Mijn Kifid

Uitspraak 2018-777 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-777
(prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr.dr.drs. H.M.B. Brouwer, secretaris)

 

Klacht ontvangen op        : 16 oktober 2017

Ingediend door               : Consument

Tegen                            : Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te ‘s-Gravenhage,
verder te noemen Verzekeraar

Datum uitspraak             : 17 december 2018

Aard uitspraak                : Bindend advies

 

Samenvatting

Klacht gaat over een WIA Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Tussen partijen staat niet ter discussie dat de einddatum door Consument is bereikt op de dag dat hij 65 is geworden. In de Voorwaarden is uitdrukkelijk bepaald dat de uitkering eindigt op de eerste dag van de maand waarop verzekerde de einddatum bereikt. De vraag die dus beantwoord moet worden is of Consument, in afwijking van de bepaling in de Voorwaarden, terecht van Verzekeraar uitkering kan vorderen gedurende de twaalf maanden tussen het bereiken van de leeftijd van 65 jaar en de ingangsdatum van de AOW-uitkering. De Commissie beantwoordt deze vraag ontkennend, in lijn met haar eerdere uitspraken, zie GC 2015-208 en 2015-335. Het staat Verzekeraar vrij om de grenzen te bepalen van de risico’s waartegen hij wel en waartegen hij geen dekking wenst te verlenen. In dit geval heeft Verzekeraar in de polis de eindleeftijd bepaald op 65 jaar. Aan de hand daarvan heeft Verzekeraar zijn risico bepaald bij het aangaan van de Verzekering en is de premie vastgesteld. Het is niet gebleken dat Verzekeraar zich publiekelijk of persoonlijk in die zin heeft geuit dat Consument daaraan enige aanspraak op aanvullende uitkering zou kunnen  ontlenen. Verzekeraar heeft juist in elk jaaroverzicht uitdrukkelijk en in heldere bewoordingen gewezen op het einde van de looptijd van de uitkering aan Consument en gewaarschuwd voor de gevolgen in samenhang met de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Consument heeft naar aanleiding van de jaaroverzichten met de aankondiging van de eindtijd nooit geklaagd. Verzekeraar is niet gehouden de uitkering aan te vullen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd van Consument zoals deze heeft gevorderd.

  • Procesverloop 

 

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

 

  • het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier;
  • het verweerschrift van Verzekeraar;
  • de repliek van Consument;
  • de dupliek van Verzekeraar;
  • aanvullende informatie van Consument.

 

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

 

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

 

  • Feiten

 

 

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

 

    1. Met ingang van 1 januari 1999 heeft de ex-werkgever van Consument, [Naam Ex-werkgever] (voorheen [X] BV), verder te noemen Ex-werkgever, een collectieve WIA Arbeidsongeschiktheidspensioen verzekering, verder te noemen Verzekering, afgesloten bij Verzekeraar. Consument, geboren op 21 september 1952, is per diezelfde datum aangemerkt als verzekerde op deze Verzekering. De Verzekering is door Ex-werkgever per januari 2013 beëindigd.

 

    1. Op de Verzekering zijn van toepassing de Polisvoorwaarden AOP-Plus Polis Collectief WAO-Volgend, verder te noemen de Voorwaarden.

 

Artikel 29 van de Voorwaarden bepaalt voor zover relevant:

 

Einde van de overeenkomst/verzekering

De overeenkomst/ verzekering eindigt:

[…]

  1. op de eerste dag van de maand waarin de verzekerde de einddatum bereikt;

[…]”

 

    1. Consument is per 17 maart 2001 arbeidsongeschikt geraakt. Verzekeraar heeft hem een uitkering op grond van de Verzekering toegekend over de periode 17 maart 2002 tot en met 31 augustus 2017. De uitkering is dus geëindigd op de eerste dag van de maand waarin Consument de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, zoals in de polis is vermeld.

 

    1. Consument heeft jaarlijks een “Uitkeringsoverzicht arbeidsongeschiktheidsverzekering” ontvangen. In dit overzicht is informatie opgenomen over de hoogte en grondslag van de uitkering. Op het overzicht van 5 september 2013 staat voor zover relevant:

 

“(…)

uw uitkering eindigt uiterlijk op                                     : 01-09-2017

(…)

 

 

Gevolgen verhoging AOW leeftijd voor uw uitkering.

Voor 1 januari 2013 was de AOW-pensioengerechtigde leeftijd 65 jaar. Zoals u misschien via de media heeft vernomen heeft de overheid besloten om vanaf 1 januari 2013 deze leeftijd geleidelijk te verhogen naar 67 jaar. De overheid heeft plannen om deze leeftijd nog verder te verhogen.

Meer informatie, waaronder de ingangsdatum waarop u recht heeft op AOW, kunt u vinden op de site van de rijksoverheid:

(…)

 

U ontvangt op dit moment van ons een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Uw uitkering eindigt uiterlijk op de hierboven in de brief vermelde datum en volgt niet de verhoogde AOW-pensioengerechtigde leeftijd. U loopt hierdoor mogelijk het risico dat u in de toekomst geconfronteerd wordt met een inkomensdaling. Wij informeren u hierover om te voorkomen dat u voor verrassingen komt te staan en desgewenst uit eigen financiële middelen tijdige maatregelen kunt treffen.”

 

Op het overzicht van 18 mei 2017 staat onder meer vermeld:

 

Welke uitkering ontvangt u?

Wat ontvangt u?

U ontvangt sinds 17 maart 2002 tot uiterlijk 1 september 2017 € 46.931,80 bruto per jaar.

 

Let op

Doordat de overheid de AOW-leeftijd steeds verder verhoogt, stopt uw uitkering misschien eerder dan uw persoonlijke AOW-leeftijd.

Het is belangrijk dat u zelf nagaat wat dit voor u betekent. Raadpleeg bijvoorbeeld www.mijnpensioenoverzicht.nl wanneer uw ouderdomspensioen ingaat.”

 

    1. Bij bericht van 26 september 2017 heeft Consument bij Verzekeraar geklaagd over de beëindiging van zijn uitkering per 1 september 2017. Verzekeraar heeft daarop telefonisch gereageerd. Partijen zijn onderling niet tot een oplossing gekomen.

 

    1. Op 16 oktober 2017 heeft Consument zijn klacht bij Kifid ingediend.

 

  • Vordering, klacht en verweer

 

 

      Vordering Consument

    1. Consument vordert een aanvullende uitkering tot zijn pensioengerechtigde leeftijd, in totaal circa € 26.101,44 exclusief de in januari verhoogde premie.

 

      Grondslagen en argumenten daarvoor

    1. Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag. Verzekeraar is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van zijn verbintenissen uit de verzekeringsovereenkomst. Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan.
  • Weliswaar staat in de polis vermeld dat tot 65 jaar wordt uitgekeerd, maar ten tijde van het afsluiten van de Verzekering door Ex-werkgever, was er geen sprake van dat de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar zou worden verhoogd. Dit heeft Consument destijds ook niet kunnen voorzien. Consument mocht er als leek uitgaan dat met “65” werd bedoeld “de pensioengerechtigde leeftijd”. Dit was ook de bedoeling van Consument. Nu de pensioengerechtigde leeftijd door een wetswijziging is verhoogd, dient Verzekeraar de einddatum ook aan te passen.
  • Nu de pensioengerechtigde leeftijd voor Consument is verhoogd van 65 naar 66 jaar, moet Verzekeraar zijn uitkering voortzetten totdat Consument de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. De WAO-uitkering is immers ook verlengd en andere pensioenen keren pas uit vanaf het moment dat Consument 66 jaar is geworden ook al staat in de verzekeringsvoorwaarden de leeftijd van 65 jaar vermeld. Het is geen punt van discussie dat ook uit de polis van Verzekeraar de intentie naar voren kwam om tot de pensioengerechtigde leeftijd uit te keren. Een andere lezing brengt onrechtvaardigheid met zich mee.
  • Consument mag niet het nadeel ondervinden van een wetswijziging waardoor zijn pensioengerechtigde leeftijd omhoog is gegaan en Consument daardoor een financieel gat ondervindt. Door zijn arbeidsongeschiktheid (100%) is Consument ook niet in staat om dit financiële gat te dichten.
  • Consument is niet gewezen op de keuze voor een levenslange uitkering. Als hij hiervoor gekozen zou hebben, zou hij wel recht op uitkering hebben gehad.

 

     Verweer Verzekeraar

    1. Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd.

 

  • Het doel van de collectieve WIA arbeidsongeschiktheidspensioen verzekering is uitkering te verlenen bij arbeidsongeschiktheid en zowel deze verzekering als de uitkering eindigen bij de overeengekomen leeftijd van 65 jaar. Op basis daarvan is ook de premie berekend en doorbelast.
  • Verzekeraar kan niet inhoudelijk reageren ten aanzien van het verwijt over tegengestelde verhalen in de polis nu de polis die Consument aan zijn verwijt ten grondslag legt een lijfrenteverzekering betreft bij een andere verzekeraar. Het betreft aldus verschillende producten die niet met elkaar te vergelijken zijn.
  • Verzekeraar heeft begrip voor het onbillijkheidsgevoel dat bij Consument leeft. Er is echter geen specifieke grondslag aanwezig op basis waarvan Verzekeraar verplicht is de gevolgen van de wetswijziging ongedaan te maken. Verzekeraar is immers gebonden aan hetgeen is overeengekomen in de polis.
    Verzekeraar verwijst daarbij naar de uitspraak van de Geschillencommissie van
    11 november 2015 (nr. 2015/335) en die van de Commissie van Beroep van 10 mei 2016 (2016-013) waarin dit wordt bevestigd.
  • Consument is tijdig door Verzekeraar gewaarschuwd voor de gevolgen van de wetswijziging. Verzekeraar verwijst daarbij naar de door haar verstrekte uitkeringsoverzichten van 2013 tot en met 2017. Consument heeft zich aldus kunnen voorbereiden. Naar aanleiding van deze overzichten heeft Consument ook niet geklaagd over de eindleeftijd van 65 jaar.
  • Consument heeft niet de mogelijkheid gehad om te kiezen voor een levenslange uitkering. Dit is in lijn met het feit dat het een collectieve verzekering betrof waardoor het niet mogelijk was voor andere opties te kiezen. Verzekering heeft nooit het doel kunnen hebben om een levenslange uitkering te verlenen. Verzekeraar is gebonden aan de eindleeftijd van 65 jaar, zoals hij in de polis met Ex-werkgever is overeengekomen.

 

  • Beoordeling

 

 

    1. Tussen partijen staat niet ter discussie dat de einddatum door Consument is bereikt op de dag dat hij 65 is geworden. In de Voorwaarden is uitdrukkelijk bepaald dat de uitkering eindigt op de eerste dag van de maand waarop verzekerde de einddatum bereikt. De vraag die dus beantwoord moet worden is of Consument, in afwijking van de bepaling in de Voorwaarden, terecht van Verzekeraar uitkering kan vorderen gedurende de twaalf maanden tussen het bereiken van de leeftijd van 65 jaar en de ingangsdatum van de AOW-uitkering. De Commissie beantwoordt deze vraag ontkennend, in lijn met haar eerdere uitspraken, zie GC 2015-208 en 2015-335. Zij heeft hiertoe het volgende overwogen.

 

    1. Het staat Verzekeraar vrij om de grenzen te bepalen van de risico’s waartegen hij wel en waartegen hij geen dekking wenst te verlenen. Zie HR 9 juni 2006, NJ 2006, 326. In dit geval heeft Verzekeraar in de polis de eindleeftijd bepaald op 65 jaar. Aan de hand daarvan heeft Verzekeraar zijn risico bepaald bij het aangaan van de Verzekering en is de premie vastgesteld. Dit is hij overeengekomen met Ex-werkgever.

 

    1. Het is niet gebleken dat Verzekeraar zich publiekelijk of persoonlijk in die zin heeft geuit dat Consument daaraan enige aanspraak op aanvullende uitkering zou kunnen ontlenen. Verzekeraar heeft juist in elk jaaroverzicht uitdrukkelijk en in heldere bewoordingen gewezen op het einde van de looptijd van de uitkering aan Consument en gewaarschuwd voor de gevolgen in samenhang met de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd.

 

    1. Consument heeft naar aanleiding van de jaaroverzichten met de aankondiging van de eindtijd nooit geklaagd.

 

    1. Nu de einddatum is overeengekomen en is vastgelegd in de polis en deze bij partijen niet ter discussie staat noch voor meer dan een uitleg vatbaar is, mag Verzekeraar zich beroepen op de overeengekomen eindtijd. Verzekeraar is niet gehouden de uitkering aan te vullen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd van Consument zoals deze heeft gevorderd. Verzekeraar heeft uitgekeerd conform de Voorwaarden op basis waarvan hij verplicht was uit te keren tot de einddatum, zoals die op de polis vermeld stond. Verzekeraar is derhalve niet tekortgeschoten in de nakoming van zijn verbintenissen op basis van de Verzekering.

 

  • Beslissing

 

 

De Commissie wijst de vordering af.

 

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/in-beroep-gaan-bij-kifid.

 

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

 

 

 

 

Bekijk de volledige uitspraak