Mijn Kifid

Uitspraak 2016-640

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-640
(mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. C.E. Polak, leden
en mr. N. Bouwman als secretaris)

Klacht ontvangen op : 16 september 2015
Ingediend door : Consument
Tegen : ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen ING,
en Algemene Levensherverzekering Maatschappij N.V.,
gevestigd te Amstelveen, verder te noemen Alhermij
Datum uitspraak : 29 december 2016
Aard uitspraak : Niet-bindend

Samenvatting

Tussen partijen is onenigheid ontstaan over de vraag of consument meer dan het reeds gestorte bedrag van € 50.257,- mocht aflossen op zijn lening. De bank en verzekeraar stellen dat bij een storting boven dit bedrag sprake zou zijn van een negatieve risicopremie. De Spaarverzekering dient dan uit te keren. Omdat er dan geld wordt onttrokken aan de Spaarverzekering, komt de constructie van de Spaarhypotheek in gevaar. Consument mist een grondslag in de overeenkomst waaruit blijkt dat een negatieve risicopremie niet is toegestaan en wenst nog een bedrag van € 20.000,- te storten in zijn lening. De Commissie oordeelt dat men moet voldoen aan de fiscale voorwaarden van een KEW: dit betekent dat in geval van een negatieve risicopremie geld wordt onttrokken uit de Levensverzekering, hetgeen in strijd is met de fiscale voorwaarden. Bovendien blijkt uit de Voorwaarden van Verzekering dat het verzekerd kapitaal gelijk moet zijn aan het bedrag van de lening. De Commissie oordeelt dat geen sprake mag zijn van een negatieve risicopremie. De Commissie oordeelt dat de zorgplicht van de bank en verzekeraar mee brengt dat de fiscale regels betreffende een KEW in acht worden genomen. De vordering wijst de Commissie af.

1. Procesverloop
De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Procedure ING:
• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier inclusief bijlagen;
• het verweerschrift van ING;
• de repliek van Consument;
• de dupliek van ING.
Procedure Alhermij
• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier inclusief bijlagen:
• het verweerschrift van Alhermij;
• de repliek van Consument;
• de dupliek van Alhermij.

De Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend.

Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 12 december 2016 te Den Haag en zijn aldaar verschenen.

2. Feiten
De Commissie gaat uit van de volgende feiten.
2.1 Consument heeft in 1997 een hypotheekadviesgesprek gehad bij ING. Als gevolg van dit gesprek is aan Consument een offerte voor een ING Bank Spaarhypotheek uitgebracht, die Consument heeft geaccepteerd. De hypotheekakte is op 16 februari 1998 gepasseerd bij de notaris.
2.2 In de Bijlage bij de Offerte Voorwaarden van Verzekering Uittreksel – zoals deze tijdens de zitting ter hand zijn gesteld door ING – is het volgende opgenomen:

“2. Premie
De voor de verzekering verschuldigde premie is opgebouwd uit een spaarpremie en een risicopremie. Op de spaarpremie wordt door de verzekeraar interest bijgeschreven, die qua percentage gelijk is aan de voor de hypothecaire lening verschuldigde interest. De som van de betaalde spaarpremies, inclusief de daarop bijgeboekte interest, is op de einddatum van de verzekering gelijk aan het verzekerd kapitaal. Omdat het verzekerd kapitaal altijd gelijk moet zijn aan het bedrag van de hypothecaire lening, en de voor de lening geldende interest gedurende de looptijd kan variëren, zal de spaarpremie eveneens gedurende de looptijd van de verzekering kunnen worden aangepast (…)”

2.3 Een spaarhypotheek is een aflossingsvrije hypothecaire geldlening gecombineerd met een levensverzekering. Consument heeft op 1 maart 1998 een spaarhypotheekverzekering (hierna: “de Levensverzekering”) afgesloten bij Alhermij. De rechten uit deze Levensverzekering zijn aan ING verpand. Op het polisblad van deze Levensverzekering en in de hypotheekakte wordt verwezen naar de Algemene Voorwaarden van Verzekering ANM 1995-1 (hierna: ‘de Voorwaarden’). In artikel 7 van de Voorwaarden is het volgende bepaald:

“Artikel 7

Premievaststelling
a. De hoogte van de premie wordt op zodanige wijze vastgesteld, dat het totaal van het gedeelte van de premies, dat is bestemd voor het spaargedeelte van de verzekering (inclusief de bij of na aanvang van de verzekering verrichte extra premiebetalingen), over de gehele looptijd van de verzekering berekend, vermeerderd met de daarover gerealiseerde intrest zoals omschreven in Artikel 9 van deze Voorwaarden van Verzekering, per de einddatum van de verzekering precies gelijk is aan het verzekerd kapitaal.

b. In de premie is mede begrepen de risicopremie, die benodigd is voor de afdekking van het overlijdensrisico dat aan de verzekering is verbonden.

(…)”

2.4 Gedurende de looptijd van de geldlening wordt er niet afgelost op de lening en wordt er uitsluitend rente betaald over de lening. In de Levensverzekering wordt gedurende dezelfde looptijd het vooraf afgesproken eindkapitaal bij elkaar gespaard.
2.5 In maart 2013 is de Levensverzekering aangemerkt als een Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW). In deze Clausule KEW staat het volgende:

“Clausule Kapitaalverzekering Eigen Woning
De begunstigde zal de kapitaalverzekering aanwenden ter aflossing van de schulden aangegaan ter verwerving van de eigen woning in de zin van de Wet Inkomsten- belasting 2001 van de verzekeringnemer, van diens echtgenoot of van degene met wie de verzekeringnemer duurzaam een gemeenschappelijke huishouding voert.”

2.6 Consument wenste in 2014 gebruik te maken van de eenmalige mogelijkheid om in de periode van 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015 belastingvrij een schenking van
maximaal € 100.000,- te ontvangen ter zake van de aflossing van de eigenwoningschuld.
2.7 De vader van Consument heeft hem in verband met deze regeling een bedrag van
€ 70.347,- aangeboden.
2.8 Alhermij heeft berekend en aangegeven dat Consument per 1 juni 2014 maximaal
€ 50.257,- op zijn lening kon aflossen zonder de constructie van de spaarhypotheek in gevaar te brengen.
2.9 Per 1 augustus 2014 heeft Consument een aflossing gedaan van € 50.257,- en is het verzekerd kapitaal met ditzelfde bedrag verlaagd.

3. Vordering, klacht en verweer
Vordering Consument
3.1 Consument vordert vergoeding van zijn schade van ongeveer € 30.000,-. Deze schade bestaat uit de niet uitgevoerde aflossing van € 20.000,- en uit de hogere maandlasten en de langere duur waarvoor hij rente en premie verschuldigd is, waardoor het schadebedrag met ongeveer € 10.000,- oploopt.
Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan.
• ING en Alhermij hebben herhaaldelijk een extra aflossing op de geldlening geweigerd en Consument herhaaldelijk onjuist en onvolledig geïnformeerd.
Om de schade te beperken heeft Consument verzocht om de aflossing te verdelen in 2 stappen: de aflossing stap 1 van € 50.257,- is in juli 2014 verricht. Stap 2, een aflossing
van € 20.000,- is daarna niet meer gelukt. ING en Alhermij stellen dat geen sprake mag zijn van een negatieve risicopremie.
Het document waaruit blijkt dat dit niet mogelijk is wordt echter niet overgelegd. Consument heeft zelf voorbeelden gevonden van spaarhypotheken met een verzekering waarbij een negatieve risicopremie wel is toegestaan. Nergens in de wet- en regelgeving en ook niet in de overeenkomst staat dat een negatieve risicopremie niet is toegestaan. Ook melden De Nederlandsche Bank (DNB) en de Belastingdienst niet dat dit verboden is.
• Eerst wordt zonder motivering afkoop van de Levensverzekering verboden. Omdat hierdoor pas afgekocht kan worden nadat de Levensverzekering is losgekoppeld van de lening, moet er betaald worden. Omdat de Levensverzekering dan niet meer aan de fiscale voorwaarden voldoet, verbieden ING en Alhermij deze, daarbij verwijzend naar hun zorgplicht.
Hierbij wordt er geen rekening mee gehouden dat de te betalen belasting slechts eenmalig en relatief laag is.
• Consument kan zich niet vinden in de uitleg en berekening van zowel Alhermij als ING.

Verweer ING en Alhermij
3.3 ING en Alhermij hebben de volgende verweren gevoerd:
• De Levensverzekering moet, indien aangemerkt als Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW) (en waarbij belastingvrij vermogen opgebouwd wordt in box 1), voldoen aan de fiscale voorwaarden die aan deze Levensverzekering gesteld zijn. Er kon maximaal
€ 50.257,- (per 1 juni 2014) afgelost worden op de lening, zonder de constructie van de Spaarhypotheek in gevaar te brengen. De Levensverzekering heeft niet alleen een gegarandeerd eindkapitaal dat gelijk is aan de restschuld van de lening, maar kent tevens een 100% dekking bij overlijden. Op het moment dat in 2014 meer zou zijn afgelost op de lening dan € 50.257,-, zou sprake zijn van een zogeheten negatieve risicopremie. Met andere woorden, de Levensverzekering zou dan geld moeten uitkeren. Los van het feit dat Alhermij dit niet toestaat, zou dit in praktijk betekenen dat Consument geld onttrekt aan de Levensverzekering. En dit betekent dat niet langer wordt voldaan aan de fiscale voorwaarden van een KEW, met alle gevolgen van dien. Het eindkapitaal van de Levensverzekering mag nooit meer bedragen dan de uitstaande hypotheekschuld.
• Er is geen financiële schade. Niet alleen was meer aflossen op de lening in 2014 niet mogelijk, maar daarnaast heeft Consument er om hem moverende redenen niet voor gekozen een fiscaal adviseur te raadplegen nadat hij van zijn vader het bedrag van € 70.347,- kreeg aangeboden en hij van zowel Alhermij als ING had vernomen dat dit bedrag niet volledig gebruikt kon worden voor de door hem gewenste aflossing op zijn lening. Door dit advies niet in te winnen heeft Consument geen schadebeperkende maatregelen genomen, wat hem valt te verwijten.

4. Beoordeling

4.1 De Commissie stelt vast dat tussen Consument en ING op 16 februari 1998 een overeenkomst van hypothecaire geldlening, zoals bedoeld in artikel 6:217 Burgerlijk Wetboek (BW), tot stand is gekomen.

Ten behoeve van de aflossing van deze geldlening is een overeenkomst voor een Levensverzekering tot stand gekomen tussen Consument en Alhermij. Deze Levensverzekering is een gemengde verzekering: Consument bouwt niet alleen kapitaal op, maar is tevens gedekt bij overlijden middels het overlijdensrisicodeel. De Levensverzekering kent niet alleen een gegarandeerd eindkapitaal, maar ook een 100% dekking bij overlijden.
4.2 Tussen partijen is, zo begrijpt de Commissie, onenigheid ontstaan over de vraag of Consument meer dan het op dit moment gestorte bedrag van € 50,257 (te weten
€ 20.000,-) mocht en kon aflossen op zijn lening. ING en Alhermij stellen zich op het standpunt dat een storting boven het bedrag van € 50.257,- fiscaal gezien onvoordelig is.

Op het moment dat Consument in 2014 op de lening meer zou hebben afgelost
dan € 50.257,- zou sprake zijn van een zogeheten negatieve risicopremie. Dit betekent dat de Levensverzekering in dat geval dient uit te keren. In de praktijk betekent dit, zo stellen ING en Alhermij, dat geld wordt onttrokken aan de Levensverzekering. Ook laat Alhermij middels een berekening zien dat de storting van het bedrag van € 50.257,- voor de berekening van de bandbreedte nét acceptabel is (de bandbreedte is bijna 1:10, terwijl normaliter om te voorkomen dat de bandbreedte wordt overschreden gerekend wordt met een bandbreedte van 1:7). Consument heeft de juistheid van deze berekening niet betwist, maar mist een grondslag in de overeenkomst en in overige wet- en regelgeving waaruit blijkt dat een negatieve risicopremie niet is toegestaan. Consument was te allen tijde in de veronderstelling dat dit mogelijk was.
4.3 De Commissie oordeelt dat uitgangspunt van een (gemengde) levensverzekering is dat premie wordt betaald. De premie voor de Levensverzekering bestaat uit twee bestanddelen. Een spaardeel: met dit deel van de premie wordt gespaard om aan het einde van de looptijd de lening volledig af te kunnen lossen. Een overlijdensrisicodeel: met dit deel van de premie wordt het overlijdensrisico afgedekt. Dankzij deze dekking kan de lening volledig worden afgelost bij vooroverlijden. Beide premies zijn een positief door Consument te betalen bedrag: anders is immers geen sprake van betaling. Ook staat vast dat men moet voldoen aan de fiscale regels van de KEW. Dit betekent onder andere dat in het geval van een negatieve premie geld tussentijds uit hoofde van de Levensverzekering wordt uitgekeerd, dat in strijd is met de fiscale voorwaarden van een KEW. Bovendien overweegt de Commissie dat de zorgplicht van ING en Alhermij met zich brengt dat de fiscale regels betreffende een KEW in acht genomen worden. Volgens Consument is dit een grijs gebied, maar hij weerspreekt onvoldoende dat de fiscale regels voor de onderhavige Levensverzekering anders zijn dan ING en Alhermij naar voren brengen. De berekeningen die Consument heeft overgelegd maken dit niet anders. De Commissie kan bovendien het standpunt van Consument – dat het opgebouwde bedrag van de Levensverzekering niet even hoog hoeft te zijn als de schuld van de lening – niet volgen. Alhoewel de Commissie van oordeel is dat deze materie wellicht lastig uit te leggen is en vrij impliciet is, verwijst zij naar de Voorwaarden van Verzekering en naar de Voorwaarden van Verzekering Uittreksel. Hierin is bepaald dat het verzekerd kapitaal gelijk moet zijn aan het bedrag van de hypothecaire geldlening. Van onjuiste voorlichting is dan ook niet gebleken.
4.4 Het voorgaande leidt ertoe dat de vordering van Consument wordt afgewezen. Al hetgeen partijen verder nog hebben gesteld, kan niet tot een andere beslissing leiden en zal onbesproken blijven.

5. Beslissing
De Commissie wijst de vordering af.

Slotzin vereenvoudigde behandeling: Deze beslissing is genomen in een vereenvoudigde procedure als bedoeld in artikel 36 van het Reglement. De uitspraak heeft daarom de vorm van een niet-bindend advies. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. U kunt de zaak nog wel aan de rechter voorleggen.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak