Mijn Kifid

Kifid: alleen ‘veranderende marktomstandigheden’ ontoereikende verklaring voor rentewijziging

Een consument heeft zich bij Kifid beklaagd over de boeterente die hij voor tussentijdse aflossing van zijn hypotheek moet betalen en vindt dat geldverstrekker Ember hypotheken 2, aangesloten bij Quion, ten onrechte een rentewijziging heeft doorgevoerd. De actuele rentetarieven worden gebruikt om de boeterente te berekenen. De Geschillencommissie van Kifid oordeelt dat de geldverstrekker aan de consument terecht een boeterente in rekening brengt vanwege het tussentijds aflossen van de hypotheek. De geldverstrekker heeft de betwiste rentewijziging onvoldoende uitgelegd. Daarmee heeft zij het recht om de rente te wijzigen, gebruikt op een manier die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, zo blijkt uit de vandaag gepubliceerde uitspraak. De geldverstrekker moet de boeterente opnieuw berekenen en de teveel betaalde vergoeding aan de consument terugbetalen.

Een consument heeft in 2007 een hypotheek afgesloten met rentetarief van 4,7% voor vijftien jaar vast. Eind 2016 wil de consument zijn hypotheek verhogen bij de bestaande geldverstrekker. Die verstrekt niet langer hypotheken, waardoor de consument zich genoodzaakt ziet om de lening over te sluiten bij een andere geldverstrekker. De consument vraagt een voorlopige aflosnota aan waaruit blijkt dat de consument een boeterente van bijna 12.000 euro zou moeten betalen. In de brief wordt vermeld dat de bedragen op de definitieve aflosnota kunnen afwijken van die op de voorlopige aflosnota. Wanneer eind februari 2017 de definitieve aflosnota komt, blijkt dat de consument een boeterente van ruim 22.000 euro moet betalen. De afwijking heeft te maken met het feit dat de geldverstrekker in december 2016 haar rentetarief met 0,55% heeft verlaagd. De consument is van mening dat deze rentewijziging niet in lijn is met de rentebewegingen op de markt.

Boeterente

In de leningovereenkomst is vastgelegd dat bij vervroegd aflossen de consument een vergoeding moet betalen wanneer de actuele rente lager is dan de contractsrente. Dat deze consument in beginsel een boeterente moet betalen staat vast, zo blijkt uit de uitspraak.

Rentewijziging

De Geschillencommissie concludeert verder dat de geldverstrekker haar rentetarief mag wijzigen en de geldverstrekker  ook niet verplicht is om de consument voor een rentewijziging te waarschuwen. De rentetarieven van de geldverstrekker zijn te vinden op de website en daarmee voor iedereen en dus ook voor deze consument en zijn adviseur te raadplegen. De geldverstrekker dient echter het recht om de rente te wijzigen te gebruiken op een manier die naar redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is. De consument heeft met feiten onderbouwd aangegeven dat de rentewijziging in december 2016 niet in lijn is met de markt. De Geschillencommissie stelt vast dat de geldverstrekker in de periode juli 2015 – december 2016 haar rentetarieven niet heeft gewijzigd. De financiële dienstverlener heeft niet weersproken dat voor een rentevast tarief van 15 jaar de rente van een tienjarige staatslening uitgangspunt is. Feit is dat het rentetarief voor een tienjarige staatslening tussen eind november 2016 en eind februari 2017 is gestegen van 0,4% naar 0,56%.

Niet aanvaardbaar

De geldverstrekker heeft als reden voor de rentewijziging van december 2016 enkel en alleen de veranderende marktomstandigheden aangegeven. Van een financiële dienstverlener mag echter worden gevraagd om met feiten en omstandigheden uit te leggen waarom een rentewijziging redelijk en billijk is. De Geschillencommissie verwijst in dat kader naar de ‘verzwaarde stelplicht’ in de uitspraak van de Commissie van Beroep met nummer 2017-008.
De geldverstrekker kan niet volstaan met alleen ‘de veranderende marktomstandigheden’ als reden voor de rentewijziging. Dit terwijl in diezelfde periode de rentetarieven op de kapitaalmarkt nauwelijks zijn gestegen. De Geschillencommissie concludeert dat de geldverstrekker het recht om de rente te wijzigen heeft gebruikt op een manier die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet aanvaardbaar is. Met als gevolg dat aan de consument een te hoge boeterente in rekening is gebracht voor vervroegde aflossing van de hypotheek. De geldverstrekker moet de boeterente opnieuw berekenen, waarbij de vergelijkingsrente moet aansluiten op het voor deze consument geldende rentetarief van eind november 2016.

Omdat de consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies is de uitspraak van de Geschillencommissie (GC 2018-544) in deze klacht van consument tegen Ember hypotheken 2 niet-bindend.

Volg ons ook via twitter @Kifid_Den_Haag

Ook interessant