Mijn Kifid

Kifid KennisDe geldverstrekker heeft mijn boeterente onjuist berekend

De situatie

U lost uw hypothecaire lening vervroegd af om in aanmerking te komen voor een lagere rente. Uw geldverstrekker brengt daarop een vergoeding voor misgelopen inkomsten – ook wel boeterente – in rekening. U vindt dat die vergoeding incorrect is berekend en wilt weten wat u tegen de bank of verzekeraar kunt ondernemen.

De algemene regel

Geldverstrekkers volgen bij de berekening van de misgelopen rente over het algemeen de AFM-leidraad ‘Vergoeding voor vervroegde aflossing van de hypotheek’. De kern hiervan is dat geldverstrekkers bij deze berekening de Netto Contante Waarde-methode mogen gebruiken. Deze methode is in lijn met de wet die voorschrijft dat de geldverstrekker geen hogere vergoeding in rekening mag brengen dan het financiële nadeel dat zij lijdt. Deze regel geldt voor gevallen van ná 14 juli 2016 en, als het gaat om rentemiddeling, voor gevallen ná 1 juli 2019. Voor eerdere gevallen is bepalend wat in het hypotheekcontract staat. De geldverstrekker moet dan de contractuele regeling correct uitvoeren. Ook dan mag de regeling niet tot onaanvaardbare consequenties leiden.

 

Drie voorbeelden

 

Uitleg

Er zijn drie situaties waarin u te maken krijgt met een boeterente:

  • U stapt over naar een lagere rente bij een ándere geldverstrekker. Dit wordt externe oversluiting genoemd. U betaalt een aflosvergoeding ineens aan de oude geldverstrekker.
  • U stapt over naar een lagere rente bij de huidige geldverstrekker. Dit wordt interne oversluiting genoemd. Ook hier betaalt u een aflosvergoeding ineens.
  • U stapt over naar een lagere rente bij de huidige geldverstrekker waarbij de aflosvergoeding gespreid wordt betaald. Dit staat bekend als rentemiddeling.

U krijgt in al deze gevallen te maken met de voorwaarden van de geldverstrekker die stellen dat u een vergoeding verschuldigd bent wanneer u het rentecontract voortijdig openbreekt.

Bij het berekenen van de boeterente speelt een aantal variabelen een rol:

  • de contractrente ten opzichte van de vergelijkingsrente;
  • de resterende duur van de rentevaste periode;
  • de woningwaarde;
  • het nog openstaande hypotheekbedrag.

In de wet is bepaald dat geldverstrekkers slechts het werkelijk geleden financiële nadeel aan u in rekening mogen brengen. Dat nadeel bestaat kort gezegd uit het verschil tussen de rente die u betaalde (contractrente) en de rente waartegen de geldverstrekker het geld opnieuw kan uitlenen (vergelijkingsrente). Toezichthouder AFM heeft met de Leidraad ‘Vergoeding voor vervroegde aflossing van de hypotheek’ een aantal uitgangspunten gegeven om de contractueel overeengekomen aflosvergoeding correct te berekenen.

Een geldverstrekker kan afwijken van de Leidraad, zolang de totale berekening transparant en eerlijk blijft en de vergoeding niet hoger is dan het financiële nadeel van de geldverstrekker. Een geldverstrekker kan altijd in uw voordeel afwijken van de uitgangspunten, zolang aan alle wettelijke eisen wordt voldaan.

De principes uit de Leidraad gelden voor betaalde vergoedingen van na juli 2016. Sinds juli 2019 gelden de principes ook voor rentemiddeling. Voor gevallen daarvóór wordt gekeken naar wat contractueel is overeengekomen. Kifid zal dan beoordelen of de overeengekomen bepalingen correct zijn uitgevoerd en niet onredelijk zijn.

Renteopslagen spelen een belangrijke rol bij het vaststellen van de vergelijkingsrente. Kifid zal nagaan of de geldverstrekker de opslagen consistent heeft toegepast. Kifid heeft in eerdere uitspraken bepaald dat ‘consistent toepassen’ betekent dat de geldverstrekker voor zowel de contractrente als de vergelijkingsrente dezelfde tariefklasse hanteert. Wanneer klasses in de loop der tijd zijn aangepast, moet de geldverstrekker aansluiting zoeken bij de dichtstbijzijnde tariefklasse. De resterende looptijd zal vaak afwijken van de standaard looptijden: er moet dan aansluiting worden gezocht bij de hoogste rente van de dichtstbij gelegen rentevastperiode.

Geldt er in uw situatie een persoonlijke op- of afslag, zoals een individueel onderhandelde korting, dan mag de bank die niet meenemen in de vergelijkingsrente. U kunt discussie met de geldverstrekker krijgen over de aard van de op- of afslag: is die individueel of niet. Kifid zal in zo’n geval onder andere aansluiting zoeken bij wat er in het contract en in de offerte aan u is meegedeeld.

Opslagen kunnen tussentijds wijzigen wanneer de verhouding tussen de hypotheekschuld en de woningwaarde wijzigt. Sommige geldverstrekkers passen zo’n wijziging automatisch toe, anderen op verzoek, anderen alleen aan het einde van de rentevastperiode. Kifid heeft geoordeeld dat geldverstrekkers niet verplicht zijn de risico-opslagen tussentijds te verlagen als daarover in de voorwaarden geen afspraken zijn gemaakt.

Aan een pro forma aflosnota mag u waarde hechten: u baseert hierop immers uw besluit om de hypotheek over te sluiten. Een fout van de bank bij de berekening van zo’n indicatieve nota mag niet in uw nadeel zijn. Wel kan een tussentijdse rentedaling de definitieve nota in uw nadeel beïnvloeden. Dit nadeel komt dan wel voor uw rekening.

U mag, afhankelijk van de voorwaarden, vaak 10, 15 of 20 procent per jaar boetevrij aflossen. Die vrije aflosruimte hoeft de geldverstrekker slechts één keer mee te nemen in de berekening van de vergoeding. In sommige zaken bij Kifid stellen klanten dat de bank rekening moet houden met toekomstige aflossingen. Ieder jaar mag er immers boetevrij worden afgelost zonder dat de bank financieel nadeel kan claimen. De Geschillencommissie heeft echter al meerdere malen geoordeeld dat geldverstrekkers niet verplicht zijn om daar rekening mee te houden.

Bij de berekening van de vergoeding telt de waarde die u heeft opgebouwd in een levensverzekering of een gemengde verzekering niet mee: die kunt u niet aftrekken van de aflossing. Bij een bankspaarhypotheek is dit anders: de rente op de hypotheek is dan gelijk aan de vergoeding op de rekening of verzekering. Daardoor wordt dit gezien als een fictief aflosschema.

De geldverstrekker moet aan u uit kunnen leggen hoe de centrale componenten van de berekening, namelijk de contract – en vergelijkingsrente tot stand zijn gekomen. De geldverstrekker hoeft echter niet de fundingskosten en de winstmarge vrij te geven.

 

Tips

  • U kunt aan de hand van de checklist en de veelgestelde vragen op de website van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) nakijken of de rente goed is berekend.
  • Houd er rekening mee dat aan het oversluiten van een hypotheek meer kosten zijn verbonden dan de aflosvergoeding. Oversluitkosten kunnen naast boeterente bestaan uit advies- en bemiddelingskosten, taxatiekosten en hypotheekaktekosten.

 

Meer over dit onderwerp

 

De informatie in dit Kennisdocument is bedoeld om u inzicht en achtergrond te geven in de manier waarop Kifid met klachten over een bepaald onderwerp omgaat. Dit kan u helpen bij de voorbereiding van uw eigen zaak. Uiteraard is elke situatie anders. In uw klachtzaak kan een omstandigheid spelen die wij hier niet hebben genoemd.

Ook interessant