Mijn Kifid

Uitspraak 2017-445

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-445
(mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, en mr. A.M.T. Wigger en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)

Klacht ontvangen op : 3 juni 2015
Ingediend door : Consument
Tegen : Ansvar Verzekeringsmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen
Verzekeraar
Datum uitspraak : 11 juli 2017
Aard uitspraak : Niet-bindend advies

Samenvatting

Consument heeft bij verzekeraar een pakketverzekering voor zijn woning gesloten.
De verzekerde onderdelen betreffen: Opstal; Inboedel en Aansprakelijkheid inclusief Rechtsbijstand. Consument heeft een beroep gedaan op zijn Rechtsbijstandverzekering. Verzekeraar heeft Consument geen rechtsbijstand verleend. Verzekeraar heeft vervolgens de pakketverzekering opgezegd omdat het risico, waaronder begrepen het schadeverloop, naar zijn oordeel onaanvaardbaar hoog of groot is. Consument vordert vernietiging van de opzegging en (herstel van zijn) dekking. De Commissie is van oordeel dat het geschil van Consument van dekking is uitgesloten. Uit de schademelding van consument bleek dat in de woning die hij verhuurt een grote hoeveelheid harddrugs en een harddrugslaboratorium waren aangetroffen.
De Commissie is van oordeel dat het niet onbegrijpelijk is dat Verzekeraar het risico niet langer wenste te dekken. Drugslaboratoria en hennepkwekerijen houden immers een verhoogd risico in op onder andere brandschades. Daarvan is zeker sprake in dit geval waarin Consument gedurende langere tijd in het buitenland verblijft en er, voorzichtig gezegd, verminderd toezicht zal zijn op de wijze waarop de verhuurde woning wordt gebruikt. Vorderingen afgewezen.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• de klachtbrief van Consument;
• het verweerschrift van Verzekeraar van 17 juli 2015;
• de repliek van Consument van 11 februari 2016;
• de dupliek van Verzekeraar van 5 augustus 2016;
• de aanvullingen van Consument van 22 augustus en 2 september 2016;
• de verklaring van Consument met diens keuze voor niet-bindend advies.

De Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend. Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 21 maart 2017 en zijn aldaar verschenen.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Per 1 september 2010 heeft Consument via tussenkomst van Faber Adviseurs een pakketverzekering (verder: de Pakketverzekering) voor zijn woning in Onna (gemeente [plaats]) bij Verzekeraar gesloten. De verzekerde onderdelen betreffen: Opstal; Inboedel en Aansprakelijkheid inclusief Rechtsbijstand.

2.2 Consument heeft op het aanvraagformulier van de Pakketverzekering onder andere het volgende medegedeeld:

Op de vraag: “Wordt de opstal uitsluitend gebruikt voor particuliere bewoning door de verzekeringnemer en zijn gezin?”
Was het antwoord van Consument: “Nee het andere gebruik is wordt verhuurd als verzekerde in Canada is +/- 3 á 4 maanden”
Bij: “Overige bijzonderheden”
Was het antwoord van Consument: “Verhuur is ter voorkoming van leegstand.”

2.3 In de toepasselijke Voorwaarden Pakketverzekering 10/09 is – voor zover hier van belang – het volgende bepaald:

Algemene Voorwaarden:

“Artikel 5
Einde van de verzekering
[…]
[(2] Opzegging door AnsvarIdéa
AnsvarIdéa heeft het recht de verzekering schriftelijk te beëindigen:
1. Per einddatum van de contractperiode, met een opzegtermijn van 2 maanden;
2. Als […]
4. Als AnsvarIdéa van oordeel is dat het risico, waaronder begrepen het schadeverloop, voor haar in redelijkheid onaanvaardbaar hoog of groot is;
[…]
6. Vanaf de dag dat u uw woonadres niet langer in Nederland heeft;

Rechtsbijstandverzekering:

“Artikel 2
Dekking
1 Geschil uit particuliere activiteiten
De verzekerde heeft aanspraak op rechtsbijstand als hij betrokken is geraakt in een geschil bij het uitoefenen van zijn particuliere activiteiten, tenzij de aanspraak verband houdt met de uitoefening van een vrij beroep op een bedrijf of de verwerving van inkomsten buiten regelmatige loondienst.
2 Verzekerd is het risico dat een verzekerde in een geschil moet voorzien in een eigen behoefte aan rechtsbijstand ten gevolge van een gebeurtenis mits:
a. De gebeurtenis en de daaruit voortvloeiende behoefte aan rechtsbijstand zich voordoen gedurende de looptijd van de verzekering;
b. […]
3 Gebeurtenis
Onder gebeurtenis wordt verstaan het moment waarop voor het eerst de belangentegenstelling met de wederpartij tot uiting is gebracht en daardoor redelijkerwijs kan worden beschouwd als de oorzaak van de behoefte aan rechtsbijstand.
4 […]

Artikel 3
Uitsluitingen en bijzondere beperkingen
[…]
8 Uitgesloten geschillen
Voorts is er geen aanspraak op rechtsbijstand bij de als volgt omschreven rechtsproblemen en rechtsproblemen en geschillen:
d. verhuur of exploitatie/vermogensbeheer
geschillen over de verhuur of exploitatie van goederen of zaken door een verzekerde en vermogensbeheer (de eigendom, het bezit, de aan of verkoop van effecten, aandelen, obligaties en pandbrieven daaronder mede begrepen);
e. […]”

2.4 Op 25 juni 2013 heeft Consument een beroep op zijn Rechtsbijstandverzekering gedaan vanwege een conflict met de gemeente. Uit de e-mailwisseling tussen Consument en de gemeente, die hij ter onderbouwing van zijn melding aan Verzekeraar had toegestuurd, komt naar voren dat in de woning harddrugs en een harddrugslaboratorium waren aangetroffen waarop de gemeente had besloten de woning van Consument te sluiten. Consument maakte bezwaar tegen dat besluit en stelde de gemeente aansprakelijk voor zijn gelden en nog te lijden schade waar onder schade door huurderving.

2.5 Bij de melding van Consument van 25 juni 2013 aan Verzekeraar heeft Consument een brief van de Burgemeester van de gemeente van 31 mei 2013 bijgevoegd. Die bijgevoegde brief vermeldt onder andere het volgende:

“Op 2 januari 2013 heeft de heer [naam Consument] bezwaar gemaakt tegen mijn besluit van
11 december 2012. In dit besluit heb ik aan de heer [naam Consument] op grond van artikel 13b van de Opiumwet een last onder bestuursdwang opgelegd in de vorm van sluiting van de woning en twee schuren op het perceel [risico-adres] voor de duur van zes maanden, ingaande op
14 december 2012.”

Een bijlage bij die brief van de gemeente vermeldt:

“Zakelijk verslag van de zitting van de algemene kamer van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften van 11 maart 2013
[…]
De heer [naam] [commissielid] vraagt waarop de duur van de sluiting is gebaseerd.
De heer [naam] [juridisch beleidsmedewerker bij de afdeling I&O van de gemeente] antwoordt dat met name de ernst van de overtreding – er is ruim 18,5 kilo harddrugs en een harddrugslaboratorium aangetroffen – en het feit dat de heer [naam Consument] niet daadwerkelijk op dit adres verblijft zwaar hebben gewogen bij de bepaling van de sluiting van de woning voor zes maanden.”

2.6 Verzekeraar heeft Consument geen bijstand verleend voor het conflict met de gemeente omdat het geschil volgens Verzekeraar van dekking is uitgesloten. Met zijn brief van
12 juli 2013 heeft Verzekeraar Consument geïnformeerd dat hij naar aanleiding van de schademelding van Consument van 25 juni 2013 de Pakketverzekering op grond van art. 5.2.4 van de Algemene Voorwaarden per 12 september 2013 beëindigt.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument wenst dat de opzegging van de verzekering wordt vernietigd en zijn dekking vanaf het moment van opzegging wordt hersteld. In dit verband vordert hij ook immateriële schadevergoeding, schadevergoeding voor het ontnemen van juridische bijstand in de procedures tegen de gemeente en een schadevergoeding vanwege stormschade.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag. Verzekeraar heeft jegens Consument onrechtmatig gehandeld omdat hij de Pakketverzekering ten onrechte heeft opgezegd. Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan.
• Verzekeraar heeft de Pakketverzekering opgezegd op grond van het feit dat Consument de woning verhuurt. Consument heeft op het aanvraagformulier van de Pakketverzekering reeds vermeld dat hij de woning verhuurt. In de polis is expliciet opgenomen dat verhuur is toegestaan. Verder zijn er geen andere omstandigheden dan zoals bij de aanvraag ingediend. De woning wordt niet voor een langere periode verhuurd dan op het aanvraagformulier is vermeld. Dit kan dan ook geen reden zijn om de Pakketverzekering op te zeggen. Ook is er geen sprake van het schadeverloop. Consument heeft slechts één keer een beroep op de Rechtsbijstandverzekering gedaan.
• De Algemene Voorwaarden vermelden niet dat de Pakketverzekering kan worden opgezegd naar aanleiding van een schadeclaim op de Rechtsbijstandverzekering.
• In 2005 is sprake geweest van een poging van een huurder om hennep te verbouwen. Vervolgens heeft Consument zijn woning alleen voor korte periodes door een professioneel vakantieverhuurbedrijf laten verhuren.
• Verzekeraar heeft aangevoerd dat Consument niet bij de gemeente staat ingeschreven. Dit is echter niet van belang voor het gebruik van de woning.

Verweer Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft de stellingen van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan.

4. Beoordeling

4.1 De Commissie ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of Verzekeraar Consument ten onrechte rechtsbijstand heeft geweigerd voor zijn geschil met de gemeente. Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of Verzekeraar in redelijkheid tot de opzegging van de Pakketverzekering heeft kunnen overgaan.

Dekking
4.2 De vraag of het geschil dat Consument op 25 juni 2013 bij Verzekeraar had gemeld is gedekt, dient beantwoord te worden aan de hand van de tussen partijen overeengekomen verzekeringsovereenkomst en de op die overeenkomst toepasselijke verzekeringsvoorwaarden. Consument had behoefte aan rechtsbijstand nadat de gemeente had besloten zijn woning te sluiten. De gemeente had besloten de woning te sluiten nadat Consument zijn woning had verhuurd en de huurders in die woning harddrugs hadden opgeslagen en een harddrugslaboratorium hadden geïnstalleerd. Dientengevolge is de Commissie is van oordeel dat de oorzaak van het geschil waaruit de behoefte van Consument aan rechtsbijstand voort is gevloeid, gelegen is in de verhuur van zijn woning. Ingevolge art. 2 jo. 3.8.d. van de Rechtsbijstandverzekering kan geen aanspraak op rechtsbijstand worden gemaakt voor geschillen die veroorzaakt zijn door verhuur van goederen. Hieruit volgt dat Verzekeraar zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat het geschil van Consument met de gemeente van dekking is uitgesloten.

Opzegging
4.3 Vervolgens dient de Commissie de vraag te beantwoorden of Verzekeraar in redelijkheid tot opzegging van de Pakketverzekering heeft kunnen overgaan. Voorop staat dat in art. 5.2.4 van de Algemene Voorwaarden is bepaald dat Verzekeraar de verzekering kan opzeggen als hij van oordeel is dat het risico, waaronder begrepen het schadeverloop voor hem in redelijkheid onaanvaardbaar hoog of groot is. Verzekeraar heeft de Pakketverzekering na de melding van 25 juni 2013 met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden beëindigd. Verzekeraar stelt dat de opzegging gerechtvaardigd is. Als reden voor de opzegging voert hij onder andere aan dat uit de schademelding van Consument bleek dat in de woning een grote hoeveelheid harddrugs en een harddrugslaboratorium waren aangetroffen. Bovendien bleek dat Consument niet is ingeschreven op het risico-adres maar in Canada woonachtig is. Voorop staat verder dat volgens art. 5.2.6 van de Algemene Voorwaarden de verzekering kan worden beëindigd als de verzekerde niet langer een woonadres in Nederland heeft. Dit laatste is echter niet de reden geweest dat Verzekeraar de Pakketverzekering heeft opgezegd.

4.4 In verband met de omstandigheden die uit de schademelding van Consument blijken, is de Commissie van oordeel dat het niet onbegrijpelijk is dat Verzekeraar het risico niet langer wenste te dekken. Drugslaboratoria en hennepkwekerijen houden immers een verhoogd risico in op onder andere brandschades. Daarvan is zeker sprake in dit geval waarin Consument gedurende langere tijd in het buitenland verblijft en er, voorzichtig gezegd, verminderd toezicht zal zijn op de wijze waarop de verhuurde woning wordt gebruikt.

4.5 Gelet op het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat Verzekeraar na de schademelding, die betrekking had op bijstand in het geschil met de gemeente in verband met drugs, op goede gronden heeft besloten onder verwijzing naar art. 5.2.4 van de Algemene Voorwaarden de Pakketverzekering op te zeggen. De vordering en nevenvorderingen van Consument worden om die reden afgewezen. Alle overige door partijen ingebrachte stellingen en argumenten kunnen niet tot een ander oordeel leiden en zullen derhalve onbesproken blijven.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vorderingen af.

De uitspraak heeft de vorm van een niet-bindend advies. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. U kunt de zaak nog wel aan de rechter voorleggen.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak