Mijn Kifid

Commissie van Beroep: rente op doorlopend krediet moet in de pas blijven met marktrente

Consumenten mogen verwachten dat de rente op hun doorlopend krediet gedurende de looptijd in de pas zal blijven met de relevante marktrente, zo heeft de Commissie van Beroep in een einduitspraak vandaag bevestigd. Dit oordeel is in lijn met de conclusies in de tussenuitspraken van januari 2019 en december 2019. Als referentie voor de marktrente geldt vanaf 1 juni 2010 de rentereeks zoals De Nederlandse Bank (DNB) die publiceert. Voor de periode van 1 januari 1998 tot 1 juni 2010 dient de CBS-rentereeks gecorrigeerd met 0,91 procentpunt als referentie voor de marktrente. De bank moet voor de consument in deze klachtzaak de verschuldigde rente opnieuw berekenen en teveel betaalde rente terugbetalen.

In deze beroepsprocedure gaat het over de rentetarieven voor een doorlopend krediet bij Interbank. In de tussenuitspraken van januari 2019 (CvB 2019-005) en december 2019 (CvB 2019-005A) heeft de Commissie van Beroep geconcludeerd dat consumenten mogen verwachten dat de rente op hun doorlopend krediet gedurende de looptijd in de pas zal blijven met de relevante marktrente. Bij het aangaan van een doorlopend krediet kan de bank een lagere of hogere kredietvergoeding hanteren dan de gemiddelde marktrente. Op dat moment wordt de prijs van het doorlopend krediet bepaald. Met het sluiten van de kredietovereenkomst stemt de consument in met het aangeboden rentetarief. Daarmee is ook het verschil vastgelegd tussen de individuele kredietvergoeding en het gemiddelde rentetarief in die markt, aldus de Commissie van Beroep. De bank is gehouden om dat verschil te handhaven en zo het rentetarief gedurende de looptijd in de pas te laten lopen met de marktrente. Interbank moet het rentetarief voor het doorlopend krediet aan deze consument opnieuw berekenen voor de periode vanaf 1 januari 2005. Het verschil tussen het rentetarief op 1 januari 2005 en de referentierente op 1 januari 2005 dient de bank gedurende de looptijd te handhaven.

Onafhankelijk onderzoek

In de uitspraak van januari 2019 over rentetarieven voor doorlopend krediet heeft de Commissie van Beroep geconcludeerd dat de DNB-rentereeks zoals gepubliceerd vanaf 1 juni 2010 dient als referentie voor de marktrente. Voor de periode tot 1 juni 2010 was er onderzoek nodig naar de gemiddelde rente op doorlopende kredieten voor consumenten. Op verzoek van Kifid en met instemming van betrokken consument en bank hebben drie onafhankelijk deskundigen onderzocht wat als referentie voor de marktrente kan gelden in de periode tot juni 2010.

CBS-rentereeks en DNB-rentereeks

Het onderzoek wijst uit dat voor de periode van 1 januari 1998 tot 1 juni 2010 de CBS-rentereeks het uitgangspunt kan zijn voor de referentierente. Dit is een voor consumenten toegankelijke en eenvoudig te gebruiken referentierente, zo blijkt uit het deskundigenrapport. De CBS-rentereeks volgt dezelfde trend als de DNB-rentereeks. Wel is op 1 juni 2010 de gemiddelde CBS-rente 0,91 procentpunt hoger dan de DNB-rente. De Commissie van Beroep vindt het niet rechtvaardig om voor de referentierente een verschil te maken tussen doorlopend krediet dat is afgesloten voor of vanaf 1 juni 2010. Zij concludeert dat de CBS-rentereeks moet worden gecorrigeerd, zodat deze aansluit bij de DNB-rentereeks. Voor doorlopend krediet afgesloten vóór 1 juni 2010 wordt de marktrente daarom vastgesteld aan de hand van de CBS-rentereeks met een aftrek van 0,91 procentpunt.

Wijzigingsbeding niet oneerlijk

In recent uitspraken van de Hoge Raad en van het hof Arnhem-Leeuwarden is geoordeeld over bedingen die een bank het recht geven om het rentetarief bij een hypotheek met Euribor en een doorlopend krediet te wijzigen. De Commissie van Beroep is ook in deze klachtzaak nagegaan of het wijzigingsbeding oneerlijk of onredelijk bezwarend is. De conclusie is dat het wijzigingsbeding zowel voor- als nadelen heeft voor de betrokken consument en het evenwicht niet in het nadeel van consument uitpakt. In deze klachtzaak is het wijzigingsbeding niet oneerlijk of onredelijk bezwarend. Het wijzigingsbeding blijft in stand.

Meer klachten

Kifid heeft nog enkele tientallen soortgelijke klachten in behandeling, die zijn aangehouden in afwachting van de einduitspraak van de Commissie van Beroep. Bij de beoordeling van deze klachten zal de Geschillencommissie vasthouden aan de lijn zoals nu in deze einduitspraak van de Commissie van Beroep uiteengezet. Vanzelfsprekend wordt iedere klacht op zijn eigen merites beoordeeld en kunnen specifieke omstandigheden ertoe leiden dat een uitspraak afwijkt.

Deze einduitspraak (CvB 2019-005B) over de klacht van een consument tegen Interbank hangt samen met de eerder gepubliceerde tussenuitspraken CvB 2019-005 en CvB 2019-005A.

Het deskundigenrapport ‘Onderzoek referentierente doorlopend consumptief krediet’ d.d. 13 januari 2020 is te vinden in het uitsprakenregister onder CvB 2019-005C.

Ook interessant