Mijn Kifid

Uitspraak 2017-749 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-749
(prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris)

Klacht ontvangen op : 13 maart 2017
Ingediend door : Consument
Tegen : ASR Schadeverzekering N.V., h.o.d.n. Europeesche Verzekeringen gevestigd te Utrecht,
verder te noemen “Verzekeraar”
Datum uitspraak : 8 november 2017
Aard uitspraak : bindend advies

Samenvatting

Consument heeft bij Verzekeraar een bootverzekering afgesloten en beklaagt zich over de door de expert toegepaste “nieuw-voor-oud” aftrek op het schadebedrag. Consument vordert dat Verzekeraar de “nieuw-voor-oud” aftrek laat vervallen door een vergoeding van een bedrag van € 949,03. In het onderhavige geval heeft Consument (nog) geen contra-expert ingeschakeld om de omvang van de schade vast te stellen, welke mogelijkheid Consument nog wel heeft. De omvang van de schade van Consument staat derhalve vooralsnog niet vast, zodat de Commissie (nog) niet toe komt aan de beoordeling van de vraag of Verzekeraar gehouden is de “nieuw-voor-oud” aftrek te laten vervallen. De Commissie wijst de vordering af.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlagen;
• het verweerschrift van Verzekeraar;
• de repliek van Consument;
• de dupliek van Verzekeraar;
• de nadere reactie van Consument.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.
2.1 Consument heeft een bootverzekering (hierna: “de verzekering”) afgesloten bij
Verzekeraar. Op het polisblad staat ten aanzien van de twee binnenboordmotoren onder meer het volgende:



2.2 Op de verzekering zijn de “Algemene Voorwaarden Bootverzekering” (hierna: “de Voorwaarden”) en de “Bijzondere Voorwaarden Casco + Bootverzekering” (hierna: “Bijzondere Voorwaarden”) van toepassing.
2.3 In de Voorwaarden is onder meer het volgende bepaald:
“Vaststellen van de waarde van de buitenboordmotor
2.7 Wij stellen de waarde van de buitenboordmotor als volgt
vast:

2.8 Als de buitenboordmotor niet ouder is dan 1 jaar: de
nieuwwaarde. Als de buitenboordmotor ouder dan 1 jaar is:
de waarde volgens de tabel hieronder.

Moment van de schade Dan is de waarde van uw buitenboordmotor
(% van de nieuwwaarde)
Het eerste jaar (na 31 100 %
december van het
bouwjaar van de
buitenboordmotor)
Het 2e jaar 85 %
Het 3e jaar 77 %
Het 4e jaar 69 %
Het 5e jaar 62 %
Het 6e jaar 55 %
Het 7e jaar 50 %
Het 8e jaar 45 %
Het 9e jaar 40 %
Het 10e jaar 37 %
Het 11e jaar 33 %
Het 12e jaar 30 %
Het 13e jaar 27 %
Het 14e jaar en verder 25 %
(…)
Schade
2.14 Is uw boot beschadigd, maar niet total loss? Dan vergoeden wij de reparatiekosten tot maximaal de waarde zoals we die hebben vastgesteld volgens de tabel in 2.1.
Bij vervanging passen wij een aftrek toe op de vervangingskosten wegens slijtage of veroudering van het vervangen onderdeel.
Wanneer uit het polisblad blijkt dat uw boot op basis van nieuwwaarde, vaste taxatie of vaste waarde is verzekerd, zal deze aftrek alleen worden toegepast voor schade aan buiskappen, (dek)zeilen en tuigage.”

2.4 In de Bijzondere Voorwaarden is –voor zover relevant- het volgende bepaald:
“5 HOE HANDELEN WIJ UW SCHADE AF?

Schadebedrag
5.1 Vindt u het vastgestelde schadebedrag te laag?
Dan mag u zelf een deskundige kiezen, die overleg moet
hebben met onze deskundige. Als deze twee deskundigen
het niet eens worden over het schadebedrag, benoemen
zij samen een derde deskundige. Die stelt de omvang van
de schade voor u en voor ons bindend vast, binnen de
grenzen van beide taxaties.
5.2 De kosten van u en uw deskundige en van de eventuele
derde deskundige vergoeden wij als u gelijk krijgt en wij
een aanvullende vergoeding betalen.”
2.5 Op 21 augustus 2016 heeft de motor van de boot van Consument schade opgelopen.
2.6 Een schade-expert heeft de schade vastgesteld op een totaalbedrag van € 16.422,98. De totale aftrek “nieuw-voor-oud” is € 949,03 (€ 784,32 ex BTW). Verzekeraar heeft Consument een bedrag van € 15.348,95 uitgekeerd.
2.7 Consument heeft zich bij Verzekeraar beklaagd over de toegepaste aftrek “nieuw-voor-oud”.
2.8 De schade-expert heeft Verzekeraar op 8 augustus 2017 een aanvullende toelichting gegeven voor de aftrek “nieuw-voor-oud”.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert dat Verzekeraar de “nieuw-voor-oud” aftrek laat vervallen door vergoeding van een bedrag van € 949,03.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de grondslag dat Verzekeraar is tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen uit de verzekeringsovereenkomst. Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan.
• Verzekeraar past ten onrechte een “nieuw-voor-oud” aftrek toe op de schadevergoeding van Consument. Artikel 2.7 en 2.8 van de Voorwaarden regelt de waarde-aftrek voor buitenboordmotoren. De boot van Consument heeft twee binnenboordmotoren. Nergens in de Voorwaarden staat dat er een waarde-aftrek is voor binnenboordmotoren. Bovendien is het in dit geval niet redelijk om een aftrek toe te passen.
• Verzekeraar stelt ten onrechte dat de motor niet behoefde te worden vernieuwd. De motor kon niet worden vernieuwd.
• Consument is er door het vervangen van de motor financieel niet op vooruit gegaan. De bruikbare onderdelen van de oude motor zijn op een gereviseerd motorblok gezet. De waarde van de boot is hierdoor niet vermeerderd. Dit blijkt ook uit het feit dat Verzekeraar de verzekerde waarde bij prolongatie van de verzekering niet heeft verhoogd.
• De vervangen motor had slechts 370 draaiuren. In de watersportwereld wordt zo’n motor als nagenoeg nieuw beschouwd. Er is dan ook geen sprake van slijtage. Het is zeer waarschijnlijk dat het gereviseerde blok meer draaiuren heeft dan het vervangen blok.
• Het gereviseerde motorblok geeft geen aanleiding een ander (voordeliger) onderhoudsschema te volgen.
• Een nieuwe of gereviseerde motor moet 20 draaiuren maken waarna de olie en het oliefilter vervangen dienen te worden. De olie levert Consument daarom geen financieel voordeel op, zodat deze aftrek ten onrechte is toegepast. In de Voorwaarden staat ook nergens dat olie wordt afgetrokken van het schadebedrag.

Verweer van Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft de stellingen van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan.

4. Beoordeling

4.1 Ter beoordeling ligt de vraag voor of Verzekeraar is tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen uit de verzekeringsovereenkomst en in het bijzonder de vraag of Verzekeraar is gehouden de “nieuw-voor-oud” aftrek te laten vervallen.
4.2 Vast staat dat partijen van mening verschillen over de omvang van de schade van Consument. Een schade-expert heeft een schadebedrag van € 15.348,95 vastgesteld waarbij een “nieuw-voor-oud” aftrek is toegepast. Consument kan zich niet met deze aftrekpost verenigen. Artikel 5.1 van de Bijzondere Voorwaarden bepaalt dat Consument in een dergelijke situatie zelf een deskundige mag kiezen die overleg moet hebben met de deskundige van Verzekeraar. In het onderhavige geval heeft Consument (nog) geen contra-expert ingeschakeld om de omvang van de schade vast te stellen, welke mogelijkheid Consument nog wel heeft. De omvang van de schade van Consument staat derhalve vooralsnog niet vast, zodat de Commissie (nog) niet toe komt aan de beoordeling van de vraag of Verzekeraar gehouden is de “nieuw-voor-oud” aftrek te laten vervallen. Artikel 5.2 van de Bijzonder Voorwaarden bepaalt voorts dat Verzekeraar de kosten van Consument en diens deskundige (en van de eventuele derde deskundige) vergoedt als hij gelijk krijgt en Verzekeraar een aanvullende vergoeding betaalt. Hierover oordeelt de Commissie als volgt.
4.3 Artikel 7:959 lid 1 BW bepaalt: “De in artikel 957 bedoelde vergoeding en de redelijke kosten tot het vaststellen van de schade gemaakt, komen ten laste van de verzekeraar, ook al zou daardoor, tezamen met de vergoeding van de schade, de verzekerde som worden overschreden.” Op grond van artikel 7:963 lid 6 BW kan – kort gezegd – niet ten nadele van de verzekeringnemer of de verzekerde van art. 7:959 lid 1 BW worden afgeweken. Naar het oordeel van de Commissie is artikel 5.2 van de Bijzondere Voorwaarden in strijd met de artikelen 7:959 BW lid 1 jo. 7:963 lid 6 BW nu de vergoeding van de kosten van Consument en de kosten van een contra-expert afhankelijk zijn van de vraag of Consument uiteindelijk gelijk krijgt en of Verzekeraar een aanvullende vergoeding uitkeert.

Dit volgt ook uit de Antwoorden Kamervragen van 17 november 2015 (Aanhangsel van de Handelingen II 2015/2016, nr. 620 behorend bij vraagnummer 2015Z19755): “Of de kosten redelijk zijn, is afhankelijk van een beoordeling van de omstandigheden van het geval. Het in algemene zin maximeren van de redelijke kosten tot een lager bedrag dan de verzekerde som is met voornoemde bepalingen niet verenigbaar. Welke kosten in een individueel geval redelijk zijn, is ter beoordeling aan de rechter.” Vgl. uitspraak GC Kifid nr. 2017-014. Mocht Consument alsnog gebruikmaken van een contra-expert dan dient Verzekeraar op grond van artikel 6:96 lid 2 BW jo. 7:959 lid 1 BW in ieder geval (ongeacht zijn gelijk en de aanvullende vergoeding) de redelijke kosten voor contra-expertise aan Consument te vergoeden.
4.4 Gelet op het voorgaande concludeert de Commissie dat vooralsnog niet is gebleken dat Verzekeraar is tekortgeschoten in de nakoming van de verzekeringsovereenkomst, zodat hij niet is gehouden de “nieuw-voor-oud” aftrek te laten vervallen.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak