hem is.
    3. Consument heeft bevestigd dat zij geen verzekerde van Verzekeraar is.

 

  • Beoordeling

    1. Nu vaststaat dat tussen Consument en Verzekerde geen rechtsrelatie bestaat, ziet de Commissie zich voor de vraag gesteld of de klacht van Consument behandelbaar is.
    2. In artikel 1 van het Reglement Geschillencommissie financiële dienstverlening (verder te noemen ‘het Reglement’) is bepaald dat Kifid klachten van consumenten over financiële diensten tegen aangeslotenen behandelt. Het begrip financiële dienst is in artikel 60 van het Reglement nader omschreven en luidt als volgt:

 

 

“a) een betaaldienst als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht.

  1. b) een financiële dienst als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht, ook indien deze wordt verleend ten aanzien van een financieel instrument of van een overeenkomst van levensverzekering met pensioenclausule.
  2. c) een andere financiële dienst die krachtens tussen een Financiële dienstverlener en een Consument geldende overeenkomst(en) aan (de Geschillencommissie bij) Kifid kan worden voorgelegd, of waarvoor een Financiële dienstverlener een Consument naar (de Geschillencommissie bij) Kifid heeft verwezen.”

 

      1. Van een situatie als bedoeld in artikel 60 van het Reglement is geen sprake, nu tussen Consument en Verzekeraar geen rechtsverhouding c.q. overeenkomst bestaat en ook overigens geen sprake is van een voor de klacht van Consument relevante financiële dienst van Verzekeraar. Om die reden is de klacht van Consument niet behandelbaar.
      2. Overigens zijn ter zitting geen argumenten naar voren gebracht die tot een ander oordeel zouden moeten leiden.
  • Beslissing

 

 

De Commissie stelt vast dat Kifid de klacht niet kan behandelen.

De uitspraak heeft de vorm van een niet-bindend advies. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. U kunt de zaak nog wel aan de rechter voorleggen.

 

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak