Mijn Kifid

Uitspraak 2019-255 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-255
(prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. J.E.M. Sünnen, secretaris)

Klacht ontvangen op : 1 augustus 2018
Ingediend door : Consument
Tegen : Unigarant N.V., gevestigd te Hoogeveen, verder te noemen Verzekeraar
Datum uitspraak : 9 april 2019
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Reisverzekering. Afschrijving van zaken. Tijdens een reis zijn de brillenglazen van Consument beschadigd geraakt. Verzekeraar biedt dekking voor deze schade en keert op basis van de van toepassing zijnde voorwaarden de dagwaarde van de schade uit door gebruik te maken van een afschrijvingslijst. Consument is het niet eens met het uitgekeerde bedrag, omdat hij van mening is dat zijn bril niet aan afschrijving onderhevig is. De Commissie wijst de vordering van Consument af, omdat de Verzekeraar een beroep heeft mogen doen op de afschrijvingslijst. Het staat Verzekeraar vrij om een dergelijke lijst te gebruiken. Onder omstandigheden kan een beroep op deze lijst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn (art. 6:248 lid 2 Burgerlijk Wetboek). Van dergelijke omstandigheden is naar het oordeel van de Commissie in dit geval niet gebleken. Verzekeraar had wellicht er goed aangedaan om de afschrijvingslijst met de Voorwaarden mee te sturen aan Consument, maar dat maakt niet dat het beroep op de lijst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Van enige verplichting tot vergoeding van de vervangingswaarde is dan ook geen sprake.

1. Waar gaat het om?

1.1 In de periode 4 november 2017 tot en met 27 november 2017 was Consument in [naam land] op vakantie. Tijdens een walvissentocht is de coating van zijn brillenglazen beschadigd geraakt door het zoute oceaanwater. De schade is vastgesteld door de opticien van Consument die zijn brillenglazen niet meer kon herstellen. De schadeclaim voor het vervangen van de brillenglazen meldde Consument bij Verzekeraar.

1.2 Verzekeraar biedt dekking voor deze schade en vergoedt de schade op basis van dagwaarde, zoals is overeengekomen in de van toepassing zijnde voorwaarden reis- en annulerings-verzekering DRAUGH (hierna: de Voorwaarden). Verzekeraar heeft aan Consument een bedrag van € 254,37 uitgekeerd, zijnde de berekende dagwaarde van de drie jaar oude bril minus het eigen risico van €50,-.

1.3 Consument is het oneens met de hoogte van de uitkering. Hij stelt dat zijn brillenglazen niet aan afschrijving onderhevig zijn, omdat hij zeer zuinig is op zijn bril.
Zijn glazen waren in perfecte staat alvorens hij op vakantie ging. Hij vordert de volledige vervangingskosten van de brillenglazen minus het eigen risico, zijnde 549,-.

2. Beoordeling

2.1 Aan de orde is de vraag of Consument recht heeft op een volledige vergoeding van de vervangingswaarde van de brillenglazen.

Wat is er afgesproken?
2.2 Bij de beoordeling van de dekking van de voorgevallen schade, gelden de Voorwaarden als uitgangspunt en staat het Verzekeraar vrij om de grenzen waarbinnen hij bereid is dekking te verlenen te bepalen (zie HR 9 juni 2006, NJ 2006, 326). In artikel 26 van de Voorwaarden is opgenomen dat Verzekeraar een schade op basis van de dagwaarde vergoedt. Voor de berekening van de dagwaarde gebruikt de Verzekeraar een afschrijvingslijst die is gepubliceerd op de website van Verzekeraar.

Kan Verzekeraar naar alle redelijkheid vasthouden aan de bepaling in de Voorwaarden?
2.3 Tussen partijen wordt niet betwist dat in de Voorwaarden is opgenomen dat de schade op basis van dagwaarde wordt uitgekeerd. Wel wordt betwist dat er voor de beschadigde brillenglazen van Consument een dagwaarde wordt toegepast. Consument stelt dat zijn brillenglazen niet aan afschrijving onderhevig zijn, gezien de zorgvuldige wijze waarmee hij zijn bril gebruikt. Verzekeraar past daarom ten onrechte zijn Voorwaarden toe op deze schade.
Gelet op deze omschrijving van Consument gaat het in deze zaak tevens om de vraag of de Verzekeraar naar alle redelijkheid kan vasthouden aan de bepaling in de Voorwaarden. Naar oordeel van de Commissie is dit het geval.

2.4 De meerderheid van producten is onderhevig aan een economische afschrijving. Dit betekent dat de meeste producten na aanschaf voor een bepaalde prijs in waarde dalen naarmate ze ouder worden. Dit zijn, afwijkend van verzamelobjecten die doorgaans in waarde stijgen, de reguliere gebruikszaken, zoals auto’s, kleding, camera’s, mobiele telefoons en ook brillen. Om de dagwaarde op een eenvoudige en duidelijke wijze te kunnen berekenen, is het gebruikelijk om afschrijvingslijsten te gebruiken als middel.

2.5 Omdat een afschrijvingslijst slechts moet worden gezien als middel, kan van deze standaardlijsten ook worden afgeweken in zowel voor- als nadeel van een verzekerde.
Dit is bijvoorbeeld van toepassing wanneer aangetoond is dat de beschadigde zaak meer of minder waard was op het moment net voor de schade, dan de standaard berekende dagwaarde in gelijke gevallen. De bewijslast ten aanzien van de meerwaarde van het product ligt in dezen bij Consument.
Hiervoor dient Consument een onderbouwde stelling in te brengen op grond waarvan de Verzekeraar onderzoek moet verrichten naar de meerwaarde van het product.
Consument voert hierbij aan dat hij zuinig was op zijn bril en daarmee zijn glazen niet aan afschrijving onderhevig waren. De Commissie is echter van oordeel dat deze stelling onvoldoende is, gezien het zuinig zijn op een bril geen afwijkende gedraging is van andere verzekerden met een bril.
Daarnaast voert Consument aan dat zijn opticien onderschrijft dat zijn brillenglazen in goede staat waren. Hoewel de opticien inderdaad een verklaring heeft afgelegd, is in deze verklaring slechts opgemerkt wat de oorzaak is van de schade en dat deze onherstelbaar is. In de verklaring is geen uitspraak gedaan over de staat van de bril, dan wel de brillenglazen.
Er is op basis van de door partijen in het geding gebrachte stukken geen enkel aanknopingspunt om af te wijken van de standaard afschrijvingslijst.

Conclusie
2.6 De Commissie betreurt het dat Consument schade heeft geleden als gevolg van het zoute water. De vordering van Consument moet evenwel worden afgewezen, omdat de Verzekeraar een beroep heeft mogen doen op de afschrijvingslijst. Het staat Verzekeraar vrij om een dergelijke lijst te gebruiken. Onder omstandigheden kan een beroep op deze lijst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn (art. 6:248 lid 2 Burgerlijk Wetboek). Van dergelijke omstandigheden is naar het oordeel van de Commissie in dit geval niet gebleken. Verzekeraar had wellicht er goed aan gedaan om de afschrijvingslijst met de Voorwaarden mee te sturen aan Consument, maar dat maakt niet dat het beroep op de lijst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Van enige verplichting tot vergoeding van de vervangingswaarde is dan ook geen sprake.

3. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/in-beroep-gaan-bij-kifid.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak