Mijn Kifid

Commissie van Beroep: serieschadeclausule in voorwaarden rechtsbijstandverzekering is duidelijk en begrijpelijk

De serieschadeclausule in de polisvoorwaarden van de rechtsbijstandverzekering van DAS is duidelijk en begrijpelijk. Voor twee afzonderlijke kortgedingprocedures die met elkaar samenhangen krijgt de consument terecht niet meer dan het kostenmaximum voor één conflict vergoed van de verzekeraar. Dit blijkt uit een vandaag gepubliceerde uitspraak van de Commissie van Beroep. De verzekeraar mag in de voorwaarden aangeven wat de verzekering wel of niet dekt, zoals in deze serieschadeclausule gebeurt. Dat leidt niet tot een verstoring van het evenwicht tussen rechten en plichten van de consument en de verzekeraar en de serieschadeclausule is daarom niet oneerlijk of onredelijk bezwarend, aldus de Commissie van Beroep. De consument kan voor deze twee samenhangende kortgedingprocedures niet meer dan eenmaal het kostenmaximum claimen op zijn rechtsbijstandverzekering.

Een consument claimt bij zijn rechtsbijstandverzekeraar vergoeding van de kosten voor twee procedures. In de ene procedure gaat het om een voorgenomen verkoop van de woning op basis van een volmacht van de bank. In de tweede procedure draait het om uitstel van een voorgenomen executieverkoop. Doel van beide kortgedingprocedures is om dreigende verkoop van de woning te voorkomen. De verzekeraar staat op het standpunt dat beide procedures met elkaar samenhangen. En zoals in artikel 2 van de algemene polisvoorwaarden staat: Het kan zijn dat u meer conflicten hebt die met elkaar samenhangen. Of die dezelfde feiten als oorzaak hebben. Dan zien wij al deze conflicten samen als één conflict. Dit betekent bijvoorbeeld dat u dan recht hebt op één keer het kostenmaximum dat voor dat conflict geldt. Dus niet meer keren. De consument stelt dat dit artikel onredelijk bezwarend is en dus vernietigbaar. Hij vindt ook dat er sprake is van twee losse en verschillende procedures; de situatie, grondslag en vordering in beide procedures zijn anders.

Serieschadeclausule is duidelijk en begrijpelijk

De Commissie van Beroep concludeert evenals de Geschillencommissie in haar eerdere uitspraak dat het de serieschadeclausule in de Algemene polisvoorwaarden een zogenoemd ‘kernbeding’ is. Het artikel beperkt de verplichting van de verzekeraar om de kosten voor rechtsbijstand te vergoeden. In lijn met de rechtspraak van het Europese Hof moet een kernbeding duidelijk en begrijpelijk zijn (transparantievereiste) en er moet evenwicht zijn tussen de rechten en plichten van de verzekeraar en de verzekeringnemer. In de voorwaarden staat onder het kopje ‘Vraagt u juridische hulp in meer conflicten?’ uitdrukkelijk vermeld dat wanneer meerdere conflicten gezien moeten worden als één conflict, de verzekeringnemer recht heeft op één keer het kostenmaximum. De Commissie van Beroep concludeert, anders dan de Geschillencommissie in haar eerdere uitspraak, dat over de betekenis van deze serieschadeclausule geen twijfel bestaat. De voorwaarde is duidelijk en begrijpelijk. Conflicten kunnen alleen als afzonderlijke conflicten worden gezien, als die conflicten niet dezelfde feiten als oorzaak hebben of niet op een andere manier met elkaar samenhangen, zo staat te lezen in de uitspraak.

Niet oneerlijk of onredelijk bezwarend

Nu de serieschadeclausule een kernbeding is dat duidelijk en begrijpelijk is en daarmee voldoet aan de zogenoemde transparantievereiste, is het niet nodig na te gaan of de clausule een ‘oneerlijk beding’ is, zoals omschreven in de Europese richtlijn ‘Oneerlijke bedingen voor consumentenovereenkomsten’. Om geen misverstanden te laten bestaan, geeft de Commissie van Beroep hierover wel haar oordeel: de serieschadeclausule is niet oneerlijk of onredelijk bezwarend. Het staat een verzekeraar vrij om in de polisvoorwaarden te omschrijven binnen welke grenzen de verzekering wel of geen dekking biedt. Dit leidt niet tot een verstoring van het evenwicht tussen rechten en plichten van de consument en de verzekeraar.

Twee samenhangende conflicten

De Commissie van Beroep concludeert dat de twee kortgedingprocedures wel degelijk samenhangen. Met het eerste kort geding wilde de consument de als gevolg van een betalingsachterstand dreigende verkoop van zijn woning voorkomen. Het tweede kort geding ging over dezelfde geldlening en was eveneens bedoeld om een dreigende verkoop van de woning te voorkomen. Deze dreiging was opnieuw ontstaan omdat de consument de afspraken, zoals gemaakt gedurende de zitting van het eerste kort geding, niet was nagekomen. Beide kort gedingen vonden plaats binnen anderhalf jaar. Nu er sprake is van twee samenhangende kortgedingprocedures die gezien worden als één conflict, geldt voor deze kort gedingen samen het kostenmaximum van 12.500 euro. De verzekeraar heeft terecht aan de consument niet meer dan eenmaal het kostenmaximum vergoed.

De uitspraak CvB 2021-0009 van de Commissie van Beroep in deze klacht van een consument tegen rechtsbijstandverzekeraar DAS is bindend. De uitspraak komt in de plaats van de einduitspraak GC 2020-391 en de tussenuitspraak GC 2019-1092 van de Geschillencommissie.

Ook interessant