Mijn Kifid

Uitspraak 2015-394 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-394 d.d.
18 december 2015
(mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. J.W.H. Offerhaus en mr. drs. R. Knopper, leden en
mr. E.C. Aarts, secretaris)

Samenvatting

Geen sprake van schending van de zorgplicht door Aangeslotene. Aangeslotene heeft Consument in de hypotheekofferte uitdrukkelijk gewezen op het feit dat bij de aanbieding sprake was van een overschrijding van de CHF-verstrekkingsnormen. Te betreuren valt evenwel dat Aangesloten heeft nagelaten Consument te informeren over de reden waarom is besloten om tot overschrijding van de maximale leencapaciteit volgens de CHF over te gaan. Het voorgaande laat echter onverlet dat de Commissie van oordeel is dat Aangeslotene het gunstige inkomensperspectief van Consument heeft mogen meenemen in haar beoordeling en de normoverschrijding niet onverantwoord was. Van het verstrekken van onjuiste informatie door Aangeslotene bij het aangaan van de financieringsovereenkomst is eveneens niet gebleken. De vorderingen van Consument worden afgewezen.

Consument,

tegen

de besloten vennootschap MoneYou B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene, in deze vertegenwoordigd door de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

– het dossier van de Ombudsman Financiële Dienstverlening;
– het door Consument ondertekende klachtformulier inclusief bijlagen, ontvangen op
9 januari 2015;
– het verweerschrift van Aangeslotene;
– de repliek van Consument;
– de dupliek van Aangeslotene.

2. Overwegingen

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid en dat beide partijen het advies van de Commissie als bindend aanvaarden. Op verzoek van partijen zal de Commissie het geschil schriftelijk afdoen zoals bedoeld in artikel 37.7 van haar reglement.

3. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten:

3.1. Consument heeft in 2008 met Aangeslotene een hypothecaire geldlening (hierna: ‘geldlening’) gesloten met een hoofdsom van € 252.000,-. Deze geldlening bestaat uit twee leningdelen. Het eerste leningdeel heeft een hoofdsom van € 126.000,- en is aflossingsvrij. Het tweede leningdeel heeft eveneens een hoofdsom van € 126.000,-. In het kader van het tweede leningdeel heeft Consument een zogenoemd ‘MoneYou Spaarplan’ (hierna: ‘de Verzekering’) afgesloten bij REAAL Levensverzekeringen N.V.

3.2. In het aanvraagformulier voor de geldlening is – voor zover relevant – het volgende vermeld:

“(…)
NAW gegevens partij
Naam [X]
(…)
Geboortedatum [datum]
(…)
Dienstverband 01 loondienst fulltime vast
Dienstverband, Aanvang 15-3-2007
(…)
Jaarinkomen, Bruto Box een 42000
(…)”

3.3. In het door Consument ingevulde inventarisatieformulier is – voor zover relevant – het volgende vermeld:

“(….)
7. Situatieschets
(…)
Verwacht u de komende tijd dat uw inkomen zal
toenemen, afnemen of gelijk zal blijven? Toename

Indien u een toename verwacht. Is dit een
eenmalige (bv erfenis) of structurele Structureel
(bv partner gaat werken) toename van uw
inkomen?

Met welk bedrag (€) verwacht u dat het
maandelijks gezinsinkomen zal toenemen? 800
(…)”

3.4. In de hypotheekofferte van 31 maart 2008, welke door Consument voor akkoord is ondertekend, is – voor zover relevant – het volgende vermeld:

“(…)
Conform de normen over de bepaling van de leencapaciteit van consumenten, welke zijn opgenomen in artikel 6 van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen, kunt u een maximaal bedrag lenen. De door u aangevraagde lening is echter hoger dan op basis van deze normen verstrekt zou kunnen worden. Dit kan gevolgen hebben voor de betaalbaarheid van uw hypotheeklast. In bijzondere gevallen is het toegestaan om meer te verstrekken dan op basis van de maximale leencapaciteit mogelijk is. In uw geval zijn wij bereid u om bovengenoemde lening te verstrekken.
(…)
Acceptatieverklaring
De ondergetekende [X]
(….)
– verklaart dat door MoneYou bv bij de totstandkoming van deze offerte niet is geadviseerd
(…)
Door ondertekening van deze offerte verklaart u dat de financier u heeft gewezen op de overschrijding ten aanzien van de normen inzake de leencapaciteit van de Gedragscode Hypothecaire Financiers en dat u de daaraan verbonden risico’s begrijpt en accepteert.
(…)”

3.5. In een document van Aangeslotene dat is aangemaakt op 12 juni 2008 is – voor zover relevant – het volgende vermeld:

“(…)
De maximale leencapaciteit van de aanvrager(s) berekend volgens de normen van de Gedragscode en van de financier. Bij de berekening van maximale leencapaciteit volgens de Gedragscode is uitgegaan van de geldende toetsrente, woonquotes en het maximum inkomen uit vermogen van het Contact Orgaan Hypothecair Financiers voor zover deze in onderhavige aanvraag van toepassing zijn.

Maximale leencapaciteit volgens Gedragscode € 205331.00

Maximale leencapaciteit volgens financier € 255865.00

In onderhavige aanvraag is besloten om tot een overschrijding van de maximale leencapaciteit volgens de Gedragscode over te gaan. De motivatie hiervan is:

Het inkomensperspectief van aanvrager(s) is goed waardoor de LTI op termijn zeer acceptabel is en geen andere belangrijke risicofactoren aanwezig zijn.

De aanvrager is geïnformeerd over de overschrijding en de risico’s die daaraan verbonden zijn. Aanvrager heef in de acceptatieverklaring aangegeven deze risico’s te accepteren.
(…)”

3.6. In 2013 zijn er betalingsachterstanden ontstaan ten aanzien van de geldlening.

4. De vordering en grondslagen

4.1. Consument vordert dat Aangeslotene wordt veroordeeld tot het in mindering brengen van het betaalde bedrag aan rente over het deel van de geldlening dat uitstijgt boven de toegestane verstrekking op de openstaande schuld. Daarnaast vordert Consument dat Aangeslotene de rente van het aflossingsvrije deel van de geldlening wijzigt in een variabele rente.
4.2. Aan zijn vordering legt Consument ten grondslag dat Aangeslotene de op haar rustende zorgplicht heeft geschonden door:
1) Consument een hogere geldlening te verstrekken dan gelet op zijn financiële positie passend was. Consument stelt dat hij niet op de hoogte was van de normen van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (hierna: ‘GHF’) en van het feit dat de maximale leencapaciteit was overschreden. Voorts verwijt Consument Aangeslotene dat zij niet dan wel onvoldoende heeft onderbouwd waarom er tot een overschrijding van de maximale leencapaciteit volgens de GHF is besloten.
2) Consument ten tijde van het afsluiten van de geldlening niet te informeren over en te waarschuwen voor het feit dat (een deel van) de premie van de Verzekering werd belegd en dat er geen sprake was van een gegarandeerd eindkapitaal.

4.3. Aangeslotene heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:

– Consument is niet door Aangeslotene geadviseerd bij de totstandkoming van de overeenkomst, zulks blijkt ook uit de hypotheekofferte. Op Aangeslotene rustte enkel de plicht Consument van juiste, volledige en niet misleidende informatie te voorzien op basis waarvan Consument weloverwogen het besluit tot afname van de geldlening kon nemen. Aan deze informatieplicht heeft Aangeslotene voldaan. Het had op de weg van Consument gelegen om, indien hij niet bekend was met de eigenschappen en risico’s van de geldlening, zich bij te laten staan door een adviseur, nadere vragen aan Aangeslotene te stellen dan wel de geldlening niet af te nemen.
– Aangeslotene heeft Consument in de hypotheekofferte gewezen op de overschrijding van de GHF-norm. Door ondertekeningen van de hypotheekofferte heeft Consument verklaard de aan de overschrijding verbonden risico’s te begrijpen en te accepteren. Aangeslotene mocht er, gelet op de leeftijd van Consument, redelijkerwijs van uitgaan dat zijn financiële situatie in de toekomst eerder zou verbeteren, dan verslechteren. Gemiddeld neemt het inkomen van een werkend persoon toe naarmate de carrière vordert. Dat de financiële situatie van Consument na het verstrekken van de geldlening is verslechterd, waardoor hij niet kon voldoen aan de op hem uit hoofde van de overeenkomst rustende verplichting, is spijtig maar kan Aangeslotene niet worden verweten.
– De door Consument gesloten Verzekering betreft een gemengde levensverzekering met een verzekerd kapitaal van € 126.000,-. De premie minus de premie voor overlijdensrisicodekking wordt belegd. Over de ingelegde premie wordt door de verzekeraar een, aan het rentepercentage van de geldlening gekoppeld, rentepercentage vergoed. In de offerte van de geldlening wordt vele malen verwezen naar de tezamen met de geldlening te sluiten Verzekering. Van Consument mocht worden verwacht dat hij moeite zou betrachten de eigenschappen en risico’s van de hem geoffreerde financiële producten te begrijpen. Consument heeft dit ook als zodanig aan Aangeslotene verklaard. Het had op de weg van Consument gelegen nadere vragen omtrent de Verzekering te stellen aan Aangeslotene dan wel Reaal Levensverzekeringen alvorens tot ondertekening van de offerte over te gaan.

5. Beoordeling

5.1. Ter beoordeling ligt de vraag voor of Aangeslotene jegens Consument de op haar, als professioneel dienstverlener, rustende zorgplicht heeft geschonden.

Overkreditering
5.2. Consument meent allereerst dat Aangeslotene de op haar rustende zorgplicht heeft geschonden door hem een hogere geldlening te verstrekken dan gelet op zijn financiële positie passend was. De Commissie overweegt hieromtrent als volgt.

5.3. Tussen partijen staat niet ter discussie dat er sprake is van een overschrijding van de verstrekkingsnormen zoals vastgesteld in de GHF. De Commissie verwerpt de stelling van Consument dat hij hiervan ten tijde van het aangaan van de geldlening niet op de hoogte was. Aangeslotene heeft Consument in de hypotheekofferte uitdrukkelijk gewezen op het feit dat bij de aanbieding sprake was van een overschrijding van de GHF- verstrekkingsnormen. De vraag of Consument ook nog mondeling op die vermelding is gewezen kan in het midden blijven nu verwacht mag worden dat Consument de overeenkomst nauwkeurig leest en derhalve van de overschrijding heeft kennisgenomen. Niet gebleken is dan ook dat Aangeslotene op dit punt onjuist heeft gehandeld.

5.4. Naar het oordeel van de Commissie valt evenwel te betreuren dat Aangeslotene heeft nagelaten Consument uitdrukkelijk te informeren over de reden waarom is besloten om tot overschrijding van de maximale leencapaciteit volgens de GHF over te gaan. In het document dat door Aangeslotene is aangemaakt op 12 juni 2008 is weliswaar vermeld dat de reden voor deze beslissing is dat het inkomensperspectief van de aanvrager(s) goed is, echter niet gebleken is dat Consument van deze motivering op de hoogte is gesteld.

5.5. Het voorgaande laat echter onverlet dat de Commissie het, mede gelet op de jonge leeftijd van Consument en de realiteit van dergelijke toekomstverwachtingen, geen onredelijke veronderstelling achtte dat het inkomen van Consument zou stijgen. Temeer nu Consument in het inventarisatieformulier heeft aangegeven dat hij verwachtte dat zijn inkomen in de komende tijd zou toenemen met een bedrag van € 800,- per maand. Alle omstandigheden meewegend is de Commissie van oordeel dat Aangeslotene het gunstige inkomensperspectief van Consument heeft mogen meenemen in haar beoordeling en de normoverschrijding niet onverantwoord was. Dat de normoverschrijding niet onverantwoord was wordt bevestigd door het feit dat Consument de eerste jaren zonder problemen aan zijn verplichtingen uit hoofde van de geldlening heeft kunnen voldoen. Dat Consument vervolgens andere schulden is aangegaan, waardoor hij in financiële problemen is geraakt en uiteindelijk niet meer aan zijn verplichtingen kon voldoen, is een vervelende omstandigheid, maar is geen reden om te veronderstellen dat Aangeslotene enig verwijt kan worden gemaakt.

Verzekering
5.6. Consument verwijt Aangeslotene voorts dat zij haar zorgplicht heeft geschonden door hem ten tijde van het afsluiten van de geldlening niet te informeren over en te waarschuwen voor het feit dat (een deel van) de premie van de Verzekering werd belegd en dat er geen sprake was van een gegarandeerd eindkapitaal. De Commissie overweegt hieromtrent als volgt.

5.7. Naar de Commissie begrijpt betreft het tweede leningdeel (met nummer [nr.1]) een zogenoemde ‘Spaarhypotheek’. In het kader hiervan heeft Consument een ‘MoneYou Spaarplan’ (welke hiervoor is aangeduid als ‘de Verzekering’) afgesloten. Kenmerk van deze verzekeringsvorm is dat of bij in leven zijn van de verzekerde op de einddatum of bij overlijden van de verzekerde voor deze datum een gegarandeerd kapitaal – gelijk aan de hoogte van de (deel)lening – tot uitkering komt. Consument heeft met deze hypotheekvorm dan ook de garantie dat de (deel)lening aan het einde van de looptijd volledig wordt afgelost. De hoogte van de te betalen premie is voorts afhankelijk van de ontwikkeling van de hypotheekrente. Hoewel (een gedeelte van) de premie wordt belegd, bestaat er op grond van hetgeen hiervoor is overwogen voor Consument geen beleggingsrisico.

Slotsom
5.8. Gelet op het voorgaande concludeert de Commissie dat Aangeslotene niet is tekortgeschoten in haar zorgplicht en dat de vorderingen van Consument dienen te worden afgewezen. Alle overige door partijen ingebrachte stellingen en argumenten kunnen niet tot een ander oordeel leiden en zullen derhalve onbesproken blijven.

6. Beslissing

De Commissie stelt bij bindend advies vast dat de vorderingen van Consument worden afgewezen.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor
Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld

Bekijk de volledige uitspraak