Mijn Kifid

Commissie van Beroep: rente op Flexibel Krediet ABN AMRO moet in de pas blijven met marktrente

Consumenten mogen verwachten dat de rente op hun doorlopend krediet gedurende de looptijd van dat krediet in de pas zal blijven met de relevante marktrente. Dit geldt ook voor de consument met een Flexibel Krediet van ABN AMRO, zo blijkt uit een vandaag gepubliceerde uitspraak van de Commissie van Beroep van Kifid. De bank heeft bezwaren gemaakt tegen het gebruik van de CBS- en DNB-rentereeks als referentierente. Zij heeft echter geen betere maatstaf aangedragen. De Commissie van Beroep handhaaft het gebruik van de referentie-rente uit het deskundigenrapport ‘Onderzoek referentierente doorlopend consumptief krediet’. De bank moet de door de consument verschuldigde rente gedurende de looptijd van het krediet opnieuw berekenen en per saldo te veel betaalde rente terugbetalen.

Een consument heeft bij ABN AMRO een zogenoemd Flexibel Krediet afgesloten met een kredietlimiet van 50.000 euro. De kredietvergoeding (rente) is variabel. Het krediet is op 3 mei 2010 verstrekt en 26 juni 2018 geheel afgelost. De consument heeft zich hierna bij Kifid beklaagd over de in zijn ogen te hoge rente die de bank in rekening heeft gebracht. Terwijl de marktrente daalde, is de kredietvergoeding niet verlaagd. De bank stelt dat de kredietvergoeding, variërend tussen 8,5 en 9,6 procent, marktconform was. In de beroepsprocedure stelt de bank daarnaast dat de rentereeks van De Nederlandsche Bank (DNB) en de CBS-rentereeks gecorrigeerd met 0,91 procentpunt, ongeschikt zijn als referentierente.

Redelijke verwachting

Dat de bank de rente op een doorlopend krediet eenzijdig mag wijzigen staat niet ter discussie. Volgens de bank mag zij de rente naar eigen goeddunken binnen redelijke grenzen aanpassen. Deze vrije uitleg volgt de Commissie van Beroep niet. Het is een uitleg die voor de consument niet-transparant is en die het evenwicht in rechten en plichten tussen consument en bank zou verstoren in het nadeel van de consument. Evenals in eerdere uitspraken concludeert de Commissie van Beroep dat bij een doorlopend krediet de consument redelijkerwijs mag verwachten dat het rentetarief van zijn krediet stijgt en daalt naarmate de relevante marktrente in het algemeen stijgt en daalt. Dit zou anders zijn, wanneer de bank vóór het sluiten van de kredietovereenkomst de consument heeft geïnformeerd dat het kan zijn dat de rente niet meebeweegt met de relevante marktrente, en waarom en in welke omstandigheden dat zou kunnen. De Commissie van Beroep concludeert dat in deze klachtzaak de consument dit soort informatie niet heeft ontvangen. De consument mag er op vertrouwen dat de kredietvergoeding in de pas blijft met de marktrente op doorlopend krediet voor consumenten. Overigens merkt de Commissie van Beroep op dat het op de weg van de kredietaanbieders zelf ligt om in de toekomst duidelijker te zijn over de rechten en plichten die volgen uit het wijzigingsbeding.

Referentierente wel bruikbaar

De bank heeft verschillende bezwaren gemaakt tegen de gebruikte referentierente. Deze zou geen rekening houden met risicocategorieën, ze zou niet representatief zijn, ze zou negatief uitpakken voor de bank en er zou een minimale bandbreedte van 2 procentpunt moeten gelden. De Commissie van Beroep licht toe dat de referentierente een maatstaf is om na te gaan of de rente die aan de consument in rekening is gebracht, in het verleden met de relevante marktrente heeft meebewogen. Het is ook een maatstaf waarmee kan worden begroot wat de consument te veel heeft betaald, indien de rente niet of onvoldoende heeft meebewogen met de relevante marktrente. De referentierente is het gemiddelde van vergelijkbare rentes en kenbaar uit openbare bronnen. Het verloop van het gemiddelde weerspiegelt de beweging in de relevante markt. Alles overziend en afwegend concludeert de Commissie van Beroep dat de bezwaren van de bank tegen de referentierente niet zwaarwegend genoeg zijn om deze niet te gebruiken om na te gaan of de rente op het doorlopend krediet in het verleden heeft meebewogen met de relevante marktrente. In de beroepsprocedure is hiervoor ook geen betere maatstaf aangedragen. De Commissie van Beroep bevestigt in de vandaag gepubliceerde uitspraak dus dat vanaf 1 juni 2010 als referentie de rentereeks kan worden gebruikt die De Nederlandsche Bank (DNB) publiceert. Voor de periode van 1 januari 1998 tot 1 juni 2010 dient de CBS-rentereeks te worden gebruikt, gecorrigeerd met 0,91 procentpunt.

Kredietvergoeding opnieuw berekenen

Bij het sluiten van de kredietovereenkomst is duidelijk wat het verschil is tussen de individuele kredietvergoeding en het gemiddelde rentetarief in die markt. De bank moet ervoor zorgen dat dit verschil gedurende de looptijd van het krediet niet wijzigt in het nadeel van de consument. ABN AMRO moet voor de periode vanaf 3 augustus 2010 tot 26 juni 2018 met intervallen van maximaal drie maanden het rentetarief voor het doorlopend krediet van de consument opnieuw berekenen. Daarbij geldt als uitgangspunt de DNB-rentereeks voor doorlopende kredieten voor consumenten. Wanneer uit de herberekening blijkt dat de consument meer heeft betaald dan de bank in rekening mocht brengen, dan moet de bank de te veel betaalde rente terugbetalen. Als de consument er voordeel van heeft gehad dat de rente niet steeds met de relevante marktrente heeft meebewogen, dan hoeft de bank alleen terug te betalen wat de consument per saldo te veel heeft betaald.

Deze uitspraak CvB 2021-0015 over de klacht van een consument tegen ABN AMRO is bindend. De uitspraak hangt samen met de uitspraak van de Geschillencommissie GC 2020-570, die in hoofdzaak overeind blijft.

Meer klachten

Kifid heeft nog een tiental soortgelijke klachten tegen ABN AMRO in behandeling. Bij de beoordeling van deze klachten zal de Geschillencommissie de lijn volgen zoals uiteengezet in de vandaag gepubliceerde uitspraak van de Commissie van Beroep.

Ook interessant