Mijn Kifid

Uitspraak 2019-039 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-039
(
mr. drs. S.F. van Merwijk, voorzitter, prof. dr. A. Buijs en J.C. Buiter en
mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris)

 

Klacht ontvangen op        : 23 oktober 2017

Ingediend door               : Consument

Tegen                            : Kapitaal Op Maat, gevestigd te Rotterdam, verder te noemen Aangeslotene

Datum uitspraak             : 21 januari 2019

Aard uitspraak                : Bindend advies

Samenvatting

Consument heeft via Aangeslotene een bedrag geïnvesteerd. Aangeslotene heeft daarbij de verplichting op zich genomen een pandrecht namens onder meer Consument te vestigen. Dat pandrecht is niet gevestigd, waardoor Aangeslotene naar het oordeel van de Commissie is tekortgeschoten jegens Consument. Vanwege deze tekortkoming is schade gevorderd, die niet betwist is. De Commissie wijst de schadevordering toe.

 

  • Procesverloop

 

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken voorzien van bijlagen:

 

  • het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier;
  • het verweerschrift van Aangeslotene;
  • de repliek van Consument;
  • de dupliek van Aangeslotene.

 

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies. De uitspraak is daardoor bindend.

 

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

 

  • Feiten

 

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

    1. Aangeslotene faciliteert een platform waarop sprake is van loan based crowdfunding aan ondernemers. Dit model houdt in dat investeerders via het crowdfundplatform van de ondernemer aflossing en rente over het geleende bedrag ontvangen.

      Aangeslotene heeft daarvoor van de Autoriteit Financiële Markten een ontheffing gekregen als bedoeld in artikel 4:3 lid 4 Wet financieel toezicht van het in artikel 4:3 lid 1 Wft bedoelde verbod werkzaamheden te verrichten ten behoeve van het van het publiek aantrekken of ter beschikking verkrijgen van opvorderbare gelden.

    2. Consument heeft via Aangeslotene in oktober 2016 een lening verstrekt aan het project “Zorgautomobiel tweede tranche”. In het projectvoorstel is onder het kopje zekerheden het volgende vermeld: “De heer [ondernemer] zal tekenen voor hoofdelijke aansprakelijkheid in prive. Een tweede pandrecht op de bedrijfsinventaris zal namens de Investeerders worden gevestigd ten gunste van de Stichting Zekerheden Kapitaal Op Maat en zal worden geregistreerd bij de belastingdienst. Hierin zullen de nieuw aan te schaffen voertuigen worden gespecificeerd, om deze te onderscheiden van de voertuigen die aan de eerste tranche zijn verpand.”
    3. Deze lening is vastgelegd in een op 8 november 2016 opgemaakte overeenkomst van geldlening, waarin drie partijen zijn benoemd. (i) De investeerders, (ii) de ondernemer, en (iii) de Stichting Zekerheden Kapitaal Op Maat. Laatstgenoemde partij heeft blijkens de overeenkomst als doelstelling de belangen te ondersteunen van de investeerders bij de nakoming door de ondernemer van de op hem of haar rustende verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst. Met het oog op die doelstelling wordt via de overeenkomst aan de stichting een zelfstandige vordering op de ondernemer verkregen die naar omvang gelijk is aan de totale vordering van de investeerders op de ondernemer. In het kader van die overeenkomst heeft de ondernemer zich verplicht pandrechten te verstrekken aan de Stichting Zekerheden Kapitaal op Maat.
    4. Op eveneens 8 november 2016 is een pandakte ondertekend, die vervolgens op
      2 december 2016 in Rotterdam is geregistreerd.

 

      1. Nadat Aangeslotene het bedrag heeft uitgekeerd aan de ondernemer is duidelijk geworden dat deze daarvoor geen voertuigen heeft aangeschaft. Vervolgens zijn betalingen aan investeerders uitgebleven.
  • Vordering, klacht en verweer

 

Vordering Consument

    1. Consument vordert financiële schade van € 889,73

 

Grondslagen en argumenten daarvoor

    1. Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag. Consument stelt dat Aangeslotene is tekortgeschoten in haar verplichtingen, die bestaan uit het behartigen van de belangen van de investeerders.
      Aangeslotene heeft in dit geval geld uitgekeerd aan de ondernemer, zonder te contoleren of het geld gebruikt werd voor de aanschaf van voertuigen. Consument stelt dat Aangeslotene pas tot uitkering had mogen overgaan nadat door Aangeslotene was vastgesteld dat de voertuigen daadwerkelijk waren aangeschaft en daarop het zekerheidsrecht tot stand gekomen was.

Verweer van Aangeslotene

    1. Aangeslotene heeft de stellingen van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan. In het bijzonder heeft Aangeslotene verwezen naar de overeenkomst van geldlening en de door haar gehanteerde algemene voorwaarden waarin is opgenomen dat het de verantwoordelijkheid van de ondernemer is dat hij de beschikbaar gestelde gelden aanwendt voor de in het projectvoorstel vermelde doeleinden.

 

  • Beoordeling

    1. De Commissie stelt vast dat de essentiële vraag is of op Aangeslotene een verplichting rustte zich er eerst van te vergewissen dat voertuigen daadwerkelijk waren aangekocht en onderdeel uitmaakten van de verpanding, voordat zij zou overgaan tot overboeking van de geïnvesteerde gelden.
    2. De Commissie stelt vast dat uit het projectvoorstel blijkt dat de voertuigen zouden worden aangekocht door de ondernemer en dat daarop door de Stichting Zekerheden Kapitaal op Maat een pandrecht zou worden gevestigd namens de investeerders. Die stichting kwalificeert als hulppersoon van Aangeslotene en heeft volgens de hierboven in overweging 2.3 bedoelde overeenkomst van geldlening als doel de belangen van investeerders te ondersteunen bij de nakoming van verplichtingen door de ondernemer. Consument mocht er naar het oordeel van de Commissie in deze omstandigheden op vertrouwen dat Aangeslotene de geldlening niet aan de ondernemer zou overmaken voordat zekerheden gevestigd zouden zijn. Doordat de geldlening door Aangeslotene aan de ondernemer is uitgekeerd, zonder dat er een gespecificeerd pandrecht tot stand was gekomen, is zij toerekenbaar tekortgeschoten in de verplichtingen die zij jegens Consument in acht te houden had.
    3. Consument heeft vanwege deze tekortkoming schade gevorderd van € 889,73,-, bestaande uit het verschil tussen zijn investering van € 1.000,- en het aan aflossingen ontvangen bedrag. Mede gelet op het feit dat aangeslotene geen verweer gevoerd tegen de hoogte van dat bedrag, stelt de Commissie de schade op het gevorderde bedrag vast.

 

 

  • Beslissing

 

De Commissie beslist dat Aangeslotene binnen vier weken na de dag waarop een afschrift van deze beslissing aan partijen is toegezonden aan Consument dient te vergoeden een bedrag van
€ 889,73.

 

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/in-beroep-gaan-bij-kifid.]

 

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak