Mijn Kifid

Uitspraak 2018-666 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-666
(mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. S.J.A. Koster, secretaris)

Klacht ontvangen op        : 27 december 2017

Ingediend door               : Klager

Tegen                           : Unigarant N.V., gevestigd te Hoogeveen, verder te noemen Verzekeraar

Datum uitspraak             : 23 oktober 2018

Aard uitspraak                : Bindend advies

 

Samenvatting

De Commissie oordeelt dat de klacht niet behandelbaar is omdat het niet gaat om een klacht van een ‘Consument’ in de zin van het Reglement. Door toedoen van het minderjarige kind van een derde is schade aan de auto van Klager ontstaan. De klacht van Klager richt zich tegen de aansprakelijkheidsverzerzekeraar van deze derde. Klager heeft de Financiële dienst (de aansprakelijkheidsverzekering) niet van Verzekeraar afgenomen. Evenmin ontleent Klager aan de aansprakelijkheidsverzekering een eigen vorderingsrecht jegens Verzekeraar. Dit betekent dat niet is voldaan aan de omschrijving van het Consumentbegrip zoals opgenomen in het Reglement.

 

  • Procesverloop De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

 

  • het door Klager (digitaal) ingediende klachtformulier;
  • het verweerschrift van Verzekeraar;
  • de aanvulling op het verweerschrift van Verzekeraar;
  • de repliek van Klager;
  • de dupliek van Verzekeraar;
  • de reactie van Verzekeraar d.d. 12 juli 2018;
  • de reactie van Klager d.d. 23 juli 2018;
  • de reactie van Klager d.d. 24 juli 2018.De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.De Commissie stelt vast dat de zaak op grond van de stukken kan worden beslist.
  • FeitenDe Commissie gaat uit van de volgende feiten.
    1. Op 17 mei 2017 heeft het minderjarige kind van mevrouw [naam Verzekerde] (hierna: ‘Verzekerde’) schade veroorzaakt aan de auto van Klager.
    2. Verzekerde heeft onder de naam Woonpakket Plus een aansprakelijkheidsverzekering bij Verzekeraar. Verzekerde heeft de schade gemeld bij Verzekeraar.
    3.  
    4. In de brief van 19 september 2017 heeft Verzekeraar Klager het volgende laten weten:“De expert heeft vastgesteld dat het niet aangetoond is dat de geclaimde schade afkomstig is van dit evenement.Op grond hiervan erken ik geen aansprakelijkheid en gaan wij deze schade niet in behandeling nemen.”
    5.  

 

  • Vordering, klacht en verweerVordering Klager
    1. Klager vordert van Verzekeraar een bedrag ad € 2.057,- zijnde de in het expertiserapport genoemde herstelkosten, vermeerderd met de wettelijke rente per 17 mei 2017.Grondslagen en argumenten daarvoor
    2. Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag. Verzekeraar is toerekenbaar tekortgeschoten door niet tot uitkering van de door de expert vastgestelde schade over te gaan. Klager voert hiertoe de volgende argumenten aan.

 

  • Verzekerde heeft aansprakelijkheid voor de door de expert vastgestelde schade erkend. Hiermee heeft Klager in voldoende mate aangetoond dat de door de expert vastgestelde schade veroorzaakt is door het kind van Verzekerde.
  • De klacht van Klager is wel behandelbaar door Kifid. Het betreft de particuliere belangen van Klager. Klager handelt in deze kwestie namelijk niet bedrijfsmatig. Verweer Verzekeraar

 

    1. Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
  • Klager kwalificeert niet als Klager als bedoeld van het sinds 1 april 2017 toepasselijke Reglement Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, bemiddeling en (bindend) advies (hierna: ‘het Reglement’). Klager heeft immers geen verzekeringsovereenkomst met Verzekeraar gesloten.
  • Klager moet bewijzen dat er schade is aangebracht aan de auto waarvoor Verzekerde aansprakelijk is. Klager heeft niet aangetoond dat de geclaimde schade door het kind van Verzekerde is toegebracht. De auto heeft een diversiteit aan schade die door een expert niet te herleiden is naar één en hetzelfde evenement.
    Desondanks kan wel vastgesteld worden dat het kind van Verzekerde enige schade aan de auto heeft veroorzaakt. In dit kader biedt Verzekeraar aan een bedrag ad € 500,00 te vergoeden.
  • Beoordeling 4.1     Voordat de Commissie zaak inhoudelijk beoordeelt, moet aan de hand van het sinds
    1 april 2017 toepasselijke Reglement, worden nagegaan of de Commissie de klacht wel kan behandelen. De reden daarvoor is dat de Commissie volgens artikel 1 van het Reglement alleen klachten van Consumenten over Financiële diensten tegen Financiële dienstverleners behandelt. Op grond van artikel 2.2 Reglement beëindigt de Commissie de behandeling van een klacht als blijkt dat zich een van de in het Reglement genoemde gronden voordoet of heeft voorgedaan waardoor de Klacht buiten behandeling had moeten blijven. De Commissie moet dus beoordelen of het hier gaat om een klacht van een ‘Consument’ in de zin van het Reglement. 4.2     Het begrip Consument wordt in het Reglement als volgt gedefinieerd:          “Iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen. Wordt de overeenkomst evenwel gesloten voor doeleinden die deels binnen en deels buiten in de vorige volzin genoemde activiteit van de persoon liggen (gemengde overeenkomsten) en is het oogmerk van die activiteit zo beperkt dat het binnen de algehele context van de overeenkomst niet overheerst, dan dient die persoon eveneens als Consument te worden aangemerkt.          a) een rechtspersoon waarvan de doelstelling zozeer is gericht op het particuliere belang van een of meer natuurlijke personen die aandeelhouder(s) of bestuurder(s) of lid van deze rechtspersoon zijn, dat deze als een verlengstuk van die natuurlijke persoon of personen kan worden beschouwd; voorbeelden hiervan zijn persoonlijke pensioenvennootschappen en verenigingen van eigenaars. Beslissend is of de rechtspersoon in wezen een verlenging is van de persoon van Consument in diens hoedanigheid van Consument.           c) de natuurlijke persoon die een eigen vorderingsrecht ontleent aan een overeenkomst van verzekering alsmede degene die als derde-benadeelde aan de wet een eigen recht op schadevergoeding ontleent tegen een verzekeraar. Hieronder valt niet de zogenoemde ‘directe actie’ van art. 7:954 Burgerlijk Wetboek.

 

  1. 4.4     Ook voldoet Klager niet aan de uitbreiding van het begrip Consument in het tweede deel van de definitie onder c. Consument heeft namelijk geen eigen vorderingsrecht jegens Verzekeraar op grond van de aansprakelijkheidsverzekering van Verzekerde. Klager heeft (mogelijk) alleen een aanspraak tot schadevergoeding op de Verzekerde. Op haar beurt heeft Verzekerde (mogelijk) een aanspraak tot uitkering onder de aansprakelijkheids-verzekering op Verzekeraar. Verder heeft Klager ook geen aanspraak jegens Verzekeraar op grond van enig wetsartikel.
  2. 4.3     Uit de stukken blijkt dat Klager geen contractspartij is bij de overeenkomst van aansprakelijkheidsverzekering die Verzekerde met Verzekeraar heeft gesloten. Klager heeft geen Financiële dienst (de aansprakelijkheidsverzekering) van Verzekeraar afgenomen. Dit betekent dat niet is voldaan aan het eerste deel van de omschrijving van het Consumentbegrip.
  3.           d) de natuurlijke persoon met een Privacyklacht.”
  4.           b) de deelnemer aan een pensioenregeling, zoals bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet in zijn hoedanigheid van verzekerde natuurlijke persoon van de overeenkomst van levensverzekering met pensioenclausule.
  5.           Onder het begrip Consument wordt tevens begrepen:
      1. Uit het voorgaande volgt dat de klacht van Klager niet behandelbaar is.
  • BeslissingDe Commissie verklaart de klacht niet-behandelbaar.In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

 

Bekijk de volledige uitspraak