Mijn Kifid

Kifid: consument moet kunnen begrijpen hoe variabele pensioenuitkering werkt

Als consumenten een pensioenproduct met variabele uitkering kunnen afsluiten zonder advies in te winnen, dan rust op de verzekeraar als pensioenuitvoerder een zwaarwegende informatieplicht. De verzekeraar moet de consumenten zodanig informeren dat zij zelfstandig in staat zijn om dit complexe pensioenproduct te begrijpen. Verzekeraar Aegon heeft twee consumenten bij het aangaan van een variabel pensioen onvoldoende inzicht gegeven in de werking van dit beleggingspensioen, zo blijkt uit twee vandaag gepubliceerde uitspraken van de Geschillencommissie van Kifid.  

 

In beide klachtzaken gaat het over een variabele pensioenuitkering, het zogenoemde Aegon Uitkerend Beleggingspensioen. Een consument ontvangt hieruit sinds augustus 2017 een variabel pensioen en de andere consument sinds januari 2019. Bij een variabel pensioen berekent de pensioenverzekeraar jaarlijks wat de maandelijkse pensioenuitkering voor het nieuwe jaar wordt. Bij die herrekening spelen het beleggingsrendement, de projectierente en de levensverwachting een belangrijke rol. Beide consumenten hebben zich afzonderlijk bij hun pensioenverzekeraar beklaagd over de hoogte van hun pensioenuitkering in 2020. Volgens hen staat hun pensioenuitkering voor 2020 niet in verhouding tot het behaalde rendement op hun beleggingen in 2019. Daarnaast klagen de consumenten over de late en onduidelijke communicatie door de verzekeraar over de berekening van de pensioenuitkering.

 

Informatieplicht verzekeraar

De Geschillencommissie vindt dat een verzekeraar als pensioenuitvoerder een zwaarwegende zorgplicht heeft vanwege de maatschappelijke functie van een pensioenuitvoerder. Wat deze zorgplicht concreet inhoudt is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. De twee betrokken consumenten konden het pensioenproduct afsluiten zonder advies in te winnen, dus feitelijk op basis van ‘execution only’. Zij konden slechts één keer een goede keuze maken binnen het product; gemaakte keuzes kunnen daarna niet meer worden gewijzigd. Dit brengt mee dat de verzekeraar deze consumenten zodanig moet informeren dat zij zelfstandig het pensioenproduct kunnen begrijpen en de gevolgen hiervan voor de lange termijn kunnen overzien. Dit beleggingspensioen is een complex product waarbij de consument verschillende risico’s op zich neemt, die gevolgen kunnen hebben voor de hoogte van de pensioenuitkering. De Geschillencommissie constateert dat in de offerte voor het beleggingspensioen wel is vermeld welke factoren invloed hebben op de hoogte van de pensioenuitkering en wat de invloed van ieder van deze factoren is. In de informatie vooraf ontbreekt echter hoe die factoren in onderlinge samenhang de hoogte van de pensioenuitkering bepalen. Dat brengt de Geschillencommissie tot het oordeel dat de verzekeraar deze beide consumenten geen volledig inzicht heeft gegeven in de werking van dit beleggingsproduct en de daarmee samenhangende risico’s voor de hoogte van hun pensioenuitkering. De verzekeraar is tekortgeschoten in het nakomen van zijn informatieplicht.

 

Berekening pensioenuitkering juist

Beide consumenten willen kunnen vertrouwen op een juiste berekening van de pensioenuitkering door de verzekeraar. Omdat zij hieraan twijfelen, hebben zij tijdens de zitting bij Kifid aan de Geschillencommissie gevraagd om de berekening van de verzekeraar te controleren. Het controleren van de manier waarop een verzekeraar de pensioenuitkering vaststelt en berekent is een taak van de toezichthouder, niet van de Geschillencommissie, zo is in de uitspraak te lezen. Desalniettemin heeft de verzekeraar op verzoek van de Geschillencommissie de uitgangspunten voor de berekening inzichtelijk gemaakt en de berekening van de pensioenuitkering voor 2020 verstrekt. De Geschillencommissie concludeert op basis van deze informatie dat voor beide betrokken consumenten de berekening van de pensioenuitkering voor 2020 juist is.

 

Geen financieel nadeel

De consument met een pensioenuitkering sinds januari 2019 heeft aangegeven dat, ook als de verzekeraar hem vooraf wel voldoende had geïnformeerd, hij niet voor een ander pensioenproduct zou hebben gekozen. De consument met een pensioenuitkering sinds augustus 2017 stelt dat hij waarschijnlijk voor een ander pensioenproduct zou hebben gekozen, als hij vooraf beter was geïnformeerd. Voor de Geschillencommissie is onvoldoende komen vast te staan dat deze consument daadwerkelijk een ander pensioenproduct zou hebben gekozen. Dit betekent dat in beide klachtzaken van financieel nadeel geen sprake is. Gegeven het feit dat de verzekeraar toerekenbaar tekort is geschoten, gaat de Geschillencommissie ervan uit dat de verzekeraar beide consumenten tegemoet zal komen voor zover zij hun keuze voor het beleggingspensioen willen herzien en zij gebruik willen maken van door de verzekeraar doorgevoerde aanpassingen in het pensioenproduct na de ingangsdatum van hun pensioenuitkering.

 

De uitspraak GC 2022-0087 en GC 2022-0088 over de klachten van twee consumenten pensioenverzekeraar Aegon zijn bindend.

Ook interessant