Mijn Kifid

Kifid: daling pensioenkapitaal inherent aan beschikbare premieregeling

Recent heeft de Geschillencommissie van Kifid uitspraak gedaan in een tweetal klachten over pensioenverzekeringen. Het gaat in beide zaken om een zogenoemde beschikbare premieregeling. Wanneer de pensioenverzekering tot uitkering gaat komen, blijkt het beschikbare pensioenkapitaal lager te zijn dan de opgave van de waarde van dit pensioenkapitaal enkele maanden eerder. Beide consumenten vinden dat de verzekeraar hen had moeten waarschuwen voor het risico van waardevermindering van het pensioenkapitaal in de maanden voorafgaand aan pensionering. Ze verlangen dat respectievelijk Achmea en Aegon deze waardevermindering vergoeden. De Geschillencommissie van Kifid concludeert dat niet is gebleken dat betrokken verzekeraars in de periode voorafgaand aan het moment waarop het belegde pensioenkapitaal werd omgezet in een pensioenuitkering te risicovol hebben belegd of anderszins te kort zijn geschoten. Bij een beschikbare premieregeling is de hoogte van het uiteindelijk aan te kopen pensioen onzeker, omdat het onder meer afhangt van de beleggingswaarde, de voor het pensioen relevante rentestand en de levensverwachting op het moment van pensionering. Er is geen reden om de daling van het pensioenkapitaal te vergoeden, zo blijkt uit de vandaag gepubliceerde uitspraken.

De betrokken consumenten hebben gekozen voor een ‘defensief’ respectievelijk ‘voorzichtig’ beleggingsprofiel. Beide pensioenverzekeraars berichten aan de consument drie dan wel zeven maanden vooraf aan de pensioendatum wat de beschikbare beleggingswaarde op dat moment is. Wanneer de pensioendatum daar is, ontvangen consumenten ieder van hun verzekeraar bericht over het beschikbare pensioenkapitaal op de pensioendatum. Beiden zijn onaangenaam verrast nu de waarde van het pensioenkapitaal aanzienlijk lager is dan de beleggingswaarde drie dan wel zeven  maanden eerder. Hoe kon het pensioenkapitaal, ondanks het defensief dan wel voorzichtig beleggingsprofiel, in korte tijd met bijna vier procent respectievelijk acht procent dalen? Beide consumenten klagen bij Kifid dat de betrokken verzekeraars de zorgplicht hebben geschonden. Zij hadden deze consumenten tijdig moeten waarschuwen voor de mogelijk grote waardevermindering van het pensioenkapitaal in de laatste maanden voor de pensioendatum.

Beleggingsrisico

Het is inherent aan een beschikbare premieregeling in de vorm van een beleggingsverzekering dat er sprake is van beleggingsrisico. Tot het moment dat het pensioenkapitaal wordt aangewend voor het aankopen van een pensioenuitkering kan de waarde dagelijks schommelen. Noch de ontwikkeling van het pensioenkapitaal gedurende de looptijd van de verzekering, noch de hoogte van de pensioenuitkering op de pensioendatum zijn gegarandeerd. De koersschommelingen kunnen leiden tot een hoger of lager pensioenkapitaal op de datum dat de pensioenverzekering tot uitkering komt. Schommelingen in koersen kunnen bij defensieve beleggingsprofielen met name voorkomen wanneer de rente beweegt omdat voor deze profielen gekozen wordt voor een relatief hoog percentage beleggingen in vastrentende waardes. De consumenten hadden dit kunnen weten en de verzekeraar hoeft hier in de maanden voor pensionering niet nogmaals apart op te wijzen, concludeert de Geschillencommissie.

Risico’s verminderen

De verzekeraars zijn als pensioenuitvoerders in deze twee klachtzaken verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleggingsbeleid, binnen de afgesproken kaders. Het is goed gebruik en in lijn met de Pensioenwet dat beleggings- en renterisico’s geruime tijd voor het bereiken van de pensioendatum worden verminderd. In beide afzonderlijke klachtzaken komt de Geschillencommissie tot de conclusie dat de pensioenuitvoerder het beleggingsrisico heeft afgebouwd naarmate de pensioendatum dichterbij kwam. Ondanks deze door de verzekeraars getroffen maatregelen, zal een wijziging van de rente in aanloop naar de pensioendatum gevolgen kunnen hebben voor de hoogte van de in te kopen pensioenen.

Alles overziend oordeelt de Geschillencommissie in beide klachtzaken dat er geen reden is om aan te nemen dat de betrokken verzekeraar te risicovol heeft belegd of dat hij anderszins de zorgplicht heeft geschonden. Een vergoeding voor de daling van het pensioenkapitaal is daarom in beide zaken niet aan de orde.

De uitspraak (GC 2019-217) over de klacht tegen Achmea is bindend en de uitspraak (GC 2019-218) over de klacht tegen Aegon is op verzoek van betrokken consumenten niet-bindend.

Ook interessant