Mijn Kifid

Uitspraak 2017-155 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-155
(mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. S.O.H. Bakkerus en mr. drs. S.F. van Merwijk, leden en mr. D.P. van Strien, secretaris)

Klacht ontvangen op : 30 maart 2016
Ingediend door : Consument
Tegen : De Hypothekers Associatie B.V., gevestigd te Capelle aan den IJssel,
verder te noemen Tussenpersoon
Datum uitspraak : 2 maart 2017
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Tussenpersoon heeft Consument geadviseerd zijn hypotheek om te zetten in een aflossingsvrije hypotheek. Ter aflossing van een deel van deze hypotheek is een gemengde levensverzekering afgesloten bij A. De premies voor deze levensverzekering zouden worden voldaan uit een beleggingsdepot, belegd in een mixfonds dat in beginsel uit 50% aandelen en 50% in obligaties bestaat. De Commissie ziet geen aanwijzingen dat de constructie destijds niet door een redelijk handelen en redelijk bekwaam adviseur had mogen worden geadviseerd. Consument had aan de hand van de afschriften van zijn beleggingsdepot kunnen nagaan dat dit depot, zelfs indien op de beleggingen een uitermate goed rendement behaald zou worden, onvoldoende gelden zou bevatten voor het voldoen van de jaarpremies tot aan het einde van de looptijd van de verzekering. Tussenpersoon heeft Consument ondersteund bij het treffen van een aantal betalingsregelingen met A. Daarmee heeft Tussenpersoon voldaan aan de door hem jegens Consument in acht te nemen zorgplicht. Deze zorgplicht strekt niet zo ver dat Tussenpersoon vervolgens moet nagaan of Consument een qua systematiek eenvoudige betalingsregeling nakomt. A heeft Consument vier brieven gestuurd waarin Consument is geïnformeerd over de (gevolgen van) premievrijmaking. Consument had daarmee op de hoogte moeten zijn van de mogelijke gevolgen van de premievrijmaking. Het lag op de weg van Consument om contact op te nemen met Tussenpersoon voor het vinden van een mogelijk oplossing voor de situatie die was ontstaan. Dit geldt ook voor de daaropvolgende periode, waarin Consument aan de hand van de jaarlijkse waarde overzichten kon vaststellen dat de in de verzekering opgebouwde waarde ieder jaar minder werd. De gevolgen van dit stilzitten dienen voor rekening van Consument te blijven. Niet is komen vast te staan dat Tussenpersoon toerekenbaar is tekortgeschoten bij de uitvoering van zijn advieswerkzaamheden of zijn zorgplicht heeft geschonden.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlagen;
• het verweerschrift van Tussenpersoon;
• de reactie van Consument op het verweer;
• de reactie van Tussenpersoon daarop;
• de verklaring van Consument met diens keuze voor bindend advies; en
• de ter zitting door Consument en Tussenpersoon overgelegde aanvullende bewijsstukken

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 8 december 2016 en zijn aldaar verschenen.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 In 1998 heeft Consument na inwinning van advies bij Tussenpersoon zijn hypothecaire geldlening verhoogd. Ter aflossing van een deel van het geleende bedrag zou een beleggingsverzekering worden aangewend. Deze verzekering, met de naam Verzekerd Hypotheekfonds, is Consument aangegaan bij AXA Levensverzekering N.V. (“AXA”). Polisnummer van de verzekering is [..nummer..]. Het verzekerd kapitaal bedroeg NLG 205.000 (€ 93.025).

2.2 De jaarpremie voor de levensverzekering bedroeg NLG 4.141 (€ 1.879,10) en is een aantal jaren voldaan uit een premiedepot. Dit premiedepot werd eveneens aangehouden bij AXA en was volledig belegd in het Actief Beheer NL fonds, een mixfonds dat in principe in 50% aandelen en 50% obligaties belegt.

2.3 Bij brief van 21 augustus 2007 schrijft AXA aan Tussenpersoon:
“(…)
U heeft ons gevraagd de verzekering met polisnummer [..nummer..] van uw klant [Consument] met ingang van 1 augustus 2007 aan u over te dragen. Dit is inmiddels gebeurd.
(…)”

2.4 Per brief van 6 september 2007 schrijft AXA aan Consument:
“(…)
Naar aanleiding van uw verzoek, ontvangt u hierbij de bevestiging dat wij akkoord gaan met een betalingsregeling voor uw verzekering met polisnummer [..nummer..].

Het totaal aan achterstallige premies bedraagt per heden 4.542,01 euro. De betalingsregeling die wij u bieden betekent dat u de achterstand in 6 termijnen naast de prolongatiepremie inloopt. De termijn bedragen dienen uiterlijk op de in het onderstaande overzicht vermelde datum te zijn bijgeschreven op rekeningnummer [..rekeningnummer..] ten name van AXA Leven NV te Utrecht, onder vermelding van uw polisnummer. Uiteraard blijft de automatische incasso voor de toekomstige premies doorlopen.

Termijn Bedrag Uiterste betaaldatum
1 757,01 1 oktober 2007
2 757,00 1 november 2007
3 757,00 1 december 2007
4 757,00 1 januari 2008
5 757,00 1 februari 2008
6 757,00 1 maart 2008
Totaal 4.542,01

Wij wijzen u erop dat wij het niet-nakomen van de verplichtingen aan deze betalingsregeling beschouwen als het niet-betalen van de verzekeringspremie en ook als zodanig behandelen. Dat betekent dat als u de verplichtingen niet nakomt en er onvoldoende eenheden in het polisdepot aanwezig zijn, wij uw verzekering ongeldig verklaren en u niet langer verzekerd bent voor het overlijdensrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico.
(…)”

2.5 ”Bij brief van 19 september 2007 schrijft AXA aan Consument:
“(…)

Naar aanleiding van uw verzoek, ontvangt u hierbij de bevestiging dat wij akkoord gaan met een betalingsregeling voor uw verzekering met polisnummer [..nummer..].

Het totaal aan achterstallige premies bedraagt per heden 939,69 euro. De betalingsregeling die wij u bieden betekent dat u de achterstand in 6 termijnen naast de prolongatiepremie inloopt. De termijn bedragen dienen uiterlijk op de in het onderstaande overzicht vermelde datum te zijn bijgeschreven op rekeningnummer [..rekeningnummer..] ten name van AXA Leven NV te Utrecht, onder vermelding van uw polisnummer. Uiteraard blijft de automatische incasso voor de toekomstige premies doorlopen.

Termijn Bedrag Uiterste betaaldatum
1 165,62 1 oktober 2007
2 165,62 1 november 2007
3 165,62 1 december 2007
4 165,62 1 januari 2008
5 165,62 1 februari 2008
6 165,62 1 maart 2008
Totaal 939,69

Wij wijzen u erop dat wij het niet-nakomen van de verplichtingen aan deze betalingsregeling beschouwen als het niet-betalen van de verzekeringspremie en ook als zodanig behandelen. Dat betekent dat als u de verplichtingen niet nakomt en er onvoldoende eenheden in het polisdepot aanwezig zijn, wij uw verzekering ongeldig verklaren en u niet langer verzekerd bent voor het overlijdensrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico.
(…)”

2.6 Bij brief van 19 februari 2008 schrijft AXA aan Consument:
“(…)
Enige tijd geleden zijn wij met u een betalingsregeling aangegaan. Ondanks onze voorgaande herinneringsbrieven, ben u tot nu toe deze regeling niet (volledig) nagekomen. De afgesproken betalingsregeling komt daarom te vervallen. Het huidige openstaande saldo van de polis bedraagt 1096,34 euro.

Wij stellen u voor de laatste maal in de gelegenheid de betalingsachterstand te voldoen. Graag zien wij uw betaling binnen veertien dagen, na dagtekening van deze brief, bijgeschreven op rekeningnummer [..rekeningnummer..] ten name van AXA Leven N.V. onder vermelding van uw polisnummer.

Wanneer wij uw betaling niet tijdig van u ontvangen zullen wij overgaan tot het premievrij maken van uw verzekering. Mocht de opgebouwde waarde van de verzekering niet voldoende zijn om de verzekering premievrij te maken, dan zal de verzekering worden geroyeerd.
(…)”

2.7 Bij brief van 7 mei 2008 schrijft AXA aan Consument:
“(…)
Op uw verzoek hebben wij de premie van uw verzekering met polisnummer [..nummer..] met ingang van 1 november 2007 gewijzigd.
(…)”
Uit het bijgevoegde polisblad blijkt dat vanaf 1 november 2007 geen premie meer verschuldigd is.

2.8 Bij brief van 26 juni 2015 bericht Reaal, als rechtsopvolger van AXA aan Consument:
“(…)
U heeft een beleggingsverzekering bij Reaal met polisnummer [..nummer..]. Deze verzekering heeft geen waarde meer. In deze brief leggen wij u graag uit wat dat voor u betekent.

Einde verzekering en einde overlijdensdekking
Wij moeten uw verzekering per 26 juni 2015 helaas beëindigen. U bent dan ook niet meer verzekerd voor de uitkering van een bedrag bij overlijden.
(…)”

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert betaling van een bedrag van € 93.025, zijnde het bedrag dat op einddatum van de verzekering met polisnummer [..nummer..] zou worden uitgekeerd.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag. Tussenpersoon is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van zijn verbintenissen uit de met Consument gesloten overeenkomst en heeft verzuimd de op hem rustende zorgplicht jegens Consument in acht te nemen. Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan.
• Tussenpersoon heeft Consument een hypotheekconstructie geadviseerd waar alleen voor Tussenpersoon en voor AXA financieel voordeel te behalen viel. Voor Consument is de constructie een luchtbel gebleken. Tussenpersoon had Consument een veiliger constructie, zoals een annuïteitenhypotheek, moeten adviseren.
• Tussenpersoon heeft Consument onvoldoende voorgelicht omtrent de geadviseerde hypotheek. Tot op de dag van vandaag is voor Consument niet duidelijk hoe de constructie in elkaar steekt.
• Nu de verzekering is beëindigd zijn de betaalde premies verdwenen en heeft Consument geen overlijdensrisicoverzekering meer. Deze kunnen hij en zijn vrouw op 68-jarige leeftijd ook niet meer afsluiten. Toen er nog waarde in de verzekering zat en het tij nog te keren was, had Tussenpersoon Consument moeten adviseren een andere hypotheekconstructie aan te gaan. De situatie is thans onherstelbaar en Consument staat er alleen voor bij het zoeken naar een oplossing. Indien Consument zijn oude hypotheek had gehouden, dan was deze nu afgelost. De huidige hypotheek moet 10 jaar langer doorlopen.
• Consument hoefde geen premies te betalen, deze zouden vanuit het premiedepot worden betaald. In 2007 ontving Consument ineens brieven van AXA dat sprake was van premieachterstanden. Consument heeft alle genoemde achterstanden voldaan. Hij onderbouwt deze stelling met een overzicht van de door hem verrichte betalingen. In 2008 ontving Consument een brief van AXA/Reaal dat de verzekering premievrij was gemaakt. Vanaf dat moment heeft Consument weinig meer vernomen, tot hij in oktober 2014 bericht kreeg dat hij mogelijk een restschuld aan zijn hypothecaire geldlening zou overhouden. Op dat moment heeft Consument een adviesgesprek gehad met Tussenpersoon. Deze gaf aan dat de verzekering nog wel even zou doorlopen, nu deze nog voldoende waarde bevatte. Dit bleek echter niet het geval te zijn en de verzekering is stop gezet. Tussenpersoon heeft geen uitleg gegeven over wat er nu eigenlijk gebeurd is.
• Aan Consument is nooit uitgelegd waarom hij in 2007 ineens premie moest betalen.
• In reactie op de stelling van Tussenpersoon dat Consument in 2002 van Tussenpersoon is gewijzigd, voert Consument aan dat hij vanwege een burn out in 2002 zijn financiën heeft ondergebracht bij een extern bureau. Hij was zich er op dat moment niet van bewust dat dit bureau zich heeft opgeworpen als zijn nieuwe tussenpersoon. Er is geen sprake geweest van correspondentie tussen Consument, het bureau en AXA.
• In reactie op de stelling van Tussenpersoon dat bij de premievrijmaking de dekking is komen te vervallen, voert Consument aan dat hij, noch ING Bank als hypotheekverstrekker, uit het in 2008 nieuw afgegeven polisblad hebben kunnen opmaken dat de dekking was vervallen. Bovendien meldt Reaal pas in 2015 dat de dekking is vervallen.

Verweer Tussenpersoon
3.3 Tussenpersoon heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
• Tussenpersoon heeft in 1998 Consument ondersteund bij het oversluiten en verhogen van zijn hypothecaire geldlening en bij opzetten van de constructie. In 2000 heeft Tussenpersoon Consument bijgestaan bij het afsluiten van een tweede hypotheek. Tot deze periode was geen sprake van achterstanden.
• In 2002 is Consument overgestapt naar een andere tussenpersoon.
• In 2007 heeft Consument Tussenpersoon weer benaderd voor advies. Op dat moment was sprake van achterstanden. Tussenpersoon heeft bemiddeld bij het treffen van een betalingsregeling met AXA. Nadien zijn meerdere betalingsregelingen getroffen. Consument is deze evenwel niet nagekomen, met als gevolg dat AXA de verzekering premievrij heeft gemaakt en dat de dekking is komen te vervallen.
• AXA heeft de verzekering pas premievrij gemaakt nadat er meerdere betalingsregelingen zijn getroffen, die alle niet zijn nagekomen. Consument heeft nimmer aangegeven dat het product hem nooit verkocht had mogen worden. Het aanbieden van de verzekering zoals Consument deze had, was in 1996 zeer gebruikelijk, sterker nog, zeer populair.
• Tussen 2002 en 2007 is een probleem ontstaan met de betalingen. Tussenpersoon had hier echter geen zicht op, nu de verzekering niet meer via Tussenpersoon liep. Vanaf het moment dat Consument Tussenpersoon in 2007 weer om advies heeft gevraagd, heeft Tussenpersoon zich steeds zeer bereidwillig opgesteld. Wat zich buiten het gezichtsveld van Tussenpersoon heeft afgespeeld, was echter niet meer te herstellen. Tussenpersoon heeft Consument meerdere malen om informatie gevraagd over de periode 2002-2007, maar deze heeft Tussenpersoon nimmer ontvangen.
• Tussenpersoon kan niet meer achterhalen hoe destijds precies is geadviseerd omtrent de constructie. Wel kan hij verwijzen naar wat de werkwijze was. Een premiedepot kon bij een rendement van 8% maar voor een aantal jaren worden aangewend voor de betaling van de premies. Een dergelijk depot was niet bedoeld om tot aan het einde van de looptijd van de hypotheek of verzekering de premies uit de laten voldoen.
• Consument wendde zich tot Tussenpersoon toen hij een betalingsachterstand had van ruim € 4.500. Het kan niet anders dan dat er in de jaren voorafgaand aan het ontstaan van een dermate grote betalingsachterstand, veelvuldig betalingsverzoeken en herinneringen zijn verzonden, aan Consument dan wel zijn toenmalige tussenpersoon.
• Dat Consument betalingsproblemen heeft gehad, kan Tussenpersoon niet worden verweten. Tussenpersoon heeft gehandeld zoals dat verwacht mag worden van een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur. Op Consument rust ex artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de stelplicht en bewijslast dat Tussenpersoon tekortgeschoten is ten aanzien van de advisering met betrekking tot de kenmerken van de verzekering. Hij laat zich evenwel niet over enig tekortschieten uit.
• Indien Consument van mening is dat hij geen premie verschuldigd was en iedere achterstand door hem was ingelopen en dat AXA de polis niet heeft mogen royeren, dan dient Consument zich rechtstreeks tot AXA te wenden. Dit verwijt kan niet aan het adres van Tussenpersoon worden gericht. Onjuist handelen van AXA kan niet aan Tussenpersoon worden toegerekend.
• Tussenpersoon heeft Consument na de premievrijmaking meermaals gewaarschuwd voor de consequenties daarvan.

4. Beoordeling

4.1 Consument klaagt over de advisering door Tussenpersoon ten aanzien van de afgesloten hypotheekconstructie en de begeleiding door Tussenpersoon tijdens de looptijd van de constructie en de in het kader daarvan afgesloten levensverzekering.

4.2 De tussen Consument en Tussenpersoon bestaande rechtsverhouding op grond waarvan Tussenpersoon Consument adviseert en begeleidt, moet worden gekwalificeerd als een overeenkomst van opdracht. Tussenpersoon dient op grond van artikel 7:401 van het Burgerlijk Wetboek (BW) tegenover zijn opdrachtgever (Consument) de zorg van een goed opdracht nemer in acht te nemen. Hij dient zich van zijn taak te kwijten als een redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsgenoot. Deze zorgplicht moet worden ingevuld aan de hand van de concrete omstandigheden van het individuele geval.

4.3 Consument heeft Tussenpersoon rond 1996 benaderd, waarna Tussenpersoon hem heeft geadviseerd zijn hypotheek om te zetten in een aflossingsvrije hypotheek. Ter aflossing van een deel van deze hypotheek is een beleggingsverzekering afgesloten bij (toen) AXA. De premies voor deze levensverzekering zouden worden voldaan uit een beleggingsdepot. Het beleggingsdepot was belegd in het Actief Beheer Fonds NL, een mixfonds dat in beginsel voor 50% in aandelen en 50% in obligaties wordt belegd.

4.4 Op grond van artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering rust op Consument de bewijslast van zijn stelling dat Tussenpersoon hem deze constructie niet had mogen adviseren, nu Consument zich op de rechtsgevolgen van deze stelling beroept. Consument wijst op de gevolgen die het afsluiten van de constructie voor hem hebben gehad: de verzekering is beëindigd, hij heeft geen overlijdensrisicodekking meer en de hypothecaire geldlening moet 10 jaar langer doorlopen. De Commissie is van oordeel dat deze gevolgen evenwel geen directe consequentie zijn van de initiële advisering door Tussenpersoon, maar dat deze een consequentie zijn van de latere premievrijmaking van de verzekering. Ook overigens ziet de Commissie geen aanwijzingen dat de constructie destijds niet door een redelijk handelen en redelijk bekwaam adviseur had mogen worden geadviseerd. De Commissie acht de jaarlijkse premieverplichting niet uitzonderlijk hoog en beleggingsverzekeringen waren in die jaren van hoge beurskoersen veel geadviseerde financiële producten.

4.5 Wel vraagt de Commissie zich af of Tussenpersoon de werking van het beleggingsdepot op voldoende duidelijke wijze voor Consument heeft uiteengezet, omdat Consument zich meerdere malen heeft uitgesproken over zijn verbazing toen hij in 2007 werd geconfronteerd met een premieachterstand. De Commissie is echter van oordeel dat Consument aan de hand van de afschriften van zijn beleggingsdepot had kunnen nagaan dat dit depot, zelfs indien op de beleggingen een uitermate goed rendement behaald zou worden, onvoldoende gelden zou bevatten voor het voldoen van de jaarpremies van NLG 4.141 (€ 1.879,10) tot aan het einde van de looptijd van de verzekering in 2026. Uit het door Consument overgelegde afschrift van het beleggingsdepot van 12 april 1996 blijkt dat het depot op dat moment een waarde van NLG 30.296,54 vertegenwoordigde.
Een korte rekensom wijst uit dat uit deze waarde slechts 7 keer de volledige jaarpremie kan worden voldaan.

4.6 In de periode van 2002 tot 2007 is de verzekering bij een andere tussenpersoon ondergebracht, zodat op Tussenpersoon geen verplichtingen jegens Consument rustten in verband met de verzekering. Per 1 augustus 2007 heeft Tussenpersoon de verzekering weer in beheer genomen. Tussenpersoon heeft Consument ondersteund bij het treffen van een aantal betalingsregelingen met AXA. Daarmee heeft Tussenpersoon voldaan aan de door hem jegens Consument in acht te nemen zorgplicht. Deze zorgplicht strekt naar het oordeel van de Commissie niet zo ver dat Tussenpersoon vervolgens moet nagaan of Consument een qua systematiek eenvoudige betalingsregeling nakomt.

4.7 Indien Consument van mening is dat de verzekering ten onrechte premievrij is gemaakt, moet Consument zich tot de verzekeraar wenden. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat Tussenpersoon ten aanzien van deze premievrijmaking een rol heeft gespeeld.

4.8 Per 1 november 2007 is de verzekering premievrij gemaakt. Vanaf dat moment zijn de maandelijkse premieverplichtingen uit de reeds in de verzekering opgebouwde waarde voldaan. Een verzekering blijft in een dergelijk geval bestaan tot het moment dat deze onvoldoende waarde bevat om nog aan de premieverplichtingen te voldoen. Verzekeraar heeft Consument bij brief van 7 mei 2008 van de premievrijmaking op de hoogte gesteld. Voor zover kan worden aangenomen dat op het moment van premievrijmaking op Tussenpersoon een zorgplicht rustte Consument te informeren of zelfs de waarschuwen voor de gevolgen van deze premievrijmaking, geldt naar het oordeel van de Commissie het volgende.

4.9 Voorafgaand aan de premievrijmaking gold voor Consument een betalingsregeling. AXA heeft Consument bij brief van 6 september en later van 19 september 2007 over deze betalingsregeling geïnformeerd. Daarbij heeft AXA Consument als volgt gewaarschuwd:
“Wij wijzen u erop dat wij het niet-nakomen van de verplichtingen aan deze betalingsregeling beschouwen als het niet-betalen van de verzekeringspremie en ook als zodanig behandelen. Dat betekent dat als u de verplichtingen niet nakomt en er onvoldoende eenheden in het polisdepot aanwezig zijn, wij uw verzekering ongeldig verklaren en u niet langer verzekerd bent voor het overlijdensrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico.”
Bij brief van 8 februari 2008 heeft AXA Consument erop gewezen dat hij zicht niet aan de betalingsregeling houdt en Consument nog eens in de gelegenheid gesteld het nog openstaande bedrag te voldoen. Daarbij heeft AXA Consument als volgt gewaarschuwd:
“Wanneer wij uw betaling niet tijdig van u ontvangen zullen wij overgaan tot het premievrij maken van uw verzekering. Mocht de opgebouwde waarde van de verzekering niet voldoende zijn om de verzekering premievrij te maken, dan zal de verzekering worden geroyeerd.”
Bij brief van 7 mei 2008 heeft AXA Consument bericht dat de verzekering premievrij was gemaakt, waarbij AXA heeft aangegeven dat het voorbeeldkapitaal op de einddatum van de verzekering op basis van een netto rekenrendement van 6,70% negatief zou zijn.

4.10 Na ontvangst van deze brieven had Consument op de hoogte moeten zijn van de mogelijke gevolgen van de premievrijmaking. Dat de waarschuwingen van AXA en niet van Tussenpersoon afkomstig zijn, maakt dit niet anders. Nu Consument bekend geacht moet worden te zijn geweest met de mogelijke gevolgen van de premievrijmaking, lag het ook op de weg van Consument om contact op te nemen met Tussenpersoon voor het vinden van een mogelijk oplossing voor de situatie die was ontstaan. Dit geldt ook voor de daaropvolgende periode, waarin Consument aan de hand van de jaarlijkse waarde overzichten van zijn verzekering kon vaststellen dat de in de verzekering opgebouwde waarde ieder jaar minder werd. De gevolgen van dit stilzitten dienen naar oordeel van de Commissie voor rekening van Consument te blijven.

4.11 De conclusie is dat niet is komen vast te staan dat Tussenpersoon toerekenbaar is tekortgeschoten bij de uitvoering van zijn advieswerkzaamheden en dat evenmin is komen vast te staan dat Tussenpersoon zijn zorgplicht heeft geschonden.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak