Mijn Kifid

Commissie van BeroepBeroep van Interbank tegen uitspraken over variabele rente op doorlopend krediet niet behandelbaar

Het beroep van Interbank tegen twee uitspraken over variabele rente op doorlopend krediet is niet behandelbaar, zo blijkt uit de vandaag gepubliceerde uitspraken van de Commissie van Beroep van Kifid. De bank heeft voor geen van beide uitspraken van de Geschillencommissie, GC 2021-0447 en GC 2021-0448, aannemelijk gemaakt ze een principieel karakter hebben met vergaande financiële gevolgen voor Interbank of de bedrijfstak. De beide uitspraken van de Geschillencommissie blijven in stand.

Uitspraken volgen bekende lijn

De Commissie van Beroep stelt vast dat in beide uitspraken waartegen de bank beroep aantekent de Geschillencommissie haar oordeel baseert op de bekende lijn van de Commissie van Beroep. Dat geldt ook als het gaat over ‘compensatie over de periode vóór 1 januari 2008’ en over ‘compensatie in het geval de variabele rente op het doorlopend krediet lager was dan de referentierente’. Bij de beoordeling van deze twee onderwerpen in de uitspraken GC 2021-0447 en GC 2021-0448 verwijst de Geschillencommissie naar het beoordelingskader van de Commissie van Beroep in een viertal uitspraken uit 2019 en nog eens vier uitspraken uit 2021.

Geen nieuwe argumenten

De Commissie van Beroep heeft de bank gelegenheid gegeven om toe te lichten waarom het beroep volgens haar behandelbaar zou zijn, gelet op het geldende reglement. Betrokken consumenten hebben op de toelichting van de bank mogen reageren. De Commissie van Beroep stelt vast dat Interbank niet duidelijk heeft gemaakt welke relevante en principiële rechtsvragen aan de orde zouden kunnen zijn die niet reeds in de eerdere uitspraken van de Commissie van Beroep zijn beantwoord. Ook heeft de bank geen nieuwe argumenten genoemd die aanleiding zouden kunnen geven om terug te komen op beslissingen in eerdere uitspraken van de Commissie van Beroep.

Voorwaarden voor beroep

Als een financiële dienstverlener bij Kifid in beroep wil gaan tegen een uitspraak van de Geschillencommissie, dan kan dat onder bepaalde voorwaarden. Volgens het reglement van de Commissie van Beroep is onder meer beroep mogelijk als de financiële dienstverlener kan aantonen dat de uitspraak zo principieel is dat het belang voor de dienstverlener zelf of voor de bedrijfstak meer is dan 5 miljoen euro. Uit de vandaag gepubliceerde uitspraken blijkt dat het beroep van Interbank in beide zaken niet voldoet aan deze voorwaarde.

Het beroep van Interbank tegen de uitspraken GC 2021-0447 en GC 2021-0448 is niet behandelbaar volgens het reglement van de Commissie van Beroep. De beide uitspraken van de Geschillencommissie, waarin de lijn van de Commissie van Beroep is gevolgd, blijven in stand.

Meer klachten

Kifid heeft nog 100 soortgelijke klachten gericht tegen Interbank, onderdeel van Credit Agricole Consumer Finance, in behandeling. Kifid zal de consumenten van deze tot nog toe aangehouden klachten binnenkort informeren over het vervolg van hun klachtprocedure. Voor de beoordeling van deze klachten zal de Geschillencommissie vasthouden aan de lijn zoals uiteengezet in de eerdere gepubliceerde uitspraken van de Commissie van Beroep uit 2019 en uit 2021. Vanzelfsprekend wordt iedere klacht op zijn eigen merites beoordeeld en kunnen specifieke omstandigheden ertoe leiden dat een uitspraak afwijkt.

Ook interessant