Mijn Kifid

2014-307 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-307
d.d. 18 augustus 2014
(mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. E.J. Heck, secretaris)

Samenvatting

Consument beklaagt zich er over dat Aangeslotene (motorrijtuigverzekeraar) bij beëindiging van een verzekering niet het juiste aantal schadevrije jaren vermeldt. Bij het sluiten van een nieuwe motorrijtuigverzekering ondervindt hij daarvan nadeel. De Commissie stelt vast dat Aangeslotene bij tussentijdse omzetting conform voorwaarden geen bonus-malus-regeling heeft toegepast en geen schadevrije jaren heeft toegekend. Aangeslotene heeft Consument daarover onvoldoende geïnformeerd. Aangeslotene biedt aan om Consument brief te sturen met daarin het aantal schadevrij jaren waarop Consument aanspraak maakt. Klacht is ten dele gegrond maar Commissie vindt aanbod Aangeslotene passend.

Consument,

tegen

Unigarant N.V., gevestigd te Hoogeveen, hierna te noemen Aangeslotene.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
– het dossier van de Ombudsman Financiële Dienstverlening;
– het verweerschrift van Aangeslotene van 7 november 2011;
– de reactie van Consument van 1 juli 2012;
– de brief van Consument van 9 december 2013.

2. Overwegingen

De Commissie heeft het volgende vastgesteld.
Tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening heeft niet tot oplossing van het geschil geleid. Beide partijen zullen het advies van de Commissie als bindend aanvaarden.
Behandeling van de klacht op stukken heeft plaatsgevonden op 6 mei 2014.

3. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten:
3.1. Consument heeft op 30 september 1996 bij Aangeslotene een autoverzekering gesloten met polisnummer [..1..]. De verzekering is in verband met de verkoop van de verzekerde auto geschorst op 29 augustus 2004. Op het moment van schorsing waren negen schadevrije jaren opgebouwd. Op 30 september 2007 is de verzekering beëindigd. Hoewel de geldigheidsduur (maximaal twee jaar na schorsing) van de opgebouwde schadevrije jaren was verstreken, heeft Aangeslotene later alsnog uit coulance per de beëindigingsdatum (30 september 2007) negen schadevrije jaren aangeboden aan Roy-data. Een royementsverklaring met negen schadevrije jaren is aan Consument verzonden.
3.2. Consument heeft op 28 mei 2003 bij Aangeslotene een motorrijwielverzekering gesloten met polisnummer [..2..]. Bij de berekening van de netto-premie is rekening gehouden met zeven schadevrije jaren die waren opgebouwd van 1996 tot 2003 in de verzekering met polisnummer [..1..].
3.3. Per 28 mei 2008 is de verzekering met polisnummer [..2..] omgezet in een ANWB Motorverzekering met polisnummer [..3..]. Bij de omzetting is rekening gehouden met de vijf schadevrije jaren die waren opgebouwd in de periode van 28 mei 2003 tot 28 mei 2008. Bij de berekening van de netto-premie werd tevens rekening gehouden met de eerder opgebouwde schadevrije jaren.
3.4. Per 28 mei 2009 is de verzekering met polisnummer [..3..] omgezet in een Oldtimerverzekering met polisnummer [..4..]. Bij gelegenheid van de omzetting zijn door Aangeslotene zes schadevrije jaren – van 28 mei 2003 tot 28 mei 2009 – aangemeld bij Roydata maar niet in aanmerking genomen bij de omzetting in de nieuwe verzekering. Tevens vond geen opbouw plaats van schadevrije jaren.
3.5. De verzekering met polisnummer [..4..] is op 27 mei 2010 geëindigd.

4. De vordering, grondslagen en verweer

4.1. Consument ondervindt schade doordat bij de totstandkoming van een nieuwe motorrijtuigverzekering in 2010 door de nieuwe verzekeraar rekening is gehouden met de zes schadevrije jaren, zoals die door Aangeslotene aan Roydata waren gemeld in 2009. Consument meent dat hij bij het sluiten van de nieuwe verzekering in 2010 aanspraak kon maken op veertien schadevrije jaren die zijn opgebouwd in de periode van 1996 tot 2010 en vordert derhalve dat Aangeslotene in Roydata alsnog melding maakt van veertien schadevrije jaren.
4.2. Deze vordering steunt kort en zakelijk op de grondslag dat Aangeslotene toerekenbaar tekort is geschoten in haar verplichtingen jegens Consument door niet het juiste aantal schadevrije jaren aan te melden in Roydata.
Aangeslotene heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
4.3. Bij de omzetting in de Oldtimerverzekering met polisnummer [..4..] in 2009 is, zoals blijkt uit de toepasselijke voorwaarden Oldtimerverzekering OLT ANA (MRP153 (01-06), geen bonus-malus-regeling van toepassing en vindt geen opbouw van schadevrije jaren plaats. Daarom heeft Aangeslotene per 28 mei 2009 een juiste melding van het aantal schadevrije jaren gedaan.

5. Beoordeling

5.1. De Commissie heeft te oordelen over de vraag of Aangeslotene jegens Consument haar verplichtingen uit de motorrijtuigverzekeringen is nagekomen, met name de vraag of Aangeslotene een correcte melding in Roydata heeft gedaan van het aantal schadevrije jaren.
5.2. De Commissie stelt vast dat Aangeslotene per de beëindigingsdatum van de verzekering met polisnummer [..1..] coulancehalve melding heeft gemaakt van negen schadevrije jaren. Omdat de geldigheidsduur van de opgebouwde schadevrije jaren inmiddels was verstreken is het aan een opvolgende verzekeraar om te besluiten om deze schadevrije jaren al dan niet in aanmerking te nemen. In ieder geval kan Aangeslotene er geen verwijt van worden gemaakt indien een opvolgende verzekeraar besluit deze schadevrije jaren niet in aanmerking te nemen.
5.3. De Commissie stelt vervolgens vast dat de toepasselijke voorwaarden van de verzekering met polisnummer [..4..] geen bepalingen bevatten waaruit volgt dat, zoals Consument meent, de verzekering een bonus-malus-regeling kent en dat daarin opbouw plaatsvindt van schadevrije jaren. Dit alles leidt tot de slotsom dat Consument niet wordt gevolgd in zijn standpunt dat hij in de opeenvolgende verzekeringen tussen 1996 en 2010 14 schadevrije jaren heeft opgebouwd. De vordering om Aangeslotenen te verplichten daarvan melding te doen in Roydata is dan ook niet toewijsbaar.
5.4. Aangeslotene heeft evenwel in een brief van 15 juni 2010 medegedeeld dat de informatieverstrekking over de bonus-malus-regeling en de opbouw van schadevrije jaren bij de totstandkoming van de desbetreffende verzekering beter had gekund. Aangeslotene heeft vervolgens in haar verweerschrift aangeboden om Consument een brief te sturen waarin Aangeslotene er melding van maakt dat Consument feitelijk geen schade heeft gereden met de Oldtimermotor tot 27 mei 2010. Deze brief kan Consument voorleggen aan zijn huidige verzekeraar.
5.6. De Commissie stelt vast dat Aangeslotene Consument er onvoldoende van op de hoogte heeft gebracht dat er voor de Oldtimer verzekering geen bonus-malusregeling van toepassing was en dat er dus geen verdere schadevrije jaren zouden worden opgebouwd. Aangeslotenen is in zoverre tekortgeschoten. Consument heeft, ondanks dat hij daartoe wel in de gelegenheid is gesteld, niet meer gereageerd op het voorstel van Aangeslotene en ook het eventueel ondervonden nadeel niet nader onderbouwd.
De Commissie is onder die omstandigheden van oordeel dat ervan moet worden uitgegaan dat Consument met het door Aangeslotene gedane voorstel voldoende zal zijn gecompenseerd. De Commissie zal dan ook bij bindend advies bepalen dat Aangeslotene aan Consument bedoelde brief dient te sturen. Nu de klacht in ieder geval ten dele gegrond is bevonden dient Aangeslotene aan Consument diens eigen bijdrage aan de behandeling van de klacht te vergoeden.

6. Beslissing

De Commissie stelt bij bindend advies vast dat Aangeslotene binnen een termijn van drie weken na de dag waarop een afschrift van deze beslissing aan partijen is verstuurd aan Consument een brief stuurt waarin Aangeslotene vermeldt dat Consument geen schade heeft gereden van 30 september 1996 tot 27 mei 2010. Het overige gevorderde wordt afgewezen. Verder dient Aangeslotene aan Consument binnen genoemde termijn diens eigen bijdrage aan de behandeling van deze klacht, zijnde € 50,-, te vergoeden.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor kifid.nl/consumenten/wie-behandelt-mijn-klacht/4#stappen-plan.

Bekijk de volledige uitspraak