Mijn Kifid

Uitspraak 2018-771 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-771
(
door mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus, mr. E.C. Ruinaard, leden en mr. dr. D.B. Holthinrichs, secretaris)

 

Klacht ontvangen op        : 27 mei 2017

Ingediend door               : Consument

Tegen                            : VvAA Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Utrecht, verder te noemen
Verzekeraar

Datum uitspraak             : 11 december 2018

Aard uitspraak                : Bindend advies

Samenvatting

 

Consument voert procedures in geschillen over de erfenis van zijn moeder en vader. In die procedures heeft hij zich op het standpunt gesteld dat de testamenten tot stand zijn gekomen terwijl de erflater wilsonbekwaam was. Ook wijst Consument in die procedures op de rol van zijn zus bij de totstandkoming van de testamenten. Verzekeraar stelt gezien de beweerdelijke invloed van de zus dat sprake is van samenhangende gebeurtenissen die aanleiding gaven tot meerdere aanspraken op rechtsbijstand. Daarom is volgens Verzekeraar slechts één keer het kostenmaximum van toepassing op de beide geschillen. De Commissie deelt dit standpunt niet. Daargelaten of dat tot samenhang zou kunnen leiden, is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de zus invloed heeft gehad op de testamenten van de vader en de moeder. De vordering wordt toegewezen.

 

  1. Inleiding

 

1.1      Consument voert samen met zijn oudste zus en met bijstand van een advocaat gerechtelijke procedures tegen zijn jongste zus tot nietigverklaring van de testamenten van hun overleden ouders. Voor die procedures heeft Consument een beroep gedaan op zijn rechtsbijstandverzekering bij Verzekeraar. Voor de procedures heeft de rechtsbijstanduitvoerder van Verzekeraar dekking verleend en twee dossiers aangelegd, één voor het testament van de vader en één voor het testament van de moeder.

 

1.2      Voor de beide dossiers is één keer het kostenmaximum van € 50,000,- beschikbaar gesteld. Dit kostenmaximum is al bijna bereikt.

 

1.3      Consument is het hier niet mee eens en heeft een klacht bij Kifid ingediend. Hij vindt dat er sprake is van twee aparte dekkingsmaxima.

 

1.4      De zaak is behandeld op de hoorzitting van 5 september 2018. Namens Consument was aanwezig zijn gemachtigde, de heer mr. [X]. Namens Verzekeraar waren aanwezig de heer mr. [Y] en mevrouw [M] en als gemachtigde de heer mr. [Z].

 

  • Beoordeling2.1      De Commissie zal de vordering van Consument toewijzen en legt hierna uit waarom.

 

  1. 2.7       Verzekeraar heeft tijdens de hoorzitting subsidiair gesteld, dat hij op grond van artikel 4.2 van de toepasselijke Verzekeringsvoorwaarden slechts juridische bijstand verleent als hij vindt dat er een redelijke kans is op het resultaat dat verzekerde wenst. De Commissie is van oordeel dat Verzekeraar dit voor de lopende gerechtelijke procedures te laat heeft aangevoerd en zal hieraan voorbij gaan.
  2. 2.6       Het beroep van Verzekeraar op artikel 5.4 van de Verzekeringsvoorwaarden gaat dus niet op. Dit betekent dat Consument in de dossiers van de nalatenschap van de moeder en die van vader telkens afzonderlijk aanspraak heeft op het kostenmaximum van
    € 50.000,-.
  3. 2.5       Verzekeraar heeft gesteld dat de intensieve bemoeienissen van de jongste zus bij de totstandkoming van de testamenten van de moeder en de vader moeten gelden als samenhangende gebeurtenissen in de zin van artikel 5.4.
    De Commissie is van oordeel dat, in het midden gelaten of dergelijke bemoeienissen zouden kunnen gelden als samenhangende gebeurtenissen, Verzekeraar onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de jongste zus invloed heeft uitgeoefend op de wilsbeschikkingen van de moeder in 2011 en de vader in 2012, waardoor vervolgens de aanspraken op rechtsbijstand zouden zijn ontstaan. In de gerechtelijke procedures is overwegend de wilsbekwaamheid van de moeder en de vader aan bod gekomen. In de procedure bij Kifid is niet aannemelijk geworden dat de jongste zus van Consument de wijze van totstandkoming of de inhoud van de testamenten heeft beïnvloed. Ook het feit dat beide testamenten voortkomen uit één huwelijkse gemeenschap van beide ouders maakt niet dat er sprake is van samenhangende gebeurtenissen.
  4. 2.4       De Commissie is van oordeel dat de aanspraken van Consument op rechtsbijstand in de dossiers niet voortvloeien uit één of meer samenhangende gebeurtenissen zoals bedoeld in artikel 5.4 van de Verzekeringsvoorwaarden. De moeder heeft bij haar overlijden op
    [datum] 2012 een nalatenschap achtergelaten die geregeld was bij een testament van
    1 augustus 2011. Hoewel de vader aanvankelijk een gelijkluidend testament van dezelfde datum had, gold bij zijn overlijden op [datum] 2014 een heel ander testament van
    16 augustus 2012. De gerechtelijke procedures die Consument voert gaan over de wijze van totstandkoming van deze twee niet gelijkluidende testamenten. Het gaat niet om samenhangende gebeurtenissen, want er zijn twee wilsbeschikkingen opgemaakt op verschillende data. De gerechtelijke procedures gaan telkens primair om de vraag of de erflater wilsbekwaam was ten tijde van het opmaken van het testament. Bepalend is dan dus de psychische gesteldheid van moeder op 1 augustus 2011 en van vader op
    16 augustus 2012.
  5. Als uit één of meerdere met elkaar samenhangende gebeurtenissen meerdere aanspraken op rechtsbijstand voortkomen, dan vergoedt (Verzekeraar) de kosten tot maximaal eenmaal het bedrag zoals bepaald in dit artikel”.
  6. 2.3      Verzekeraar heeft zijn standpunt dat voor de beide dossiers één kostenmaximum geldt, onderbouwd met een beroep op artikel 5.4 van de toepasselijke Verzekeringsvoorwaarden, waarin het volgende staat over de maximale vergoeding:
  7. 2.2      Tussen partijen staat niet ter discussie dat in de twee dossiers van Consument sprake is van twee afzonderlijke procedures met twee aparte aanspraken op rechtsbijstand: één voor de nalatenschap van de moeder en één voor de nalatenschap van de vader. Partijen verschillen wel van mening over de vraag of de rechtsbijstanduitvoerder van Verzekeraar voor beide dossiers een kostenmaximum van € 50.000,- ter beschikking moet stellen of dat hij kan volstaan met één kostenmaximum.
  • BeslissingDe Commissie wijst de vordering van Consument toe en bepaalt dat (de rechtsbijstanduitvoerder van) Verzekeraar gehouden is de kosten van rechtsbijstand te vergoeden tot maximaal € 50.000,- in elk dossier.In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

     

 

  1. U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.
Bekijk de volledige uitspraak