Mijn Kifid

Uitspraak 2019-161 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-161
(mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. J.E.M. Sünnen, secretaris)

Klacht ontvangen op : 24 mei 2018
Ingediend door : Consument
Tegen : Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Rotterdam,
verder te noemen Verzekeraar.
Datum uitspraak : 5 maart 2019
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Lijfrenteverzekering, oud regime. Consument wil zijn aflopende lijfrente schenken aan zijn dochters, met de bedoeling dat de ingehouden loonheffing door hen kon worden teruggevorderd bij de belastingdienst. Consument maakt de keuze tot schenking na de einddatum van de lijfrenteverzekering met als gevolg dat zijn dochters de ingehouden loonheffing niet kunnen terugvorderen bij de belastingdienst. Consument stelt dat hij door Verzekeraar geïnformeerd had moeten worden dat hij zijn keuze voor einddatum had moeten maken, omdat per einddatum de begunstiging onherroepelijk is geworden. Hij vordert daarom de ingehouden loonbelasting bij Verzekeraar. De Commissie oordeelt dat in dit geval op Verzekeraar, als aanbieder van de verzekering, geen verplichting rust om Consument te adviseren over de bij Verzekeraar afgesloten verzekering. Voor een bij Consument persoonlijke situatie passend advies, heeft Verzekeraar Consument er tijdig op gewezen dat hij zich moet wenden tot een adviseur. De Commissie wijst de vordering van Consument af.

1. Procesverloop

1.1 De Commissie beslist op basis van haar Reglement en de door partijen bij Kifid ingediende documenten inclusief alle bijlagen: het klachtenformulier, het verweerschrift, de repliek van Consument en de dupliek van Verzekeraar.

1.2 De zaak is op 14 januari 2019 met partijen besproken. Hierbij waren beide partijen aanwezig.

1.3 Aan deze beslissing is een bijlage gehecht waarin de relevante artikelen uit de verzekeringsvoorwaarden en de wet zijn vermeld.

2. Inleiding

Waar gaat het om?
2.1 Consument heeft zijn per 1 januari 2017 aflopende lijfrente willen schenken aan zijn nog studerende dochters, met de bedoeling dat de ingehouden loonheffing door hen kon worden teruggevorderd bij de belastingdienst.
Consument schonk pas na de einddatum van de lijfrenteverzekering de netto uitkering daarvan aan zijn dochters. Verzekeraar registreert de uitkering op naam van Consument als begunstigde per de einddatum, houdt op naam van Consument loonheffing in en keert de netto uitkering uit aan de dochters. Consument is het niet eens met de wijze waarop Verzekeraar zijn wens heeft uitgevoerd. Nu de loonbelasting op zijn naam is ingehouden, hebben zijn dochters geen recht op de belastingteruggave. Daarnaast stelt Consument dat hij niet voldoende is geïnformeerd dat hij vóór de einddatum van de verzekering de begunstiging van de verzekering had moeten wijzigen. Consument vordert van Verzekeraar de ingehouden loonheffing van €8000,-.
Verzekeraar meent Consument voldoende geïnformeerd te hebben en zegt dat de opdracht van Consument is uitgevoerd zoals deze door hem is ontvangen.

Wat is er gebeurd?
2.2 Consument heeft per 1 december 1991 een lijfrenteverzekering (hierna: Verzekering) afgesloten. Op de verzekering zijn de ‘Levensverzekering voorwaarden nr. 0594’ (hierna: Voorwaarden) van toepassing. In juli 2016 en oktober 2016 heeft Verzekeraar Consument per brief de einddatum van de Verzekering, zijnde 1 januari 2017, kenbaar gemaakt. In deze brieven is de volgende zin opgenomen:

Bent u niet de begunstigde?
Het kan zijn dat u de lijfrenteverzekering niet voor uzelf heeft afgesloten, maar dat u een ander (bijvoorbeeld een partner of kind) als begunstigde heeft aangewezen. De begunstigde is degene die de uitkering ontvangt op of na de einddatum. Het is belangrijk dat hij of zij dan zelf kiest hoe en wanneer hij of zij het vrijkomende lijfrentekapitaal wilt besteden. Na de einddatum zullen we de begunstigde aanschrijven.

2.3 Met de brief van oktober 2016 heeft Verzekeraar het document ‘mijn lijfrentekapitaal komt vrij’ (hierna: Brochure) meegestuurd en Consument verzocht een keuze te maken aangaande de bestemming van het uit te keren lijfrentekapitaal. In deze brief vermeldt Verzekeraar het volgende:

(…)
Hoe geeft u uw keuze aan ons door?
Heeft u een keuze gemaakt? Geef dit dan aan op het keuzeformulier ‘Vrijkomend lijfrentekapitaal’. We verzoeken u dit formulier binnen twee weken ingevuld en ondertekend terug te sturen. (…)

In de meegestuurde Brochure is het volgende opgenomen:

4. Schenken
U kunt uw lijfrentekapitaal of lijfrente-uitkeringen ook schenken aan bijvoorbeeld uw (klein)kinderen. We raden u dan aan om vóór het bereiken van de einddatum van de verzekering contact op te nemen met een adviseur.

2.4 Consument heeft op 16 januari 2017 het keuzeformulier, samen met een begeleidende brief, aan Verzekeraar gestuurd. In de begeleidende brief schrijft Consument:

(…) In overleg met mijn accountant en de fiscalist heb ik ervoor gekozen om deze lijfrente te schenken aan mijn kinderen te weten; (…)
Ik heb hier telefonisch gesproken met mevrouw (…) van uw bedrijf en aangezien deze polis onder het oude regime valt is schenking mogelijk. Een gesprek met uw adviseur is niet meer nodig gezien het feit dat ik me al uitgebreid heb laten voorlichten door boven vermelde adviseurs. (…)

In het keuzeformulier zijn door Consument bij ‘Uw gegevens / de gegevens van de 1-ste begunstigde’ zijn eigen gegevens ingevuld. Bij het kopje ‘Mijn keuze’ is aangevinkt:
‘ik wil mijn lijfrentekapitaal schenken’. Hierbij is de uitleg gegeven: ‘de fiscale gevolgen bij schenken kunnen complex zijn. Neem daarom contact op met een adviseur. Ga verder naar keuze: ik wil een afspraak met adviseur van Nationale-Nederlanden’. Deze laatste zin is door Consument doorgestreept en vervangen door ‘N.V.T.’
Het formulier is door Consument ondertekend op 16 januari 2017.

2.5 Op 9 februari 2017 heeft Consument een specificatie van de uitkering ontvangen. Hierop is aangegeven dat van het lijfrentekapitaal van €15.411,-, €8.013,72 aan Nationale-Nederlanden is betaald, € 3.698,64 aan een van de dochters en €3.698,64 moest nog worden uitgekeerd. Dit bedrag is kort daarna aan de andere dochter uitgekeerd.
In april 2017 ontvangt Consument de jaaropgaaf op eigen naam, waaruit hem duidelijk wordt dat het bedrag van afgerond € 8014,- op zijn naam ingehouden loonheffing is. Consument vraagt Verzekeraar om verduidelijking. Verzekeraar geeft aan dat na de expiratie van de verzekering conform het verzoek van Consument is uitgekeerd.

2.6 Op 11 oktober 2017 heeft Consument zijn beklag gedaan. Op 23 oktober 2017 heeft Verzekeraar geantwoord dat Consument als begunstigde aangewezen was en dat hij zijn keuze om te schenken had gemaakt op 16 januari 2017, dus na de einddatum van de verzekering. Met het bereiken van de einddatum is de begunstiging onherroepelijk geworden. Deze kon dus niet meer worden gewijzigd.

3. Beoordeling

3.1 De Commissie ziet zich voor de vraag gesteld of Verzekeraar conform de verzekeringsvoorwaarden terecht over is gegaan tot de uitkering van het op 1 januari 2017 geëxpireerde lijfrentekapitaal, dan wel of Verzekeraar aansprakelijk is voor de (mogelijke) schade die Consument lijdt als gevolg van het feit dat hij de begunstiging niet heeft gewijzigd voor de einddatum van de Verzekering.

De maatstaf
3.2 Artikel 7:968 aanhef en onder c en d Burgerlijk Wetboek (zie bijlage) bepaalt dat de aanwijzing van een derde als begunstigde niet kan worden herroepen indien de uitkering opeisbaar wordt of dit uit de overeenkomst voortvloeit. In dit geval heeft Consument op grond van dit wetsartikel en artikel 12 (zie bijlage) van de toepasselijke Voorwaarden enkel tot de einddatum van de verzekering het recht een begunstiging te herroepen en nieuwe begunstigden aan te wijzen.

Heeft Consument voldaan aan de voorwaarden?
3.3 Consument heeft eerst op 16 januari 2017 aan Verzekeraar laten weten dat hij zijn dochters wenste aan te wijzen als begunstigden. Nu de verzekering op 1 januari 2017 is geëxpireerd, is daarmee de einddatum van de verzekering bereikt. De op die einddatum op de polis vermelde begunstiging kan dan niet meer worden gewijzigd. De uitkering komt derhalve toe aan Consument als begunstigde en niet aan zijn dochters.

Is Verzekeraar aansprakelijk voor de schade van Consument?
3.4 Consument stelt dat Verzekeraar nalatig is geweest hem voor de expiratiedatum te informeren en te adviseren over de wijziging van de begunstiging. Zo heeft Consument wel een expiratiebrief ontvangen, maar hierin is onvoldoende duidelijk gemaakt dat hij zijn keuze vóór de expiratiedatum moest maken. Dit temeer omdat de expiratiebrief zes weken voor de einddatum is ontvangen. Consument heeft daarmee onvoldoende tijd gehad om voor de einddatum zaken te regelen. Hij zegt Verzekeraar telefonisch gevraagd te hebben of er sprake is van een deadline waarmee hij rekening moest houden.

3.5 De Commissie merkt op dat in dit geval op Verzekeraar geen verplichting rust Consument te adviseren over de bij Verzekeraar afgesloten verzekering. Als aanbieder van de verzekering dient Verzekeraar Consument voldoende te informeren over de diverse kenmerken en eigenschappen van de verzekering. Voor een bij zijn persoonlijke situatie passend advies, heeft Verzekeraar Consument er tijdig op gewezen dat hij zich moet wenden tot een adviseur.

3.6 Hoewel Consument stelt dat hij regelmatig met medewerkers van Verzekeraar telefonisch contact heeft gehad, is door Verzekeraar op 19 oktober 2016 één telefoongesprek geregistreerd met Consument naar aanleiding van de expiratiebrief. Of in dit gesprek is gesproken over de keuze om het kapitaal te schenken, is onduidelijk gebleven. Daarna heeft Consument op 16 januari 2017 contact gehad met Verzekeraar, dus na de einddatum van de Verzekering toen de begunstiging inmiddels onherroepelijk was geworden.


Tevens stelt Verzekeraar dat zijn medewerkers niet gelijk kunnen worden gesteld met adviseurs. Consument is via de Brochure, meegestuurd met de expiratiebrief, gewezen op de mogelijkheid om contact op te nemen met een eigen adviseur wanneer hij zou kiezen voor het schenken van zijn lijfrentekapitaal. Consument heeft Verzekeraar, op zijn keuzebrief en -formulier, kenbaar gemaakt dat hij zijn keuze heeft besproken met een accountant en fiscalist en dat het ook daarom niet nodig was om een adviseur te raadplegen.

De Commissie is van oordeel dat Verzekeraar erop heeft kunnen vertrouwen dat Consument zijn ingediende keuze weloverwogen heeft gemaakt door daarbij een of meer adviseurs te raadplegen, namelijk zijn accountant en fiscalist. Op basis van deze informatie had Verzekeraar geen reden te twijfelen aan de opdracht van Consument en heeft hij hieraan uitvoering mogen geven als hij heeft gedaan, omdat Consument de begunstigde van het lijfrentekapitaal was.

Consument is via de winstbrief van juli 2016 en via de expiratiebrief van oktober 2016 gewezen op de einddatum van de Verzekering. Het had op de weg van Consument gelegen om tijdig vóór de einddatum zijn verzekeringsdocumenten na te kijken en eventueel contact op te nemen met zijn eigen verzekeringsadviseur, de accountant of de fiscalist, om te bezien of hij voor expiratie de begunstiging diende te wijzigen.

3.7 De conclusie is dat niet is komen vast te staan dat Verzekeraar toerekenbaar is tekortgeschoten bij de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst. De Commissie wijst de vordering van Consument daarom af.

4. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

Bijlage:

Voor zover relevant voor deze klacht:

Artikelen uit de Voorwaarden

• artikel 1 begripsomschrijvingen
begunstigde
degene aan wie het verzekerd bedrag moet worden uitbetaald

• artikel 12 wijziging begunstiging
12.1 de verzekeringnemer heeft, tot de einddatum van de verzekering danwel tot het eerdere tijdstip van overlijden van de verzekerde, het recht een andere begunstigde aan te wijzen.
12.2 de begunstigde kan de begunstiging aanvaarden onder overlegging aan de maatschappij van de schriftelijke toestemming van de verzekeringnemer.

• artikel 13 begunstiging bij uitkering
13.1 de begunstigde is de in de polis genoteerde eerste begunstigde.

Wet- en regelgeving

• Artikel 7:968 Burgerlijk Wetboek
De aanwijzing van een derde als begunstigde kan niet worden herroepen:
a. indien die derde haar heeft aanvaard;
b. indien het risico is geëindigd door het overlijden van de verzekerde
c. indien een uitkering opeisbaar wordt;
d. indien dit uit de overeenkomst voortvloeit.

Bekijk de volledige uitspraak