Mijn Kifid

Uitspraak 2016-082 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-082
(prof. mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. M.L. Hendrikse en drs. W. Dullemond, leden en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Klacht ontvangen op : 4 maart 2015
Ingesteld door : Consument
Tegen : Anker Verzekeringen N.V., gevestigd te Groningen, verder te noemen
Verzekeraar
Datum uitspraak : 22 februari 2016
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Consument klaagt dat Verzekeraar zijn verzoek tot vergoeding van de kosten voor rechtsbijstand heeft afgewezen. Verzekeraar heeft reeds eerder de maximale kosten voor bijstand door een gemachtigde vergoed naar aanleiding van een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de rechtbank. Na ontbinding van de arbeidsovereenkomst is Consument een procedure gestart tegen zijn voormalige werkgever in verband met de aanspraken die hij meende te maken op loon, een bonus en pensioentoezeggingen. De Commissie is van oordeel dat Verzekeraar het standpunt van Consument onvoldoende betwist. Verzekeraar verwijst naar de bepaling in de Algemene Voorwaarden waarin staat dat een reeks van geschillen die uit dezelfde gebeurtenis zijn ontstaan als één geschil moeten worden beschouwd. Hij miskent daarbij dat de Algemene Voorwaarden de maximumdekking niet verbinden aan het begrip ‘geschil’ maar aan het begrip ‘gebeurtenis’. De Algemene Voorwaarden zijn onvoldoende duidelijk waar het gaat om de toepassing van de maximumdekking op een reeks van gebeurtenissen, voorvallen of geschillen. Daarbij is verder van belang dat de Voorwaarden onvoldoende duidelijk maken in welke gevallen er sprake is van samenhang tussen gebeurtenissen. Op grond van de contra proferentem-regel ex art. 6:238 lid 2 Burgerlijk Wetboek moet in dezen de voor Consument meest gunstige uitleg worden gevolgd. De Commissie stelt Consument in het gelijk. Verzekeraar dient de claim van Consument nogmaals te beoordelen, zonder dat hij zich daarbij kan beroepen op de maximumdekking per gebeurtenis van art. 26 lid 2 van de Algemene Voorwaarden.
1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument ondertekende vragenformulier;
• de klachtbrief van Consument met als bijlage de correspondentie in de interne klachtprocedure van Verzekeraar;
• het verweerschrift van Verzekeraar;
• de repliek van Consument;
• de dupliek van Verzekeraar.

Partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 11 november 2015 te Den Haag en zijn aldaar verschenen.
2. Feiten

Bij de beoordeling van de klacht gaat de Commissie uit van de volgende feiten.

2.1 Consument heeft bij Verzekeraar een rechtsbijstandverzekering gesloten. Op de verzekering zijn de ´Algemene Voorwaarden Anker Eigen Jurist Polis´ (hierna: de Algemene Voorwaarden) en de ‘Productvoorwaarden Rechtsbijstand Persoon & Gezin Top’ (hierna: de Productvoorwaarden) van toepassing.
2.2 De werkgever van Consument heeft een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend bij de rechtbank. Consument heeft naar aanleiding van het verzoek een advocaat (hierna: gemachtigde) ingeschakeld.
2.3 Consument heeft Verzekeraar verzocht de kosten te vergoeden voor de bijstand door zijn gemachtigde. Verzekeraar heeft het verzoek gehonoreerd en een bedrag van in totaal
€ 31.022,97 aan vergoeding van kosten voldaan, waarvan € 1.022,97 een coulancevergoeding was.
2.4 Consument is na ontbinding van de arbeidsovereenkomst een procedure gestart tegen zijn voormalige werkgever in verband met de aanspraken die hij meende te maken op loon, een bonus en pensioentoezeggingen. Consument heeft Verzekeraar verzocht de kosten voor bijstand door zijn gemachtigde met betrekking tot deze procedure ook te vergoeden.
2.5 Verzekeraar heeft dit verzoek, onder verwijzing naar de Algemene Voorwaarden, afgewezen omdat er sprake zou zijn van één gebeurtenis waardoor er geen sprake is van dekking.
2.6 In de Algemene Voorwaarden is bepaald:
“Artikel 16 Wanneer heeft een verzekerde recht op rechtsbijstand
De verzekerde heeft recht op rechtsbijstand als:
a. de gebeurtenis en het daaruit voortvloeiende geschil zich voordoen binnen de verzekeringsduur
b. hij in de hoedanigheid, die wij op het polisblad en/of in de productvoorwaarden hebben vermeld, betrokken raakt in een geschil;
c. de gebeurtenis, het geschil en de daaruit voortvloeiende behoefte aan rechtsbijstand onzeker waren en redelijkerwijs niet konden worden voorzien bij het afsluiten of wijzigen van de verzekering. Een gebeurtenis of geschil is voorzienbaar als de verzekerde redelijkerwijs het besef kon hebben dat er iets zou kunnen gebeuren dat voor hem tot een geschil zou kunnen leiden.”

“Gebeurtenis
a. Een voorval of een reeks van voorvallen die zich plotseling en onvoorzien voordoet en die redelijkerwijs moet worden beschouwd als de oorzaak van het geschil.
b. Wanneer er sprake is van met elkaar samenhangende gebeurtenissen, dan is het tijdstip van de eerste gebeurtenis in die reeks bepalend voor de vaststelling van het tijdstip van de gebeurtenis en daarmee bepalend voor de vraag of de gebeurtenis zich binnen de verzekeringsduur heeft voorgedaan.”

“Geschil
a. Een verschil van mening tussen een verzekerde en een andere partij over de rechten en verplichtingen of mogelijke juridische gevolgen, die voortvloeien uit een gebeurtenis, waardoor een verzekerde behoefte aan rechtsbijstand heeft.
b. Een samenhangend geheel van geschillen, die uit dezelfde gebeurtenis zijn ontstaan, beschouwen wij als één geschil.”
2.7 In de Productvoorwaarden is bepaald:
“Artikel 26 Tot welk bedrag vergoedt Anker Rechtshulp de kosten van rechtsbijstand?
26.1 Interne kosten:
Anker Rechtshulp vergoedt de kosten van rechtsbijstand die wordt verleend door haar eigen juridisch deskundige medewerkers (Eigen Juristen) volledig.
26.2 Externe kosten:
Anker Rechtshulp vergoedt de kosten van rechtsbijstand die wordt verleend door externe deskundigen tot maximaal € 30.000,00 per gebeurtenis.”
3. Vordering, klacht en verweer

Vordering
3.1 Consument vordert dat Verzekeraar alsnog dekking verleent en dat zijn kosten voor juridische bijstand tegen zijn voormalige werkgever door Verzekeraar worden vergoed.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslagen.
Er is geen sprake van één voorval nu de eerste procedure de ontbinding van de arbeidsovereenkomst betrof en de pensioendiscussie, de hoogte van het loon en de bonus niet als dragende overwegingen voor de beëindiging van het dienstverband zijn gebruikt. De discussie rondom de ontbinding van de arbeidsovereenkomst is een totaal andere discussie dan de aanspraken die Consument uit hoofde van zijn arbeidsovereenkomst kan doen gelden voor zover die zien op salaris en/of pensioentoezeggingen. De individuele aanspraken van Consument waren geen onderdeel van het geschil omtrent de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. In dat geschil heeft Consument verwezen naar de discussie in de Ondernemingsraad omtrent het pensioen e.d., maar niet naar zijn individuele aanspraken. Verzekeraar lijkt zich op het standpunt te stellen dat ‘de gebeurtenis’ het aangaan van de arbeidsovereenkomst is, hetgeen niet het geval kan en mag zijn. Nu er sprake is van verschillende gebeurtenissen heeft Consument recht op dekking voor de juridische bijstand in de procedure tegen zijn voormalige werkgever.

Verweer Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
De reeks geschillen die zijn voortgekomen uit het conflict tussen Consument en zijn oud-werkgever dienen te worden aangemerkt als een samenhangend geheel van geschillen die voortvloeien uit één gebeurtenis. Een reeks van met elkaar samenhangende geschillen moet op grond van de verzekeringsvoorwaarden worden beschouwd als één gebeurtenis. Consument heeft zelf gesteld dat het geschil met betrekking tot de pensioenaanspraken, salaris en ziektekosten onderdeel was van het geschil dat hij had met zijn oud-werkgever. Dat de rechter geen feitelijk bewijs heeft kunnen vinden dat de zaken die in de ondernemingsraad speelden aanleiding waren voor het ontslag van Consument is niet relevant voor de vraag of er sprake is van een nieuw geschil. Er is in deze zaak sprake van een reeks van met elkaar samenhangende geschillen die zijn terug te voeren tot een conflict tussen Consument en zijn oud-werkgever over de rechten en plichten van beide partijen op grond van de arbeidsovereenkomst van Consument.
4. Beoordeling

4.1 Het gaat in deze zaak om de maximumdekking per gebeurtenis van art. 26 lid 2 van de Algemene Voorwaarden.
4.2 Consument stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is van samenhang tussen de procedure omtrent de ontbinding van de arbeidsovereenkomst en de procedure in verband met de aanspraken die hij meent te maken op loon, een bonus en pensioentoezeggingen. Deze aanspraken waren volgens Consument geen onderdeel van het geschil met zijn voormalig werkgever omtrent de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Consument meent dat hij recht heeft op dekking voor de juridische bijstand in het geschil met zijn voormalig werkgever over de aanspraken nu er sprake is van twee verschillende gebeurtenissen. De Commissie is van oordeel dat Consument zijn standpunt voldoende heeft onderbouwd.
4.3 De Commissie is van oordeel dat Verzekeraar het standpunt van Consument onvoldoende heeft betwist. In de artikelen in de Algemene Voorwaarden die betrekking hebben op de samenhang van zaken wordt gesproken over ‘geschillen’ en ‘gebeurtenissen’. Verzekeraar verwijst naar de bepaling in de Algemene Voorwaarden waarin staat dat een reeks van geschillen die uit dezelfde gebeurtenis zijn ontstaan als één geschil moeten worden beschouwd. Hij miskent daarbij dat de Algemene Voorwaarden de maximumdekking niet verbinden aan het begrip ‘geschil’ maar aan het begrip ‘gebeurtenis’. Weliswaar beschouwen de Voorwaarden ook een reeks van voorvallen als één gebeurtenis, maar niet duidelijk is over welke reeks van voorvallen het dan zou gaan. Verzekeraar lijkt de begrippen ‘geschil’ en ‘gebeurtenis’ als synoniem te gebruiken, terwijl deze begrippen conform de Algemene Voorwaarden twee verschillende betekenissen hebben. Verzekeraar heeft daardoor niet duidelijk gemaakt op grond waarvan er geen sprake is van dekking. Ook desgevraagd heeft Verzekeraar dat tijdens de schriftelijke procedure en tijdens de zitting onvoldoende duidelijk kunnen maken. Hij heeft dan ook het standpunt van Consument onvoldoende weerlegd.
4.4 Uit het voorgaande blijkt bovendien dat de Algemene Voorwaarden onvoldoende duidelijk zijn waar het gaat om de toepassing van de maximumdekking op een reeks van gebeurtenissen, voorvallen of geschillen. Daarbij is verder van belang dat de Voorwaarden onvoldoende duidelijk maken in welke gevallen er sprake is van samenhang tussen gebeurtenissen. Op grond van de contra proferentem-regel ex art. 6:238 lid 2 Burgerlijk Wetboek moet in dezen de voor Consument meest gunstige uitleg worden gevolgd. Ook op deze grond faalt het verweer van Verzekeraar.
4.5 Gelet op het voorgaande stelt de Commissie Consument in het gelijk. Verzekeraar kan zich tegenover Consument niet beroepen op uitputting van de maximumdekking door de over de ontbinding gevoerde procedure. Hij zal de claim van Consument nogmaals moeten beoordelen, zonder dat hij zich daarbij kan beroepen op art. 26 lid 2 van de Algemene Voorwaarden.

5. Beslissing

De Commissie beslist dat Verzekeraar de claim van Consument nogmaals dient te beoordelen, zonder dat hij zich daarbij kan beroepen op art. 26 lid 2 van de Algemene Voorwaarden.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

Bekijk de volledige uitspraak