Mijn Kifid

Uitspraak 2016-458

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-458
(prof mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.F.C. Baars, mr. J.W.H. Offerhaus, leden, en mr. L.T.A. van Eck, secretaris)

Klacht ontvangen op : 22 januari 2016
Ingediend door : Consument
Tegen : WestlandUtrecht Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen
de Bank
Datum uitspraak : 27 september 2016
Aard uitspraak : niet-bindend advies

Samenvatting
In 2003 heeft de Bank een hypothecaire geldlening aan Consument verstrekt. Het overeengekomen rentetarief was het 6-maands euribortarief vermeerderd met een vaste opslag. Consument heeft in 2005 gekozen voor een rentetarief met een rentevastperiode van tien jaar. Nadat deze termijn was verstreken, heeft Consument verzocht om een 1-maands euribortarief vermeerderd met de in 2003 overeengekomen vaste opslag. De Commissie wijst de vordering van Consument toe. In tegenstelling tot hetgeen door de Bank wordt aangevoerd, is de opslag met de keuze voor een rentevastperiode in 2005 niet komen te vervallen. De vaste opslag is opgenomen in het algemene deel van de door Consument voor akkoord ondertekende offerte uit 2003 en niet in het deel dat per 2005 is komen te vervallen. Dat de vaste opslag nog steeds van toepassing is, blijkt ook uit de tekst van de door de Bank verstrekte informatiebrochure.
1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
• het door Consument ingediende klachtformulier en de aanvulling daarop;
• het verweerschrift van de Bank;
• de repliek van Consument en de aanvulling daarop;
• de dupliek van de Bank.

De Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend. Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 20 september 2016 en zijn aldaar verschenen.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Op 20 februari 2004 heeft de Bank na tussenkomst van een adviseur aan Consument en zijn partner een hypothecaire geldlening voor een bedrag van € 650.000,- (hierna: de geldlening) verstrekt.
De door Consument en zijn partner (op 10 december 2003 voor akkoord) ondertekende offerte van 8 december 2003 vermeldt voor zover relevant:

“Hierbij ontvangt u, via [een adviseur], een offerte voor een hypothecaire geldlening.
Uitgangspunten
(…)

2a. Omschrijving product Personal Life Hypotheek
Bij deze woningfinanciering bestaat uw maandtermijn uit rente over de hoofdsom en premie voor de beleggingsverzekering. Met de premies wordt belegd in door u (uit voorgeschreven selectie) gekozen beleggingsfondsen. Op de einddatum van de lening wordt de hoofdsom, geheel of gedeeltelijk met de opgebouwde waarde van uw beleggingsverzekering, afgelost.
(…)
Toepasselijke clausulebladen Algemeen
6-maands Euriplus Rente
Bouwdepot
Personal Life Hypotheek
Bijzonder depot
3. Hypotheekrente 3,35% per jaar (afgerond op twee decimalen), voor zes maanden vast. De rente is gebaseerd op het op dit moment geldende 6-maands Euribor-tarief met een vaste opslag van 1,10% per jaar. De rentevaststelling geschiedt overeenkomstig het bepaalde van het bij deze offerte behorende clausuleblad 6-maands Euriplus Rente.
(…)
6. Looptijd 30 jaar
(…)
CLAUSULEBLAD 6-MAANDS EURIPLUS RENTE
Rente
De rente bij sluiting wordt bepaald aan de hand van het 6-maands Euribor-tarief, zoals dit vastgesteld is 6 werkdagen voorafgaand aan de dag waarop de overeenkomst van geldlening wordt ondertekend, en de opslag, zoals die is vermeld in de offerte
(…)
Omzetten van 6-maands Euriplus Rente
De schuldenaar heeft de mogelijkheid om op de renteherzieningdatum de 6-maands Euriplus Rente om te zetten naar een andere rente, die alsdan voor de bank wordt aangeboden.
(…)”
De informatiebrochure “Euriplus rente informatie voor de adviseur” (hierna: de brochure) luidt onder meer:
(…)
EURIPLUS RENTE IN DE OFFERTE
De vaste opslag op het Euribor-tarief wordt in de offerte vastgesteld en geldt voor de gehele looptijd van de hypotheek. (…)
VRIJHEID OM OVER TE STAPPEN

Een voordeel van de Euriplus Rente is dat de klant de vrijheid heeft om per renteherzieningsdatum over te stappen naar:
– een andere variant van de Euriplus Rente;
– de Click-Vast Rente
– een rentevastperiode.
(…)
PLUSPUNTEN EURIPLUS RENTE
(…)
Flexibiliteit: makkelijk overstappen naar andere rente vormen.
(…)
Helderheid voor de klant: altijd dezelfde vaste opslag op het eenvoudig in de media op te zoeken Euribor-tarief. (…)”

2.2 De Bank heeft Consument en zijn partner op 24 augustus 2005 een offerte doen toekomen, waarin onder meer het volgende is opgenomen:
“Het doet ons genoegen u hiermee een voorstel aan te bieden voor omzetting van uw hypotheek per 1 september 2005 naar een Personal Life Hypotheek met een rentevast periode tot
1 september 2015 onder de navolgende voorwaarden.
Hoofdsom : € 645.000,00
Duur van de lening : De einddatum is 1 maart 2034, conform de Overeenkomst van Geldlening van 20 februari 2004.
Rente : 4,0% te herzien per 1 september 2015.
(…)
Omzetting : Na acceptatie van dit voorstel wordt de bestaande lening omgezet per 1 september 2005.
Overige voorwaarden
In de offerte onder aanvraagformulier 419059 van 8 december 2003 is het CLAUSULEBLAD
6-MAANDS EURIPLUS RENTE opgenomen. Bij acceptatie van dit voorstel komt het bepaalde in dit clausuleblad te vervallen met ingang van 1 september 2005.
(…)
Behoudens hetgeen in het kader van deze renteherziening en omzetting anders of aanvullend wordt overeengekomen blijven alle op de overeenkomst van geldlening en hypotheekstelling betrekking hebben bepalingen in de hypotheekakte, de schuldbekentenis, danwel eventuele na het aangaan van de lening gesloten overeenkomsten inzake genoemde geldlening, van kracht. (…)”
Consument en zijn partner hebben deze offerte, nadat telefonisch overleg tussen partijen heeft geleid tot aanpassing van de rentetarief van 4,2% naar 4,0%, op 30 augustus 2005 voor akkoord ondertekend.

2.3 Consument en zijn partner hebben per 27 juli 2015 een renteverleningsvoorstel per 1 september 2015 met een vaste rente van 3,3% voor een periode van tien jaar ontvangen.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert dat de Bank wordt veroordeeld tot het toepassen van het 1-maands Euribortarief met een vaste opslag van 1,10% per jaar per 1 september 2015.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag. Consument stelt dat de vaste opslag van 1,10% per jaar gedurende de looptijd van de geldlening (en dus tot 1 maart 2034) van kracht zou blijven. Dit is hem medegedeeld door zijn adviseur in 2003 en blijkt ook uit de door de Bank aan hem overhandigde informatiebrochure. De vaste opslag van 1,10% per jaar is vastgesteld op basis van het risicoprofiel van Consument en zijn partner. In 2005 zijn Consument en zijn partner, gelet op het stijgende euribortarief, een rentetarief voor een periode van tien jaar met de Bank overeengekomen. Zij hebben daarbij geen adviseur geraadpleegd en de Bank heeft hen hier ook niet op gewezen. De Bank heeft hen vóór het accepteren van de offerte van 24 augustus 2005 (waarin zij kozen voor een rentevastperiode van tien jaar) niet gewaarschuwd voor het vervallen van de vaste opslag van 1,10% per jaar voor de rest van de looptijd van de geldlening. Consument heeft voor het eerst in 2010 en daarna in 2015, in verband met het aflopen van de rentevastperiode per 1 september 2015, contact opgenomen met de Bank over de vaste opslag van 1,10% en uiteindelijk ook een klacht ingediend. Consument vordert dat de Bank per 1 september 2015 het 1-maands Euribortarief met een vaste opslag van 1,10% (in plaats van het nu in rekening gebrachte rentetarief van 3,3% voor tien jaar vast) bij Consument en zijn partner in rekening brengt.

Verweer van de Bank
3.3 De Bank heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd. Consument heeft per 1 september 2005 gekozen voor een vaste rente. In de offerte van
24 augustus 2005 is duidelijk opgenomen dat bij acceptatie van die offerte het clausuleblad in de offerte van 8 december 2003 met ingang van 1 september 2005 is komen te vervallen. Dit clausuleblad maakt onderdeel uit van de offerte van 8 december 2003 en is door Consument en zijn partner geparagrafeerd. Consument wist of had kunnen weten dat de voorwaarden van de Euriplus rente (waaronder de vaste opslag van 1,10%) per 1 september 2005 zijn komen te vervallen. Consument heeft reeds in april 2005 een eerste offerte ontvangen en heeft dus ruim de tijd gehad voor het bestuderen van die offerte en om contact op te nemen met een adviseur. De Bank heeft haar beleid inzake de Euriplus opslag per 4 januari 2010 aangepast. Voor nieuwe klanten (zoals consument) is bij het aangaan van een nieuw Euriplus rente contract een variabele (in plaats van een vaste) opslag van thans 2,6% van toepassing.

4. Beoordeling

4.1 Het is niet in geschil dat Consument en zijn partner in 2003 hebben gekozen voor een geldlening met een 6-maands Euriplus rente en een vaste opslag van 1,10% per jaar. In 2005 zijn Consument en zijn partner overgestapt naar een vaste rente voor een rentevastperiode van tien jaar (van 1 september 2005 tot 1 september 2015). Volgens Consument kan hij na het aflopen van deze rentevastperiode wederom kiezen voor een Euriplusrente met een vaste opslag van 1,10% per jaar. De Bank voert aan dat de vaste opslag van 1,10% per jaar met het accepteren van de offerte van 24 augustus 2005 is komen te vervallen.

4.2 De Commissie overweegt dat Consument met het accepteren van de offerte van 8 december 2003 akkoord is gegaan met de daarin opgenomen bepalingen, waaronder het “Clausuleblad 6-maands Euriplus Rente”. In dit clausuleblad wordt de vaststelling van de 6-maands Euriplus Rente beschreven. Over de opslag staat in dit clausuleblad beschreven: “De rente bij sluiting wordt bepaalde aan de hand van het 6-maands Euribortarief (…) en de opslag, zoals die is vermeld in de offerte;” en “Nadien wordt de rente berekend aan de hand van het 6-maands Euribortarief (…) en de opslag zoals die is vermeld in de offerte.” Het clausuleblad vermeldt niet de daadwerkelijke opslag van 1,10%. Deze opslag is vermeld onder punt 3 (Hypotheekrente) van de offerte: “De rente is gebaseerd op het op dit moment geldende
6-maands Euribor-tarief met een vaste opslag van 1,10% per jaar.”

4.3 De bepalingen zoals opgenomen in het “Clausuleblad 6-maands Euriplus Rente” zijn per
1 september 2005 door het accepteren van de offerte van 24 augustus 2005 niet meer van toepassing tussen partijen. Nu dit clausuleblad slechts de vaststelling van het 6-maands Euribortarief en niet de vaste opslag van 1,10% regelt, is de vaste opslag van 1,10% per jaar ondanks het vervallen van dit clausuleblad nog steeds van toepassing. Dat de vaste opslag van 1,10% gedurende de gehele looptijd van toepassing blijft, wordt daarnaast bevestigd door de tekst van de brochure. Hierin wordt benadrukt dat de vaste opslag “geldt voor de gehele looptijd van de hypotheek” en dat Consument “de vrijheid heeft om per renteherzieningsdatum over te stappen naar – een andere variant van van de Euriplus Rente, – de Click-Vast Rente, een rentevastperiode.” Dat de vaste opslag van 1,10% hoort bij het specifieke renteproduct euriplusrente en met de keuze van de rentevastperiode per 1 september 2005 is komen te vervallen, zoals door de Bank aangevoerd, kan niet worden opgemaakt uit de tussen partijen overeengekomen voorwaarden en is ook niet tussen partijen besproken. De Commissie komt dan ook tot de conclusie dat de vaste opslag met de acceptatie van de offerte van
24 augustus 2005 niet is komen te vervallen. Consument kan per 1 september 2015 aanspraak maken op de in de offerte van 8 december 2003 opgenomen vaste opslag van 1,10%. De vordering van Consument zal dan ook worden toegewezen.

4.4 Consument stelt verder dat hij niet akkoord is gegaan met (de artikelen 6 lid 3 en 5 van) het Reglement en het hiervoor genoemde en per 4 januari geldende Clausuleblad en dat deze ook niet aan hem ter hand zijn gesteld. Nu de vordering van Consument reeds op de onder 4.2 en 4.3 genoemde gronden zal worden toegewezen, ziet de Commissie geen aanleiding om op dit klachtonderdeel in te gaan.

4.5 De vordering van Consument zal, gelet op het voorgaande, worden toegewezen.

5. Beslissing

De Commissie beslist dat de Bank binnen vier weken na heden het 1-maands Euriplus tarief vermeerderd met de vaste opslag van 1,10% per jaar per 1 september 2015 bij Consument in rekening dient te brengen en de vanaf die datum tot op heden door Consument te veel betaalde rentevergoeding aan Consument dient te betalen.

De uitspraak heeft de vorm van een niet-bindend advies. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. U kunt de zaak nog wel aan de rechter voorleggen.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak