Mijn Kifid

Uitspraak 2015-223

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-223
(mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars RA en mr. D.G. Rosenquist secretaris)

Klacht ontvangen op : 5 december 2014
Ingesteld door : Consument
Tegen : Agentura B.V. h.o.d.n. De Hakenberg Assurantie-Adviseurs,
gevestigd te Oldenzaal, verder te noemen Aangeslotene
Datum uitspraak : 20 juli 2015
Aard uitspraak : Niet-bindend advies

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
• het door Consument ondertekende vragenformulier, inclusief bijlagen;
• de klachtbrief van Consument, inclusief bijlagen;
• het verweerschrift van Aangeslotene;
• de aanvulling na verweer van Consument;
• de aanvullende reactie van Aangeslotene; en
• de aanvullende informatie van Consument over de door hem gestelde schade.

Partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 22 juni 2015 te Den Haag en zijn aldaar zijn verschenen.

2. Feiten

Bij de beoordeling van de klacht gaat de Commissie uit van de volgende feiten.

2.1 Consument heeft via Aangeslotene diverse verzekeringen afgesloten, waaronder een rechtsbijstandverzekering die dekking biedt voor onder meer de module ‘inkomen’. Blijkens de bij de verzekering behorende voorwaarden bood de verzekering dekking voor Consument (en diens gezinsleden) in hoedanigheid van (ex-)werknemer. Hieronder wordt blijkens diezelfde voorwaarden verstaan:

“…iemand die zijn inkomsten in loondienst of als ambtenaar verwerft of heeft verworven; u heeft eveneens dekking als u een sociale (verzekerings)uitkering of pensioen ontvangt.”

In de voorwaarden zijn voor deze module tevens specifieke uitsluitingen opgenomen:

“Naast de algemene beperkingen geldt dat geen aanspraak op rechtsbijstand kan worden gemaakt voor geschillen die te maken hebben met het uitoefenen van een vrij beroep of bedrijf door verzekerde of met een andere wijze van het verwerven van inkomsten buiten loondienst. Verder bestaat geen dekking wanneer verzekerde als bestuurder van een rechtspersoon wordt aangesproken wegens onjuist bestuur of voor geschillen die betrekking hebben op het voeren van verweer inzake aansprakelijkheidszaak van verzekerde in hoedanigheid van statutair directeur.”

2.2 Tot 2008 is Consument in loondienst geweest bij verschillende werkgevers. In 2008 is de arbeidssituatie van Consument gewijzigd, in die zin dat hij op dat moment
directeur-vennoot is geworden van ‘[naam]’. Consument heeft bij de belastingaangifte vanaf dat moment winst uit een onderneming moeten opgeven. Daarnaast heeft Consument een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten. Deze verzekering heeft Consument niet afgesloten via Aangeslotene.

Consument heeft Aangeslotene niet in kennis gesteld van de wijziging van zijn arbeidssituatie.

2.3 In 2011 heeft tussen Consument en Aangeslotene een relatiegesprek plaatsgevonden op initiatief van Aangeslotene. Aanleiding voor dit gesprek was een waardemeting van de inboedel en opstal.

Tijdens het gesprek heeft Aangeslotene een formulier met Consument doorgenomen teneinde de gegevens van Consument te verifiëren en te bepalen of Consument nog afdoende verzekerd was. Consument heeft Aangeslotene bij het nalopen van zijn personalia bovenaan het formulier gezegd dat hij directeur van [naam] geworden was, hetgeen door Aangeslotene is genoteerd achter het woord ‘manager’ dat al voor het gesprek bij het beroep van Consument op het formulier stond ingevuld.

Aangeslotene heeft Consument daarbij gevraagd naar de dekking van zijn zakelijke belangen. In reactie daarop heeft Consument laten weten dat de beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen van de dierenartsen binnen de vennootschap elders ondergebracht waren. Ook heeft Consument Aangeslotene laten weten dat zijn eigen arbeidsongeschiktheidsverzekering eveneens elders was ondergebracht.
Aangeslotene heeft op basis van de informatie die door Consument is verschaft, geconcludeerd dat de zakelijke belangen van Consument elders verzekerd waren.

2.4 In 2014 is Consument verwikkeld geraakt in een geschil met de andere vennoten. In dat kader heeft Consument verzocht om dekking onder zijn rechtsbijstandverzekering. Voor het geschil bleek geen dekking te bestaan.

3. Vordering, klacht en verweer

Klacht
3.1 Consument klaagt dat Aangeslotene haar zorgplicht geschonden heeft.

Grondslag en vordering
3.2 Ter onderbouwing van zijn klacht stelt Consument dat Aangeslotene hem had moeten adviseren een zakelijke rechtsbijstandverzekering af te sluiten. Met inachtneming hiervan vordert Consument van Aangeslotene vergoeding van de advocaatkosten die hij heeft gemaakt in het kader van het geschil met de vennoten.

Verweer
3.3 Aangeslotene heeft de volgende verweren gevoerd:
• Gedurende de relatie met Consument heeft Aangeslotene altijd alleen zorg gedragen voor de verzekering van de particuliere belangen van Consument;
• Consument heeft Aangeslotene in 2008 niet geïnformeerd over zijn gewijzigde situatie.
• Ook in het gesprek in 2011 heeft Consument Aangeslotene niet geïnformeerd over zijn gewijzigde situatie;
• In het gesprek dat op 28 mei 2011 met Consument is gevoerd, heeft Consument te kennen gegeven dat zijn zakelijke verzekeringen elders geregeld waren;
• De zorgplicht van Aangeslotene reikt niet zover dat hij zakelijke verzekeringen, die elders zijn ondergebracht, dient te controleren;
• Uit de polis en polisvoorwaarden blijkt duidelijk dat de rechtsbijstandverzekering dekking biedt voor particulieren en niet voor zelfstandigen;
• Gezien zijn functie en ervaring is Consument in staat risico’s in te schatten en de polis en bijbehorende voorwaarden te interpreteren.

4. Beoordeling

4.1 Tussen partijen staat ter discussie de vraag of Aangeslotene aan haar verplichtingen jegens Consument heeft voldaan of dat zij daarin tekortgeschoten is door na te laten hem te adviseren een zakelijke rechtsbijstandverzekering af te sluiten.

De Commissie komt, op basis van het klachtdossier en de inlichtingen die zij ter zitting heeft verkregen, tot het oordeel dat Aangeslotene niet is tekortgeschoten in haar verplichtingen jegens Consument. De Commissie overweegt daartoe als volgt.

4.2 In 2008 heeft een wezenlijke verandering plaatsgevonden in de arbeidssituatie van Consument. Die verandering heeft er in ieder geval toe geleid dat Consument:
i. vanaf dat moment in het kader van de belastingaangifte winst uit onderneming moest opgeven en
ii. een arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft afgesloten, niet via Aangeslotene, maar via een andere assurantietussenpersoon.

Hoewel daartoe gegeven de omstandigheden wél aanleiding toe bestond, heeft Consument geen melding gemaakt van zijn gewijzigde arbeidssituatie bij Aangeslotene.

4.3 Aanleiding voor het adviesgesprek in 2011 was niet de gewijzigde arbeidssituatie van Consument. Consument heeft de gewijzigde arbeidssituatie ook in dit gesprek niet uit eigen beweging aan Aangeslotene medegedeeld. De wijziging kwam aan bod omdat Aangeslotene met Consument een gegevensformulier heeft doorgenomen. Consument heeft op dat moment kennelijk gemeld dat zijn beroep ‘directeur [naam]’ was.

Consument heeft hier zelf kennelijk niet over uitgeweid, in die zin dat onbesproken is gebleven wat deze wijziging concreet inhield. In reactie op de vraag van Aangeslotene naar de verzekering van zijn zakelijke belangen heeft Consument Aangeslotene slechts geïnformeerd over de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van de dierenartsen en over zijn eigen arbeidsongeschiktheidsverzekering. Voor beide gold dat deze verzekeringen elders waren ondergebracht.

4.4 Consument heeft verzuimd Aangeslotene volledig te informeren, met inachtneming waarvan Aangeslotene gerechtvaardigd tot de conclusie kon komen dat de zakelijke belangen van Consument elders ondergebracht waren. In dat licht bestond niet de noodzaak voor Aangeslotene nadere vragen te stellen en/of Consument te adviseren een zakelijke rechtsbijstandverzekering af te sluiten.

4.5 De conclusie is dat Aangeslotene niet is tekortgeschoten in haar verplichtingen jegens Consument. Nu de aansprakelijkheid van Aangeslotene niet vaststaat, komt de Commissie niet toe aan de beoordeling van de vraag naar de eigen schuld van Consument en aan de vaststelling van de schade.

De Commissie wijst de vordering van Consument daarom af.

5. Beslissing
De Commissie wijst de vordering af.

Deze uitspraak heeft de vorm van een niet-bindend advies en staat niet in de weg aan de behandeling van de zaak hierna door de civiele rechter. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening.

Bekijk de volledige uitspraak